Assertief
Mijn blog van gisteren over fraude- en controleonderzoeken van zorgverzekeraars leidde direct tot discussie op Twitter. Programmamaker Teun van de Keuken stelde hierbij dat het niet altijd om fraude gaat. Het kan ook gaan om artsen die niet efficiënt genoeg werken, maar die te veel tijd aan patiënten besteden omdat ze bijvoorbeeld te weinig doorverwijzen. De patiënt heeft hierin ook een eigen verantwoordelijkheid over zijn zorgconsumptie, stelde ik.
Ik begrijp de reactie van Desirée Hairwassers hierop: “Als je ziek bent? En wanhopig? En arts zegt: ik kan u prima behandelen? Wat verwacht je dan van de patiënt?” Eigen verantwoordelijkheid kent inderdaad grenzen, maar het is in het voordeel van de patiënt zelf als hij die opzoekt. Steeds meer mensen die patiënt worden, gaan op internet zoeken naar informatie over hun ziekte en over de behandelmogelijkheden ervoor. Dat is – vooropgesteld dat ze sites gebruiken die verantwoorde informatie bieden – een goed begin. Gelukkig bieden veel ziekenhuizen en huisartspraktijken tegenwoordig goede informatie en helpen ook steeds meer artsen hun patiënten om die te vinden. Daarnaast kan de patiënt een naaste of een co-patiënt (www.zobeter.nl) meenemen naar het consult. Twee weten meer dan één, onthouden meer van het consultgesprek en kunnen op basis daarvan een lijstje met vervolgvragen opstellen. En we hebben ZorgkaartNederland (www.zorgkaartnederland.nl/) waarop een groeiend aantal patiëntervaringen te vinden is (en ook informatie over veel aandoeningen trouwens).
De kern blijft echter dat de patiënt zelf assertief genoeg moet zijn om vragen te stellen. Bij een arts die zegt: “Ik kan u prima behandelen”, zou de vraag: “Waarom denkt u dat?” eigenlijk heel voor de hand liggend moeten zijn. Niet iedereen heeft die assertiviteit, dat weet ik, maar het is wel belangrijk om die te ontwikkelen, of iemand mee te nemen die die assertiviteit wél heeft.
15 reacties
Het is FvW blijkbaar onbekend wat de impact is van het stellen van de ‘waarom’ vraag op de ondervraagde; hij/zij schiet direct in het defensief. De ‘waarom’ vraag is een bedreigende vraag en wordt als agressief en beledigend ervaren.
De ‘waarom’ vraag moet dus niet worden gesteld om te achterhalen wat iemand heeft bewogen om datgene te zeggen of doen of te willen doen of te hebben gedaan wat door de vragensteller is vastgesteld.
Met de ‘waarom’ vraag is de patiënt niet assertief, maar agressief en zal de patiënt van een zeer koude kermis thuiskomen.
De assertieve patiënt zal toch vragen stellen met openingen als;
-Hoe denkt u dat….
-Kunt u mij duidelijk maken dat…
-Wat maakt dat u denkt…..
-Welke middelen heeft u tot uw beschikking..
-Kunt u uw stelling onderbouwen dat u mij prima kan behandelen…
-Kunt u mij vertellen hoe u mij prima kan behandelen….
Denk dat je hier veel en veel verder mee komt.
Maar eerst even de iPad opstarten, bandopname apparaat aanzetten en controleren of alles wel werkt…….., om de juiste vervolgvragen te kunnen stellen; wat is uw budget, wat is het budget van het ziekenhuis voor dit soort behandelingen, welke verzekeraar heeft u gecontracteerd, wat heeft uw verzekeraar gecontracteerd, welke behandeling wordt voor mij dan vergoed indien ik bij deze verzekeraar ben verzekerd, wanneer gaat de behandeling dan beginnen, kunt u mij resultaten laten zien van de laatste 5 jaar, heeft u een lotgenoten groep, state of the art therapie? Wat is uw prijs? En nog zo wat vragen……….die blijk geven van de gewenste assertiviteit.
En waarom zal dit niet gebeuren?
anh jansen
18 augustus 2015 / 12:02Een vreemde reactie. In de acquisitie die ik als freelancer doe om aan werk te komen, vragen potentiële opdrachtgevers mij heel vaak: “Waarom zouden we juist jou inhuren om dit te doen?”. Ik zie dat volstrekt niet als een vorm van agressiviteit, maar als een uitnodiging.
