All inclusive

Dhr. A., afkomstig uit Bulgarije, is pas twee maanden als uitwisselingsstudent in Nederland als hij tijdens mijn dienst wordt opgenomen op de acute opnameafdeling. Ik zie een beleefde jongeman, die mij in vloeiend Engels uitlegt dat hij op de vlucht is voor de FBI. Op de wanden van zijn kamer ziet hij statistieken, waaruit moet blijken of ik wel of niet te vertrouwen ben. Maar nu moet ik stil zijn, anders horen ze ons, want er zitten zenders in de gordijnen. Als hij maar lang genoeg nadenkt, vertelt hij, zal hij het antwoord vinden. Op welke vraag blijft echter onduidelijk.

Dhr. B. is 81 en heeft tot 2 weken geleden in Duitsland gewoond. Nu is hij op de vlucht voor misdadigers die het op zijn geld hebben voorzien. Terug naar zijn land kan hij niet, dan zal de politie hem oppakken en vermoorden. Die speelt immers onder een hoedje met de misdadigers. De Nederlandse politie vertrouwt hij gelukkig wel, want die hebben hem naar dit mooie hotel gebracht, waar hij kan wachten tot hij een verblijfsvergunning heeft gekregen. Dat zijn all inclusive verblijf in werkelijkheid een psychiatrische inrichting is, dringt niet meer tot hem door. Al snel wordt duidelijk dat zijn geheugen forse hiaten vertoont.

Ik ontmoet deze patiënten op dezelfde dag. Beide zijn duidelijk psychotisch, maar daar houdt iedere vergelijking op. Dhr. A. is nog jong, een student. Zijn de verlokkingen van de Nederlandse coffeeshops hem te veel geworden, of is dit een eerste uiting van schizofrenie? Hoe het ook zij, dit was vast niet hoe hij zijn leven in Nederland wilde beginnen.

Voor dhr. B. houdt in Nederland in zekere zin zijn leven juist op. Zijn geheugen heeft hem zodanig in de steek gelaten, dat hij de werkelijkheid niet meer kan begrijpen. Zijn hersenen spinnen een eigen angstige werkelijkheid, waarin hij voortdurend wordt bedreigd. Voor hem is er geen weg meer terug. Dit all-inclusivehotel zal hij waarschijnlijk uiteindelijk verruilen voor een Duitse versie, al is het maar de vraag of hij die verandering tegen die tijd zal opmerken.

Wie van tweeën het slechtst af is, kan ik niet zeggen. Soms is de realiteit waarmee mijn patiënten moeten leven nog veel moeilijker dan de wereld van hun waanideeën.

Delen