Alles komt goed!
Om mijn magere inkomsten als columnist en blogger een beetje te laten sporen met het honorarium van de doelgroep waarvoor en waarover ik schrijf, aanvaard ik al geruime tijd schnabbels van ziekenhuizen waaronder een niet nader genoemd academisch medisch centrum waarover u van mij uiteraard nooit een negatief woord zult horen. Samen met een GGZ-psycholoog die in het najaar van 2011 is wegbezuinigd en nu onder een vrouwelijk pseudoniem voor een damesblad ingezonden brieven beantwoordt, test ik momenteel voor de tweede keer een door ons verzonnen format uit in een dependance van het ziekenhuis waar louter poliklinieken zijn gevestigd.
Ons eerste idee was direct een schot in de roos: het psychisch ontlasten van specialisten en verkorten van consulten door het kanaliseren van emoties middels hetgeen in onze wandelgangen de UHP (uithuilpoli) wordt genoemd. Na een scholing van een dagdeel door een professioneel acteur en communicatiemedewerker worden beschaafd ogende en in witte jassen gestoken 50-plussers als VIP’s (Volunteer In Practice) ingezet om patiënten te aanhoren, empathisch tegemoet te treden en dreigende klachten over de behandeling of bejegening weg te masseren. Helaas gingen andere ziekenhuizen al tijdens de pilot-fase met ons project aan de haal. Was het format onmiddellijk gedeponeerd, dan had er voor ons nog een flinke bonus ingezeten.
Een dokter die shared decision making écht serieus neemt, implementeert informatie- en communicatietechnologie in de spreekkamer en maakt van een consult een interactieve meeting
Dit keer hebben wij de directie voorgesteld om een aantal spreekkamers te voorzien van drie computerschermen en toetsenborden: links en rechts voor de specialist en in het midden voor de patiënt. Het plan integreert meerdere constructieve gedachten. Een arts die driekwart van het consult zijn of haar blik fixeert op één scherm, oogt afwezig en niet betrokken. Afwisselend gebruik van twee schermen geeft letterlijk en figuurlijk meer beweging in de communicatie die daardoor natuurlijker overkomt. Chris Kockelkoren, auteur van onder meer het boek Computers op de werkplek, vond dit een prima voorstel met de aantekening dat er “nog zoveel andere oplossingen zijn die wel weer de human interaction optimaliseren.”
Wie een blik in wachtkamers werpt en mensen op hun smartphones bezig ziet, verbaast zich over de afwezigheid van een patiëntenscherm in de spreekkamer. Waarom nog langer dat gehannes met een scherm dat steeds met veel moeite gedraaid moet worden om patiënten te laten meekijken? Een dokter die shared decision making écht serieus neemt, implementeert informatie- en communicatietechnologie in de spreekkamer en maakt van een consult een interactieve meeting. Patiënten (om)schrijven zelf hun klacht(en) in het EPD, waarna het programma de anamnese afwerkt. De kans op een misverstand wordt hierdoor drastisch gereduceerd. Wanneer na registratie van het lichamelijk onderzoek op het scherm automatisch het aanvullend onderzoek in beeld verschijnt, verdwijnt de prikkel om meer aan te vragen dan nodig is. Tel uit je winst!
De behandelend arts doet het lichamelijk onderzoek en bewaakt het proces, maar beide taken kunnen in veel gevallen worden overgenomen door een psysician assistent. Bij een proefopstelling bleek dat patiënten bij de diagnose – het ‘moment suprême’ – even wat verwerkingstijd nodig hebben; hiermee houdt het CRP (consultregistratieprogramma) – niet de verwarren met de CRP als labbepaling – rekening. Zowel bij aanvullend onderzoek als therapeutische opties moeten patiënten aanvinken dat ze hiermee akkoord gaan. Elk consult wordt afgesloten met de vraag om op een schaal tussen 0 en 10 aan te geven hoe angstig, gedeprimeerd, verdrietig, wanhopig of boos de patiënt is. Bij een score tot en met de 7 krijgt men een pdf of brochure met adviezen, een 8 of hoger betekent automatisch een verwijzing naar de UHP. Door in te loggen op het EPD kunnen patiënten thuis alles nog eens rustig nalezen. Bij elke optie kan voor uitleg en informatie een tabblad worden aangevinkt. De gemiddelde consultduur kan door dit voorstel mogelijk worden gehalveerd.