Frank van Wijck
18 augustus 2015 / 12:04Toch niet de minste columnist die dit op NRCCarriere schrijft en laat nu FvW zelf het bewijs leveren dat die columnist gelijk heeft!
https://nrccarriere.nl/artikelen/stel-jezelf-de-juiste-waarom-vragen
Dit jaar vermijd ik deze waarom-vragen echter zoveel mogelijk. Waarom? Omdat ze volgens psychologen meestal niets opleveren. Of zelfs negatieve effecten hebben.
Ongevaarlijke waarom-vragen
Even vooraf. Waarom-vragen heb je in allerlei soorten. In de managementliteratuur woedt er sinds het verschijnen van het boek Start with Why van Simon Sinek in 2009, een ware waarom-hype. Bedrijven moeten terug naar de kern, naar hun bedoeling, is het centrale betoog. Vraag je eerst af waarom je er eigenlijk bent. En kijk pas daarna of er nog regels, procedures of andere managementhobby’s nodig zijn. Niets mis met dit type waarom-vraag.
Daarnaast heb je de aanhangers van het Japanse kwaliteitsdenken die graag vijf keer op rij de waarom-vraag stellen om problemen te analyseren (Waarom start de auto niet? De accu is leeg. Waarom is de accu leeg? Enzovoort…). Ingenieurs zijn dol op deze van Toyota afkomstige ‘Five Whys’-methode. Handig en meestal volkomen ongevaarlijk.
Je schiet in de verdediging
Maar vaak heeft de waarom-vraag een andere functie. Namelijk het achterhalen van de motieven achter menselijk gedrag: waarom doe ik X? Waarom voel ik Y? En in deze gevallen blijkt de vraag een stuk minder nuttig.
Volgens neurologen leidt het woord ‘waarom’ vaak tot defensieve reacties in ons brein. We willen ons rechtvaardigen: ‘Waarom werk ik zo hard? Nou dat lijkt me logisch! Omdat jullie zulke dure vakanties willen.’
Bovendien: wanneer we een bepaalde oorzaak-gevolgredenering herhalen, door het telkens weer stellen van de waarom-vraag, wordt het steeds moeilijker om nog op andere gedachten te komen. Oefening baart namelijk kunst, ook bij mentale zelfverdediging. Door telkens het zelfde pad te nemen, maken we van een geïmproviseerde wandelroute met hindernissen uiteindelijk een geasfalteerde hoofdweg in ons brein. Het resultaat is dat we – in plaats van te komen tot nieuwe, creatieve gedachten – onszelf steeds verder ingraven in improductieve denkpatronen. Tijdens een vakantie heb je daar ook nog eens alle tijd en gelegenheid voor.
Mooi klinkende verzinsels
Dan is er nog een probleem. Veel van onze oorzaak-gevolgredeneringen zijn niet meer dan mooi klinkende verzinsels. Ons brein is niet primair geïnteresseerd in echte causale relaties of uitgebreid kritisch zelfonderzoek. Een verhaal dat voldoende aannemelijk klinkt om je gerust te stellen is genoeg.
Dat kan ook niet anders. Omdat verreweg de meeste van onze keuzes en handelingen onbewust tot stand komen en we in die gevallen geen toegang hebben tot de werkelijke oorzaken ervan, kunnen we niet veel meer dan het verzinnen van verhalen die in onze cultuur, onze waarneming of in ons zelfbeeld aannemelijk klinken. Waarom-vragen leiden daarmee vooral tot fabels om je fijn te voelen. Of iets minder vervelend.
Stel betere vragen
Wat helpt? Kennis. Een beetje kennis van psychologie kan ons beschermen tegen al te grotesk zelfbedrog. Wat ook helpt zijn betere vragen. Bijvoorbeeld vragen die ons eigen denken ter discussie stellen: waarom denk ik wat ik denk? Hoe zou het zijn wanneer ik iets anders zou denken?
–Met de ‘waarom’ vraag krijgt de vragensteller in het geval van de arts die een verklaring geeft over zijn vakmanschap, volgens deze columnist dus een verzinsel om de waarom vraag te kunnen beantwoorden.
