Arbeidsongeschikt in loondienst

Veel specialisten in loondienst denken dat hun arbeidsongeschiktheid goed geregeld is. Ten onrechte, zegt Bob Stadelmaier van VvAA. Hij rekent voor wat de financiële gevolgen kunnen zijn.

Tekst: Martijn Reininik

 

De Wet uitbreiding loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (WULBZ) verplicht werkgevers arbeidsongeschikte werknemers gedurende de eerste twee jaar 70 procent van hun loon door te betalen. Na die periode stelt het UWV de mate van arbeidsgeschiktheid vast. Voor medisch specialisten in loondienst die op dit gebied niets aanvullends hebben geregeld, kan die uitkomst verstrekkende financiële gevolgen hebben. “Dat geldt voor negen van de tien specialisten in dienst van algemene ziekenhuizen”, schat Bob Stadelmaier, adviseur sociale zekerheid van VvAA. “Bij academische ziekenhuizen geldt hetzelfde, maar daar is veelal deelname aan een aanvullende regeling mogelijk.”

Restverdiencapaciteit

Wie door het UWV voor 80 procent of meer en duurzaam wordt afgekeurd, ontvangt een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) plus een arbeidsongeschiktheidspensioen uit het pensioenfonds. “Daarmee blijf je op 75 procent van je loon tot je AOW”, zegt Stadelmaier. Bepaalt het UWV dat je tussen de 35 en 80 procent arbeidsongeschikt bent, dan val je onder de WGA (Wet werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). “Ook die uitkering wordt aangevuld met een arbeidsongeschiktheidspensioen, maar er wordt wel verwacht dat je je ‘restverdiencapaciteit’ benut.”

Stadelmaier illustreert dit met een eenvoudig rekenvoorbeeld: een medisch specialist in loondienst die twee ton per jaar verdient. “Stel dat hem iets overkomt, waardoor hij zijn werk nooit meer kan doen. Het UWV oordeelt dat hij nog een ton kan verdienen. Dan is hij voor 50 procent arbeidsgeschikt. Zonder nieuw loon daalt echter het totale inkomen, ondanks aanvulling vanuit het pensioenfonds, naar circa 35 procent van het oude inkomen, oftewel circa 70.000 euro.”

Geen uitkering

De meest schrijnende situatie kan zich voordoen als het UWV oordeelt dat betrokkene minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is. “Dan krijg je geen uitkering en geen aanvulling uit het pensioenfonds.” In bovenstaand voorbeeld: het UWV bepaalt dat de specialist nog 140.000 euro kan verdienen en dus nog 70 procent arbeidsgeschikt is. “Als hij geen werk vindt, belandt hij na twee jaar WULBZ in de WW (een uitkering van circa 37.000 euro bruto per jaar) en daarna in de bijstand (circa 14.000 euro bruto per jaar).”

De kans dat het zover komt is klein, erkent Stadelmaier. “Maar het gebeurt wel en de impact is enorm. Wie financieel onafhankelijk is, hoeft niks te regelen. Anders adviseer ik zeker om na te gaan hoe het bij arbeidsongeschiktheid geregeld is. Er zijn goede oplossingen voor een aanvullende verzekering. Belangrijk is om bij zo’n verzekering rekening te houden met wat al via wetgeving en pensioenfonds geregeld is.”

Meer over arbeidsongeschiktheid of een persoonlijk adviesgesprek: vvaa.nl/aovvoorms.

Delen