Bas

De bel gaat en daar staat Bas. Onaangekondigd! ‘Ik kom even kijken naar de lekkage in jouw schuurtje.’ Bas is al jarenlang onze loodgieter. Hij komt op afroep maar wel ‘wanneer ik in de buurt ben’. Ons verzoek om met een telefoontje zijn komst aan te kondigen wordt soms gehonoreerd maar vandaag dus niet. Alles moet even voor Bas wijken maar dat hebben wij graag voor hem over. Hij is een vakman en nog aardig ook. Wij doen graag sociaal: na een klus wacht er koffie. Voor Bas zijn we éxtra sociaal: die krijgt ook koffie voor de klus.

De eerste slok is achter de kiezen wanneer ‘het consult’ begint: ‘Nou moet je toch ’ns vertellen wat ik moet doen…’ Bas heeft het aan zijn knie. Een tijdje geleden viel hij met zijn rechterbeen op de rand van een stoep. Direct ontstond er een gigantische zwelling. In het ziekenhuis werd er niets aan gedaan. De dokter gaf hem als advies om het kalm aan te doen. Gelukkig heeft Bas een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij meldde zich arbeidsongeschikt. Maar ‘klanten laat je natuurlijk niet in de steek’ en dus ging hij met hulp van twee collegae gewoon door met zijn werk.

Bas komt op een cruciaal moment, want morgen belt er iemand van de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij staat inmiddels onder behandeling van een orthopeed. Die liet een MRI maken en constateerde dat er iets mis was met de ‘binnenmeniscus’. Dat begreep Bas niet, want deze was al jaren geleden operatief verwijderd. Foutje van de radioloog. Er viel dus ook niets meer te snijden. Daarom kreeg Bas een brace. Maar hoe nu verder: ‘De orthopeed wil een injectie met ‘dát hormoon’ maar die kreeg ik eerder in mijn schouder en dan weet je dat zes weken de klachten terugkomen. Mijn fysiotherapeut zegt dat ik een spuit met hyaluronzuur moet krijgen en mijn huisarts vindt dat ik geopereerd moet worden.’

‘Wat weet een huisarts – laat staan een voormalig huisarts – van knieën?’

Wie ben ik, dat Bas uitgerekend mij om advies vraagt? Wat weet een huisarts – laat staan een voormalig huisarts – van knieën? OK, simpele probleempjes kon ik – met dank aan moeder Natuur – redelijk aan: een zwachtel, zo nodig iets tegen de pijn, bij twijfel een verwijzing naar de fysiotherapeut en natuurlijk het advies om het kalm aan te doen. Maar bij Bas speelt meer: een belaste voorgeschiedenis, zijn (over)gewicht, zijn leeftijd (50-plusser) en een valpartij. Voeg daarbij zijn beroep als loodgieter. Dan is het écht wel specialistenwerk.

Waarom meldt Bas zich bij mij? Hij weet wie ik ben en dat ik weinig voor hem kan betekenen. Het is alsof Bas weet wat er in mijn kop speelt. ‘Wat moet ik met drie verschillende adviezen? Wie kan ik écht vertrouwen? Natuurlijk heb ik op internet gekeken: een injectie met ‘dat hormoon’ werkt inderdaad maar even, hyaluronzuur wordt gebruikt bij slijtage maar volgens de orthopeed is er helemaal geen slijtage aan de knie, en wat is de kans dat een operatie helpt?’

Bas staat met beide benen op de grond. Hij is geen man van veel twijfel. Maar nu wel. Ik opper of afwachten nog een optie is. ‘Ja, waarom niet,’ reageert Bas alsof hij zelf hieraan zelf nog niet heeft gedacht: ‘mijn klachten zijn wel te houden.’ Nu weet Bas tenminste wat hij morgen moet zeggen, wanneer iemand van de arbeidsongeschiktheidsverzekering belt: ‘Het lijkt mij beter om de situatie nog even af te wachten.’ Hij heeft het trouwens te druk met klussen om nu iets aan zijn knie te laten doen.

Zowel naam als enkele voor het verhaal niet wezenlijke details zijn gefingeerd om herkenbaarheid te voorkomen.

Delen