En als je de ‘waarom’ vraag stelt aan FvW waarom hij nu juist dat artikel of die column of dat blog moet schrijven krijg je inderdaad wat deze columnist op NRCCarriere beweert.
Dus geen waarom vragen stellen daarom. Krijgen ook wij wat rust.
ANH Jansen
18 augustus 2015 / 13:40Ik durf vragen te stellen bij vooral de gesprekstechnische kwaliteiten van de ‘professional’ als hij/zij onmiddellijk in de verdediging schiet zodra de ‘waaromvraag’ gesteld wordt. Hoe doen of deden ze dat thuis, kun je je afvragen? Voelen/voelden ze zich ook bedreigd of beledigd wanneer hun kinderen van rond de vier jaar elke uitleg onmiddellijk van een nadrukkelijk ‘waarom’ voorzien?
Joep Scholten
18 augustus 2015 / 13:58Ik voelde me daar zelf als vader nooit door bedreigd of beledigd in ieder geval. Wat mij betreft is het een volstrekt normale vraag.
Frank van Wijck
18 augustus 2015 / 14:23Ik ben een groot voorstander van de assertieve patiënt, die samen met de arts beslist of een onderzoek of behandeling zinnig is. Ik zou willen dat alle patiënten relevante vragen konden stellen en discussies met artsen konden aangaan om samen tot een beter passende behandeling te komen. Ik ben zelf zo’n patiënt geweest en met die vaardigheden kan ik mijn naasten en lotgenoten helpen. Ik weet echter ook dat na mijn diagnose borstkanker de luiken dicht gingen en ik nog maar net naar huis kon rijden. Mijn bewustzijn vernauwde ter plekke. Dat helpt niet om assertief te moeten zijn.
Dankzij de assertiviteit van mijn zus en mij leeft mijn vader na de diagnose glioblastoma multiforme niet de voorspelde drie maanden, maar nu in een ander (academisch) centrum al meer dan twee jaar.
Dankzij mijn assertiviteit zijn mijn ouders overgestapt naar een andere tandarts. De tandarts waar ze al meer dan 35 jaar zaten, ging steeds meer verrichtingen doen en in rekening brengen. Antwoorden wilde hij niet geven. Tegen de zorgverzekeraar zei die tandarts dat hij veel meer aan preventie doet dan collega-tandartsen. Dat mag waar zijn, maar als je een beperkte levensverwachting hebt, wat is die preventie dan waard? Bovendien moesten mijn ouders betalen voor die preventie zonder dat hen het nut en de noodzaak duidelijk was.
Dankzij mijn assertiviteit hoefde mijn man onlangs niet in het ziekenhuis te blijven, na ernstige duizeligheid die bleek te komen door een een ontsteking aan het evenwichtsorgaan waarvoor hij met de ambulance naar de spoedeisende hulp werd vervoerd. Na uren verblijf op de SEH, stond het bed voor de afdeling al klaar en ik vroeg: Waarom moet hij blijven? Wat voegt een opname toe? Daar konden ze geen goed antwoord op geven, dus met de afspraak dat ik hem terug zou brengen bij verslechtering, kon hij mooi mee naar huis.
Dankzij mijn assertiviteit kreeg mijn zus een andere, minder invasieve borstkankerbehandeling in een ander centrum.
Maarja…. De realiteit is dat veel patiënten, zeker in het begin van een heftige diagnose, een kennisachterstand hebben. Een groot deel van de patiënten haalt die kennisachterstand nooit in. 1,3 miljoen mensen zijn laaggeletterd. 60% van de mensen communiceert in korte, simpele zinnen. Je kunt hen wel leren vragen te stellen (of dat met Waarom begint of niet), maar als ze de kwaliteit van het antwoord niet kunnen toetsen of weerleggen, hoe moet die patiënt dan zelf verantwoordelijkheid nemen? Iedereen altijd een second opinion? Wat dan als artsen het niet met elkaar eens zijn, hoe bepaalt de patiënt dan wie gelijk heeft? Het risico op nog meer verwarring is dan heel groot.
Daarbij komt dat patiënten geen gezonden met een ziekte zijn. Ze zijn ziek. Pijn, angst, verdriet, stress maken dat je denkcapaciteit en alertheid niet optimaal is en daardoor word je vanzelf minder assertief. Ik gun elke patiënt assertieve naasten. Voor hen geldt echter hetzelfde, ze hebben een kennisachterstand, ze zijn emotioneel betrokken en daardoor ook niet altijd even alert. Het blijft lastig.
