Barmhartigheid
Het zal mij wel niet in dank worden afgenomen maar aan barmhartigheid zit een luchtje. Hoe komt het in hemelsnaam dat ik barmhartigheid associeer met superioriteit? Wat mij betreft was barmhartigheid daarom voltooid verleden tijd gebleven. Maar op 8 december 2015 is in de rooms-katholieke kerk het ‘Heilig Jaar van de Barmhartigheid’ van start gegaan en precies een dag later kreeg ik op een symposium over het levenseinde op het VUmc een flyer uitgereikt over al weer een volgend symposium over deze hype onder de titel Autonomie en/of barmhartigheid op eveneens het VUmc.
‘Geneeskunde, dienares der barmhartigheid’ luidt de titel van een klinische les in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van J. Molenaar, K. Gill en H. Dupuis over een pasgeborene met kenmerken van het syndroom van Down en een aangeboren duodenumobstructie, die bewust niet operatief is verholpen, zodat het kind overleed. De publicatie dateert uit 1988. Is barmhartigheid in de geneeskunde terug van heel lang weggeweest? Markant is dat zowel bij het betreffende symposium als de betreffende publicatie het decor van de dood – wanneer de dokter zijn macht kan etaleren – de legitimiteit lijkt te verschaffen om barmhartigheid uit de stal te halen.
Op de Nijmeegse Lourdesschool, waarvan ik leerling was, ging geen speelkwartier voorbij zonder vechtpartijen op het schoolplein. Door ‘genade’ te roepen kwam degene die onder lag vrij. Op het slagveld gaat een genadeschot de richting uit van euthanasie en via deze handeling uit barmhartigheid komen we weer uit bij het levenseinde. Genade en zusje barmhartigheid horen bij elkaar en worden als voorrechten van God beschouwd. Over superioriteit gesproken! Of vechtersbaasjes op niet confessionele jongensscholen ook zo genadig waren, weet ik niet. Mijn kinderen – twintigers – weten niet wat barmhartigheid betekent: de jongste suggereert een link met armoede, de oudste heeft nog nooit het woord gehoord. Ik weet niet waarom maar in mijn hart vind ik dat eigenlijk best wel jammer. Zij hadden een betere opvoeding verdiend.
Waarom wordt louter over barmhartigheid gesproken wanneer de dood in het verschiet ligt?
Wanneer iemand in een restaurant onwel wordt of van de fiets valt, ga ik eropaf. Dat vindt niet iedereen vanzelfsprekend. Ik heb situaties meegemaakt waarin mensen deden alsof er niets aan de hand was of bij een ongeval gewoon doorreden. Ook artsen! In het Nieuwe Testament staat een parabel – of zo men wil een verhaal – over iemand die onderweg wordt overvallen. Twee alom gerespecteerde heerschappen passeren hem zonder iets te doen, een derde die door menigeen wordt geminacht toont zich juist wel hulpvaardig. Schilders als Rembrandt, Delacroix, Van Gogh en Hodler hebben dit tafereel van de ‘barmhartige Samaritaan’ vereeuwigd. Waarom staken twee mannen geen hand naar hem uit en bood de derde wel hulp? De bijbel spiegelt ons het handelen van de laatste voor als toonbeeld van barmhartigheid. Daar ben ik niet mee eens: de derde deed wat hij móest doen; het was simpelweg zijn plicht.
Toen ik vijf jaar oud was diende ik mijn eerste mis en op mijn achttiende verliet ik het gymnasium dat nog een klein seminarie (priesteropleiding) was toen mijn ouders mij hierop plaatsten. Ik heb tientallen broeders en paters in soorten en maten voorbij zien trekken, maar van de door de Paus en consorten alom geprezen barmhartigheid heb ik weinig kunnen bespeuren. Dit was natuurlijk wel heel lang voor mijn levenseinde. De Radboud Universiteit waar ik geneeskunde en filosofie studeerde en ook de beroepsopleiding tot huisarts deed, heeft een christelijke signatuur maar volgens mij is het woord barmhartigheid nooit gevallen, laat staan dat iemand de indruk wekte uit barmhartigheid te handelen.
Het schijnt dat het slachtoffer in de parabel van de barmhartige Samaritaan er erg aan toe was en waarschijnlijk was overleden wanneer niet gelukkig net op tijd iemand zich over hem had ontfermd. Waarom wordt louter over barmhartigheid gesproken wanneer de dood in het verschiet ligt? Daarom kleeft er voor mij een luchtje aan barmhartigheid. Hoe handelen mensen die het hoogste woord hebben over barmhartigheid in het dagelijks leven in minder imponerende situaties die om wat extra begrip, loyaliteit, medeleven en welwillendheid vragen? Begroeten we elkaar op straat of keuren zij jou en mij geen blik waardig? Paus Franciscus zal ongetwijfeld de beste bedoelingen hebben, wanneer hij barmhartigheid predikt. Wat mij betreft is het al mooi wanneer hulpverleners jegens patiënten wat vaker de hand over het hart strijken.