Alleen nog maar Twitter
Alweer een handvol jaren geleden vertelde een collega die ik toen had, dat ze steeds meer het nieuws via Twitter volgde. Ik vond dat eigenlijk maar vreemd. Twitter, dat was toch iets waar je kon lezen wat types als Paris Hilton, Paul de Leeuw of Gordon allemaal aan interessants te vertellen hadden? Dus hoezo bron van echte informatie?
Natuurlijk weet ook ik nu allang dat via Twitter ook mensen van heel ander kaliber zich nadrukkelijk laten horen. En dat ook organisaties het platform massaal gebruiken, waaronder vooral ook de media. Maar nooit eerder drong de kracht van Twitter zozeer tot mij door, als de afgelopen week.
Waar grote gebeurtenissen letterlijk van minuut tot minuut dramatische wendingen nemen, kent Twitter als informatiebron geen gelijke. En dan bedoel ik niet, zoals afgelopen zomer tijdens het WK voetbal, dat miljoenen mensen opgewonden gaan zitten tweeten over dingen die iedereen intussen zelf al via live tv heeft zien gebeuren. Maar dat een select aantal personen en (nieuws)organisaties ons via tweets binnen split-seconds als eersten informeren over dingen die wij zelf (nog) níet hebben kunnen zien.
Natuurlijk: ook veel media werken al zo. Zoals afgelopen week bij ons de Volkskrant, die via de eigen website en app op een aparte tijdlijn permanent updates bracht over wat in Frankrijk gebeurde. Dit deed de krant alert en competent, maar toch ben ik zelf steeds vaker en langer geswitcht naar gewoon de Twitter-app op mijn iPad. Ook daar was diezelfde, permanent tweetende Volkskrant aanwezig met een stroom van updates – maar daarnaast ook nog allerlei andere bronnen. Waaruit je dan zelf je optimale à la carte mix, voor dat specifieke moment, kunt samenstellen. Bijvoorbeeld door, zoals in dit geval, tijdelijk een paar Franse media te volgen (waar je anders nooit aan zou denken, en die je dan later weer gewoon ontvolgt).
Tegelijk had ik ook mijn televisie aanstaan, afwisselend afgestemd op TV5MONDE en BBC News. Maar ook die bleken, qua snelheid en volledigheid, geen partij voor Twitter.
Veel mensen vertel ik hiermee weinig nieuws. Maar tegelijk ik merk steeds weer opnieuw, dat ook heel veel mensen dit allemaal nog niet (goed) weten. Maar dat laatste is een aflopende zaak.
Afgelopen week deed via Amerikaanse media, zowel ‘sociale’ als meer conventionele, een beredeneerde voorspelling de ronde over wat de wereld van de media in het jaar 2015 aan innovaties wacht. Eén belangrijke rode draad: dat steeds meer media direct ‘content’ zullen gaan produceren voor, en verspreiden via, sociale media als Twitter en Facebook. Sterker nog: dit jaar al zullen gevestigde publicaties aankondigen hun eigen websites op te willen geven, en verder te gaan als alleen ‘content channels within Facebook or Twitter or Pinterest or Vine or Instagram’. (In vaktermen: ‘to go fully distributed’; en pas op: dit artikel is nogal insider-cryptisch van toon en formulering.)
Moeten we hier blij mee zijn? Zo lang als het internet intussen al bestaat, en nog eens extra sinds de komst van social media, is er de veelgehoorde klacht over al die onzin, roddels, trivialiteiten, leugens, verzinsels en misverstanden die daar rondzwerven; en over die overmaat aan zinloze entertainment van laag allooi. Dit zijn reële dingen, óók trouwens op Twitter: al in 2009 bleek uit een onderzoek dat 40 procent van wat daar allemaal wordt rondgetweet, valt in de categorie ‘pointless babble’.
Maar wacht even, schrijft journalist Matthew Yglesias op de inhoudelijk voorbeeldig-gedegen nieuws- en achtergrondsite Vox: dit was bij de ‘oude’ media al net zo. Ook in traditionele, gedrukte uitgaven, inclusief de beste dagbladen, had entertainment altijd de overhand. Wat dit betreft dus niks nieuws, en niets dat in de weg staat dat er tegelijk óók meer dan voldoende te vinden is met juist hoge informatiewaarde.
Misschien ligt het iets complexer, en heeft de (opnieuw) Amerikaans journalist/blogger Kevin Drum een punt met zijn stelling dat het internet een aanjager is van ‘groeiende cognitieve ongelijkheid’. Of directer geformuleerd: “The internet makes dumb people dumber and smart people smarter.” Nooit eerder immers was zo veel informatie van zo hoog niveau zo makkelijk en snel toegankelijk, vaak gratis bovendien, voor wie hiernaar op zoek is. En nooit eerder werd tegelijk zo veel leugen en onzin geproduceerd en verspreid, en ongetwijfeld óók door velen serieus genomen.
En dan nog dit. Ook bij hoger opgeleiden onderling leidt het gebruik van media als Twitter niet vanzelf tot uitingen van niveau. Een voorbeeld is dat ‘onvolkomen debat’ dat afgelopen jaar in Nederland is uitgevochten rond artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Voor een deel ging dit via Twitter, waar ook participanten van naam en positie hun scherpe meningen ventileerden.
Maar bij een echt volwassen en complex onderwerp, zoals die wijziging van artikel 13, blijken die maximaal 140 karakters die je bij Twitter hebt, simpelweg niet voldoende. Zodat je vanzelf blijft steken in gewoon hard iets roepen, en meer ook niet. Inhoudelijk debatteren via Twitter, is net zoiets als een relatie verbreken met een sms’je. Met een ernstig tekort dus aan niveau.
In dit specifieke voorbeeld bleek het vervolg-effect ook heel voorspelbaar. Meningen van tegenstanders van de wetwijziging werden onmiddellijk opgepikt en geretweet door gelijkgezinden. En tweets van voorstanders werden meteen weer verder verspreid door mensen uit kringen van zorgverzekeraars.
Dit soort opiniëring-voor-eigen-parochie brengt ons geen stap verder. En hierin zit een belangrijke, meer algemene les voor het gebruik van Twitter. Natuurlijk: voor simpele, eenduidige feiten of data, of een actuele nieuwsflits, zijn die 140 karakters vaak genoeg. Maar voor serieuze analyse en inhoudelijke discussie schieten die zwaar tekort. Het wachten is misschien op de mogelijkheid om binnen Twitter zelf ook langere teksten te plaatsen (zoals nu al kan met foto’s en video). Maar ook zo lang dit niet gebeurt, is de oplossing allang voorhanden. Gewoon door Twitter primair te gebruiken voor actuele doorverwijzing, met link, naar ‘het échte verhaal’, dat elders wordt verteld. En hiermee heeft het platform niet alleen al een mooi verleden achter de rug, maar een nog veel mooiere toekomst vóór zich.