Wat ikzelf als heel waardevol ervaar, is (bij borstkanker en BRCA-gerelateerde problematiek) de lotgenotencommunity. Lotgenoten treffen elkaar online, stellen hun vragen, delen hun problemen en worden heel vaak bijgepraat door lotgenoten en gestimuleerd te vragen naar het Waarom en naar alternatieven. Ik zie dagelijks hoe assertiviteit toeneemt in die groepen. Mooi is dat.
De cruciale vraag is, hoe maken we al die patiënten een tikkie assertiever dan ze vandaag zijn? Eigenlijk denk ik dat het het effectiefst is als we dokters hebben die laagdrempelig zijn en het vragen stellen faciliteren. Dat is de beste uitnodiging voor samen overleggen en beslissen. Een goede, laagdrempelige dokter is goud waard, voor de assertieve maar zeker ook voor de minder assertieve patiënt.
P.s. Bij de door jou genoemde co-patiënt, Frank, heb ik teveel bedenkingen die ik eerder al eens beschreven heb (zie: http://nieuw.artsenauto.hamakaserver.nl/co-patient-rotterdam/).
Desiree Hairwassers
18 augustus 2015 / 15:46Een mooie en zeer genuanceerde reactie Dees. Dank daarvoor. En inderdaad, lotgenotencontact is zeker waardevol. Een goede aanvulling dus.
Frank van Wijck
18 augustus 2015 / 16:12Prima.
Het gaat er echter niet om wel of niet assertief te zijn, maar om de vraag hoe je de verlangde informatie kan krijgen.
Dat je assertief moet zijn om te overleven in dit systeemmodel Zorgstelsel staat buiten kijf.
Zoals A Klink het enige jaren terug al zei; de verplicht verzekerde moet in Nederland uitgaan van verdiend vertrouwen en nimmer van gegund vertrouwen. En hij sprak als Minister!
Op welke wijze is DH assertief geweest? Heeft zij al de genoemde artsen en tandartsen direct de waarom vraag gesteld? Waarom stuurt u mijn ouders zoveel rekeningen? Waarom doet u al die behandelingen? Waarom denkt u dat u de juiste bent? Waarom wilt u deze behandeling uitvoeren? Waarom kiest u voor dat ziekenhuis? Waarom heeft u deze publicatie niet gezien? Waarom kent u deze behandeling niet? Waarom kijkt u niet beter uit uw doppen? Waarom zit u überhaupt nog met een witte jas achter dat bureau? De waarom vraag vraagt erom.
Je moet als verplicht verzekerde in dit land opkomen voor jezelf. Navragen en uitvragen en nimmer afgaan op de blauwe ogen van de behandeld BIGger. Zegt de Minister zelf. En diezelfde Minister is nu voorzitter van VGZ. Deze koopt zorg in namens zijn verzekerden. Welke vraag moet je nu stellen aan VGZ? Gegund vertrouwen of verdiend vertrouwen? Waarom VGZ? Waarom Achmea? Waarom budget VGZ? Waarom IDEA Achmea?
Het gaat er dus om hoe je dat dan doet. Hoe krijg je van iemand waarvan je afhankelijk bent of gaat worden de juiste informatie? Wat moet je weten en hoe kom je daarachter?
Zo met een medicus en zo ook met een verzekeraar. Zegt de Minister zelf.
En daar heeft de aangehaalde psycholoog een stukje aan gewijd. Met de waarom vraag krijg je de juiste antwoorden niet!
ANH Jansen
18 augustus 2015 / 19:34Beste ANH Jansen, u suggereert nu een soort kruisverhoor. Nee, hoor, ik heb niemand het mes op de keel gezet, ik ben heel netjes in de omgang, maar ik heb wel gewoon vragen gesteld. Dat bleek vrij vaak heel zinnig. Van de tandarts kreeg ik geen antwoord, maar een vileine reactie, die genoeg zei.
Wat is uw punt eigenlijk? Wat in de blog van Frank triggert uw reacties over het woordje Waarom? Ik ben het spoor namelijk volkomen bijster…..
Desiree Hairwassers
18 augustus 2015 / 22:29-De aangehaalde expert legt het naar mijn mening heel netjes en volledig uit. Wat is er hier nog aan toe te voegen?
