Alles op zijn tijd

Afgelopen vrijdag schreef ik op deze plaats over de serie discussiesessies die overal in het land wordt gehouden over het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Gisteren vond ook weer zo’n sessie plaats, bij zorgaanbieder Wilgaerden in Hoorn.

Zoals te verwachten was, ging het in de discussie onder andere over de samenhang tussen de stappen die verpleeghuizen moeten zetten in kwaliteitsverbetering en de financiële middelen die daarvoor beschikbaar zijn. Het Nederlands Zorginstituut is bezig met een impactanalyse en het ligt redelijk voor de hand dat daar uit zal komen dat extra geld nodig is. Maar het is logisch dat de NZa op dit moment nog niet op de voorgrond treedt om daarover duidelijkheid te bieden. De vraag wat de uitvoering van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg mag kosten, ligt immers op de Haagse onderhandelingstafel, en kan dus pas worden beantwoord zodra er een regeerakkoord is. En omdat gisteren vroeg in de avond duidelijk werd dat de onderhandelingen tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks op niets uitgelopen zijn, kan dit antwoord nog best een poosje op zich laten wachten.

Op een ander punt is die oproep tot geduld niet aan de orde. Het kwaliteitskader biedt niet alleen inhoudelijke informatie over wat van verpleeghuizen wordt verwacht, het schetst op pagina 31 ook een tijdpad.  Hoe streng is dat, wilde een van de aanwezigen weten. Dat is best streng, stelde Hugo Keuzenkamp, lid van de Kwaliteitsraad van Zorginstituut Nederland. “We storten geen zee van nieuwe vragen uit over het veld”, zei hij, “maar wat we noemen vinden we heel belangrijk”. De partijen weten dus waar ze aan toe zijn.

Delen