U vraagt zich ongetwijfeld af waarom dit nu al wereldkundig wordt gemaakt. Snijden wij onszelf hiermee niet in de vingers? Neen, want de directie hoopt te mogen rekenen op een royale bijdrage van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars en mijn collega en ik krijgen een klein percentage van de leverancier van de hardware. U ziet dat wij transparantie een warm hart toedragen. Met alle plezier schenk ik u zelfs de primeur van een volgend plan: in de hal van zowel ons ziekenhuis als de dependances komt binnenkort een tien meter lang en ruim twee meter hoog doek te hangen met hierop in groene kapitalen de woorden “ALLES KOMT GOED!”. We zijn er heilig van overtuigd dat mensen hieruit moed zullen putten. Uiteraard wordt hiervoor geen vergoeding gevraagd. Dit doen wij Pro Deo.
2 reacties
Ignace Schretlen loopt helaas toch achter de feiten aan. In het eerder dit jaar opgerichte poliklinisch centrum MOC te ‘s-Hertogenbosch is elke spreekkamer al standaard voorzien van geen drie maar vier beeldschermen, waarvan de twee in de richting van de patiënt een microfoon en camera bevatten. Elke patiënt wordt om schriftelijke toestemming voor integrale consultregistratie gevraagd om kwaliteitsdoeleinden, training en research maar ook om het diagnostisch proces te faciliteren, hetgeen uiteraard in belang van betrokkene is. Met geavanceerde gezichtsherkenning- en -analyseprogramma’s kunnen zowel subtiele verouderingsprocessen en dermatologische pathologie op het gelaat worden vastgelegd als emoties worden geanalyseerd. Op dit moment wordt zelfs geëxperimenteerd met waarheidsdetectie (om ethische redenen wordt het woord “leugendetectie” vermeden). Een eerste interne evaluatie lijkt te bevestigen dat de verkregen gegevens ook voor een efficiënte en adequate behandeling bijzonder waardevol kunnen zijn. Hier ligt de toekomst van onze gezondheidszorg.
In plaats van het wat afgezaagde “Alles komt goed” luidt het motto van het MOC: “Bij ons bent u beter af!”.
Iep van den Eijck, directeur MOC ‘s-Hertogenbosch
I. van den Eijck
21 september 2015 / 11:42Iep van den Eijck stelt inderdaad enkele van mijn suggesties voor, maar ik wil hierin nog een stap verder gaan. Want waarom moeten we van nog beeldschermen lezen als de informatie met smartwatch/-phone en tablets informatie van en naar de patiënt kan worden overgezet voor naderhand te kunnen lezen, terwijl de arts door de technologie weer alles kan uitleggen aan de patiënt via holografische voorstellingen waardoor weer aandacht voor de patiënt is.
We hebben telefoons met diverse sensoren die kunnen worden uitgelezen (hartslag, bloedsuikers/-druk, etc.), we kunnen emoties ook omzetten in informatie die wordt uitgezonden via onze draagbare technologie (technologie in kleding). Gesprekken die kunnen worden opgenomen en omgezet in schriftelijke taal (is het typen ook historie).
Kortom een arts die door de techniek betere informatie krijgt en toch niet wordt afgeleid door deze technologie, waardoor het weer een F2F gesprek wordt en aandacht voor het individu.
Ethisch gezien heb ik met beide motto’s moeilijkheden. “Bij ons bent u beter af”, begrijp ik maar pretendeert dat je als ziekenhuis de wereldtop van alle specialisaties hebt, en dat is niet realistisch. Maar ook “Alles komt goed” is idealistisch en hoopgevend, maar schept verkeerde verwachtingen. Ik denk te begrijpen welke hoopvolle boodschap beide schrijvers willen meegeven, maar het lijkt nu een supermarkt die zijn producten aanprijst. “Echt lekker voordelig…” of “Slim bezig…”,
maar kan nu even niets beters verzinnen. Misschien iets van “Wij delen graag in uw zorgen”.
Chris Kockelkoren,
Senior docent, Zuyd Hogeschool faculteit ICT.
Chris Kockelkoren
21 september 2015 / 21:07