Daarom een tweede erbij gehaald;
http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/vaardigheden/vragen-stellen/open-vragen-stellen
Open vragen stellen
Door open vragen te stellen nodig je je gesprekspartner uit veel informatie te geven. Dit in tegenstelling tot gesloten vragen waarop de ander alleen “ja” of “nee” kan antwoorden. Open vragen stellen is een basisvaardigheid om goede gesprekken te kunnen voeren.
Hoe stel je open vragen?
Een open vraag is open naar je gesprekspartner. Je geeft hem alle ruimte om een antwoord te bedenken. De vraag begint met een vraagwoord:
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Hoe
Een vraag die met één van deze vraagwoorden begint, is onmogelijk met “ja” of “nee” te beantwoorden. De ander kan natuurlijk wel proberen een antwoord van één woord te geven maar meestal lok je met een open vraag minstens een hele zin uit. Dit is dan ook de beste manier om te beginnen met vragen stellen, bijvoorbeeld in een conflicthanteringsgesprek of ander zakelijk gespreksmodel.
Geen “waarom”
“Waarom” staat niet in het rijtje vraagwoorden.
Dat is omdat “waarom” als een verwijt kan klinken. “Waarom heb je mij niet gebeld?” (Onderliggende boodschap: dan had ik er potdomme nog iets aan kunnen doen!) “Waarom heb je het zo gedaan?” (Onderliggende boodschap: je had toch meteen kunnen zien dat het mis ging!) Als je een vraag met waarom begint leg je er vaak vanzelf al een verwijtend toontje in, al probeer je het neutraal te zeggen.
–En daarom moet je als je informatie wilt krijgen van iemand waar je van afhankelijk bent of kan worden geen waarom vragen stellen
Waarom denkt u dat u een prima dokter bent?
Waarom denkt u dat u mijn open hart operatie wel tot een goed resultaat zal brengen?
Waarom denkt u dat u mij een prima behandeling kan geven?
Spreek het uit en je hoort het.
En voortaan vraag je; hoe denkt u, wat gaat u, wie bent u, waar bent u opgeleid, wie was uw opleider, wie zijn uw collegae, waar heeft u die nieuwe techniek geleerd, wanneer heeft u die Michelangelo of een DaVinci voor het laatst gebruikt enz.enz.enz.?
En zet de koffie en het koekje maar klaar. De man/vrouw gaat helemaal los en je weet dan wel van de hoed en de rand.
De trigger is het woordje ‘waarom’ in de context waarin FvW het schrijft. Hoe dat komt wordt netjes uitgelegd door beide experts.
anh jansen
19 augustus 2015 / 01:22Deze discussie gaat niet alleen over assertiviteit maar met name over welke vorm die assertiviteit zou moeten krijgen.
Hoe de waarom vraag beleefd wordt hangt wellicht in hoge mate af van de soort relatie die de hulpzoeker heeft met de zorgverlener. Hoewel FvW geen antenne lijkt te hebben voor de gevoelswaarde van dit woord zit er wel degelijk een gevoel van wantrouwen opgesloten in dit rauwe woord, hoezeer de vragensteller misschien alleen uit is op de zakelijke inhoud.
Als de hulpverlener al langer een vertrouwensband heeft met de hulpzoeker is het makkelijker om zich te concentreren op de zakelijke inhoud van de vraag. Is die band er niet en is de hulpverlener nog in onzekerheid of hem of haar vertrouwen gegund wordt is dat een stuk lastiger en ondermijnt dit woord de vanzelfsprekendheid van onderling vertrouwen dat toch de basis vormt voor haast elke menselijke communicatie. De hulpverlener voelt zich dan als een onbetrouwbare tweede hands autoverkoper kritisch bejegend. Dat leidt inderdaad tot defensieve en daarmee tot niet constructieve reacties.
Ook de hulpverlener wordt inhoudelijk beter – is mijn stellige overtuiging – als hij in staat gesteld wordt zich als mens te verbinden met de patiënt en niet alleen maar gezien wordt, en benaderd wordt, als leverancier van objectief/aantoonbaar de beste hulp met de beste cijfers in de statistiek.
Assertiviteit kent vele vormen – waarom niet kiezen voor een plezierige variant die blijkens psychologisch onderzoek ook nog eens beter werkt?
