Belangenafweging

Ongeveer een jaar geleden besteedde ik op deze plaats aandacht aan de Duitse Martini Klinik, waar tien urologen zich vergaand in prostaatkankeroperaties hebben gespecialiseerd, met significant betere patiëntuitkomsten. In een reactie schreef uroloog Michael van Balken dat ook in Nederland de superspecialisatie voortschrijdt, maar dat die voorlopig nog niet zulke vergaande gevolgen zal krijgen als in dit Duitse voorbeeld.

Als het aan bestuurder Wim van der Meeren van zorgverzekeraar CZ ligt, krijgt het die vergaande gevolgen wel degelijk, ook in Nederland. De behandeling van prostaatkanker moet geconcentreerd worden in twee of drie centra, vindt hij, en in de patiëntuitkomsten van het Duitse voorbeeld heeft hij een goed argument hiervoor. Van der Meeren verbaast zich over het feit dat de volumenorm van de Nederlandse Vereniging van Urologen ver achterblijft bij de norm die de Martini Klinik hanteert: twintig tegen 250. Een enorm verschil inderdaad. En als met die hogere norm relevante bijwerkingen als incontinentie en impotentie drastisch kunnen worden teruggedrongen, zoals Van der Meeren stelt, dan is moeilijk te begrijpen waarom de Nederlandse vereniging toch aan die norm van twintig blijft vasthouden. Of zuiverder gezegd: vanuit patiëntenperspectief moeilijk te begrijpen. Dat de vereniging een norm hanteert waaraan het merendeel van haar achterban kan voldoen, is vanuit het belang van die achterban natuurlijk wél begrijpelijk. Maar dat belang mag niet het uitgangspunt zijn.

Delen