Allerzielen

Er valt niet aan te ontkomen en ik weet niet wat erger is: verlaten of verlaten worden. Kunnen wij het leren: leren verlaten en leren verlaten te worden? Misschien lukt het eerste beter dan het tweede, ik zou het echt niet weten, het is maar een gissing. Wat zou überhaupt in dit kader een leerproces kunnen inhouden?

Jarenlang – en soms zelfs twee keer per jaar – ging ik met mijn gezin op vakantie in het vakantiepark Himmelberg in het Duitse Thalfang. Hier raakte ik verknocht aan het wellicht niet imposante maar bedwelmende landschap van de Hunsrück, waar ik mij allengs meer thuis ging voelen dan in Nederland. Telkens wanneer we na onze vakantie terugkeerden leek het of het afscheid een voorbode was of zelfs deel uitmaakte van het gróte afscheid van het leven:

Alle dagen van vertrek
rijgen zich aaneen
tot één groot gaan
van hier vandaan
maar vraag niet waarheen.*

Enkele maanden voordat Gerard Rasch, befaamd om zijn vertaalwerk uit het Pools, Deens en Russisch, in 2004 aan kanker overleed, vroeg hij zijn dochter Miriam om na zijn dood een selectie te publiceren van zijn beste, niet eerder gepubliceerde poëzievertalingen. Miriam Rasch: “De ochtend van zijn sterfdag, 10 maart 2004, heeft hij de laatste hand gelegd aan het manuscript en mij een envelop overhandigd met papieren, een floppy, bundels en handgeschreven aanwijzingen.”** Op een voortreffelijke wijze gaf zij gehoor aan deze wens van haar vader: in 2005 verscheen Memento, een prachtig verzorgde, gebonden uitgave met gedichten van twaalf Poolse dichters.

De toepasselijke titel is ontleend aan het laatste gedicht uit dit boek, geschreven door Adriana Szymańska (1943), van wie in Polen meer dan 25 bundels zijn verschenen maar die in Nederland nauwelijks bekendheid geniet. In Memento wordt haar oeuvre in een achttal regels samengevat, maar er is een goede reden om het gedicht voor zichzelf te laten spreken: laat degene die het leest er een eigen duiding aan geven. Er is geen lesmateriaal dat ons leert hoe wij het verlaten of verlaten worden voor onszelf gemakkelijker kunnen maken. Natuurlijk zijn er legio boeken met levenslessen, maar bij de meest wezenlijke zaken in ons leven draait het louter om onze persoonlijkheid en eigen (levens)ervaring.

Het juiste gedicht op de juiste plaats in het juiste boek

Zowel mensen die heilig overtuigd zijn van een voortbestaan als degenen die hier niets van willen weten, hebben het (relatief) gemakkelijk: met tenminste één voet staan zij niet op drijfzand maar op vaste bodem. Het ultieme verlaten en verlaten worden lijken mij ervaringen waarbij de mens niet anders dan volledig op zichzelf is aangewezen. Louter ieder voor zich kan bepalen wat hierbij voor hem of haar een bron(netje) van troost zou kunnen zijn. Ik denk dat Memento het juiste gedicht op de juiste plaats in het juiste boek is geworden. Het is natuurlijk niet erg eerbiedig om hieraan toe te voegen dat men zelf moet bepalen welke van de zes strofen ‘bruikbaar’ zijn. Maar wat mij betreft mag dat voor deze ene keer.

Memento

Laat de bomen en de bloemen achter je,
de weldoorvoede honden en de blije vogels;
wat gezaaid is, wat verzadigd en ruisend,
wat bloeit en kwettert – het getuigt van jou.

Laat de hemel in de wolken achter je,
die steeds op reis zijn naar hun – nergens,
het stof van de weg dat voor de voeten danst,
de triomfantelijke steden, vluchtige fluisteringen.

Wat jij hebt aangeraakt – zal jou herinneren,
wat jij hebt bekeken – zal jouw licht weerkaatsen,
wat aan jouw bescheiden deur voorbijgegaan is,
zal daar ergens opflitsen of het zal verdonkeren.

Als de wereld kookt in de zon of met zijn regen huilt,
weet je dan getroost in je verlangen:
het heiligenbeeld aan de weg zal je vinden,
een engelenvleugel zal je in zijn vlucht beroeren.

En wanhoop niet wanneer de schimmen van het verdriet
als motten boven je zullen fladderen;
ook al is het in den blinde – ga in het trillen van de ziel
die door jou glinstert als een glimworm in de nacht.

Laat je glimlach achter op het blad
van een wilg aan het water, een berk in het bos:
daar, in de hemel, zal alles een keer samenkomen
om zich in jou te vormen tot ijverige eeuwigheid.

* Ik heb deze regels meer als mijn levensmotto dan als een gedicht beschouwd; daarom staan ze in de bundel Een onvermoede bocht (2007) op de allerlaatste pagina en vallen deze min of meer buiten de inhoud.

** Dit citaat is ontleend aan de inleiding die Miriam Rasch schreef voor het boek Memento.

Delen