Overigens ben ik van mening dat artsen ook niet-assertieve patiënten gewoon de meest optimale behandeling moeten geven; helaas merk ik vaak dat assertiviteit blijkbaar een basisvoorwaarde in ons gezondheidssysteem en financieringssysteem is om hiervoor in aanmerking te komen.
j.a.maring, huisarts
19 augustus 2015 / 01:26Natuurlijk is de manier van vragen stellen belangrijk maar de patiënt stelt vragen op zijn eigen manier en als dat een Waarom-vraag is, zal de arts toch ook gewoon moeten antwoorden.
Ik vind sommige reacties op deze blog en op mij bijvoorbeeld vrij stekelig en afzeikerig. Dat vind ik jammer want daarmee gaat de kern van het onderwerp verloren.
Op het risico af dat ik nu weer de volle laag over me heen krijg, heb ik toch de wens om een verzoek uit te spreken. Zullen we, ook in de reacties op de blogs van Frank, met respect met elkaar omgaan, uitgaan van het positieve en inhoudelijk reageren zodat we er samen wijzer van worden?
Désirée Hairwassers
19 augustus 2015 / 08:09Ondanks alle referenties van Jansen ben ik het niet eens met de stelling dat ‘waarom’ geen vraagwoord is voor een open vraag. Dat is het namelijk wel degelijk. Je kunt op een waarom vraag niet met ja of nee antwoorden. Dat het in sommige situaties misschien minder gewenst is doet daar niets aan af.
Op het moment dat een zorgverlener een beslissing aan een patiënt mededeelt (welke behandeling of onderzoek er gedaan zal worden bijvoorbeeld) hoort daar een goede uitleg bij, inclusief de reden waarom deze keuze is gemaakt. Blijft het waarom uit dan mag de patiënt daar naar vragen en dan is het aan de professional om daar correct op te antwoorden. Veel patiënten zijn geen grote retorici, en als de vraag duidelijk is doet het er niet zo veel toe hoe die is geformuleerd. Zo lang er geen scheldwoorden in de zin voorkomen vind ik alles best.
JD Uithof
19 augustus 2015 / 09:30Dank J.A. Maring.
U zit op mijn lijn en kan het ook nog eens heel netjes kort en bondig uitleggen en toelichten.
Dank.
En alhier wordt iedere waarom vraag direct omgezet in een hoe of wat of waar vraag. De vraag wordt eerst herhaald, maar dan met andere woorden. Dat zet de vragende partij direct aan het denken en maakt een open gesprek mogelijk. Je ziet de knop omgaan.
anh jansen
19 augustus 2015 / 10:06Niet verwijtend, eerder wanhopig herinner ik me de huisarts voor me die ineens vroeg: ‘Waarom vraagt u zoveel, mijnheer Scholten?’ Mijn ‘waarom schrijft u dat voor, wat bepaalt uw keus, maakt het nog uit wat voor patiënt het betreft (man, vrouw) en wat doet u bij kinderen?’ hadden hem zover gebracht.
Nee, ik voelde me niet aangevallen.
In plaats daarvan legde ik uit (al vragend) dat ik eigenlijk hetzelfde deed als wat hij hopelijk ook deed bij zijn patiënten. En wel vragen stellen, naar alles wat nodig was om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de klachten/het ziektebeeld van de patiënt. Pas daarna kon je zo effectief mogelijk therapie bedrijven. Ik sloot af met klassieke retoriek, namelijk de vraag: ‘Het is toch vooral zonde van uw en ook mijn tijd dat u een verhaal aanhoort waaraan u niets heeft?’ We waren het eens.
Al jaren ben ik ervan overtuigd dat een goede arts vooral ook in staat is zijn deskundigheid te verkopen aan de patiënt. Daarin zit schuilt een niet te onderschatten deel van het helend effect van zijn handelen. Zo iets heet een placebo effect en dat effect is uitvoerig onderzocht door Prof. dr. Jozien Bensing, ze kreeg er in 2006 de Spinozaprijs voor.
Maar ja, vertel maar eens aan een medicus dat ie beter af is met een (doe)cursus gesprekstechnieken dan de zoveelste nascholing over diabetes, COPD enzovoort!
Joep Scholten
19 augustus 2015 / 11:23