Als normaal geaccepteerd gedrag
Ik ben een fan van Dr Glaucomflecken. Dit is het pseudoniem van Will Flanary, die oogarts is in Oregon. Hij maakt satirische medische sketches, die op TikTok en twitter te zien zijn. In deze sketches speelt hij alle personages zelf, en de diverse specialismen zijn te herkennen aan hun attributen. De orthopeed heeft een bandana met daarop afgebeeld een boormachine, de kinderarts een diadeem met de vergulde hoorn van een eenhoorn, en de SEH-arts – iemand zonder dag-en-nacht ritme – heeft een fietshelm op en een zonnebril met spiegelende glazen.
Recent zag ik een sketch waarin de SEH-arts probeert collega’s in consult te vragen, dus te komen, voor patiënten die hij op de SEH heeft liggen. En die hij kwijt wil, want de volgende spoedgevallen komen er alweer aan.
Toen ik in opleiding was, bestond de SEH-arts nog niet. Dat waren wij zelf. Bij het bekijken van het filmpje kwamen lang vergeten herinneringen boven. In het filmpje: de nefroloog die niet wil komen voordat de osmolaliteit -of bedoelt hij de osmolariteit- van het serum bepaald is, de chirurg die begint te schreeuwen omdat hij gebeld wordt voordat er een CT gemaakt is, de orthopeed die best wil opereren, maar niet meer dan dat, en dus wil dat de patiënt wordt opgenomen door de internist. Want het kalium is 5,1…
Uit mijn eigen herinnering: de reumatoloog die aan het zeilen was, de cardioloog die net in bad zat, en daar niet uit wilde komen (er zat nog iemand in het warme water) en de chirurg die wel de telefoon aannam, maar prompt weer in slaap viel met de hoorn naast zich en de volgende ochtend woedend was dat we een ander gebeld hadden.
Allemaal hilarische situaties, die bij een reünie bijna liefdevol worden herinnerd. “Ja, weet je nog, hahahaha…” Precies de reactie van mijn voormalige collega’s op het aangehaalde filmpje.
De reumatoloog die aan het zeilen was, de cardioloog die net in bad zat, en daar niet uit wilde komen en de chirurg die wel de telefoon aannam, maar prompt weer in slaap viel met de hoorn naast zich en de volgende ochtend woedend was dat we een ander gebeld hadden
Inderdaad, reuze vermakelijk behalve als je de SEH-dokter van dienst bent. En, natuurlijk, als je de patiënt bent, over wiens hoofd wordt gebakkeleid op wiens afdeling je terecht mag komen. Gebakkelei dat toeneemt naarmate de kans groter is dat de patiënt na behandeling niet zomaar weer naar huis kan.
Wat mij opvalt, is het verschil in reactie op het filmpje tussen mijn voormalige en mijn huidige collega’s. Mijn huidige collega’s hebben voor het overgrote deel geen medische of paramedische dan wel verpleegkundige achtergrond, en vinden het helemaal niet zo leuk. Eerder confronterend, ontluisterend. “Gingen jullie echt zo met elkaar om? En is dat nog steeds zo?”
Dat laatste hoop ik natuurlijk niet, maar ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken.
Zij leggen naar mijn smaak de vinger op een zere plek. Als je werkt in een omgeving waar gedrag als boven beschreven veel voorkomt, ga je het normaal vinden. Natuurlijk heb je er last van als iemand gaat schreeuwen omdat er nog geen CT is, of als degene die je nodig hebt niet wil komen helpen. Maar de vraag: “Joh, hoe komt het nou dat je zo reageert op een verzoek?” wordt zelden gesteld.
Over welk gedrag hebben we het?
- Kortaf en geïrriteerd reageren op verzoeken
- Emotioneel (of helemaal) onbereikbaar zijn
- Mopperen over de werkdruk
- Cynische opmerkingen maken over de inhoud van het werk
- Veel moeite met veranderingen, en die (willen) blokkeren
- Lage frustratietolerantie bij zaken die niet helemaal naar wens gaan.
- Conflicten met collega’s of patiënten
Dit is gedrag dat je bij veel medisch specialisten kunt observeren. Niet bij allemaal, en zeker ook niet de hele tijd, maar het is er wel degelijk. Het wonderlijk is dat dit soort gedrag geen alarmbellen doet afgaan bij de omgeving. Het is ‘als normaal geaccepteerd doktersgedrag’. Toch is het wel degelijk zorgwekkend, want hier wordt gedrag vertoond dat hoort bij overbelasting, bij dreigende burn-out.
40% van de medisch specialisten heeft meetbaar tekenen van overbelasting/burn-out. Veertig procent! En ik vrees dat dit percentage alleen maar zal stijgen onder de huidige werkomstandigheden.
Een tijd lang heeft werkstress, werkdruk en (dreigende) burn-out bij artsen in Nederland in de belangstelling gestaan. Recent zie ik vooral onderzoek uit de US en in relatie tot de Corona-epidemie, waarbij de percentages van burn-out onder artsen zijn gestegen naar een duizelingwekkende 63 procent.
Ik huiver als ik mij voorstel wat die cijfers betekenen voor arbeidsomstandigheden, voor levensgeluk en voor de kwaliteit van de patiëntenzorg.
Laten we signalen van (dreigende) overbelasting en burn-out serieus nemen. En ze niet, omdat ze zo vaak voorkomen, als normaal accepteren.