Kostendekkende tarieven voor logopedisten?

juridisch / Uitspraak zaak logopedisten tegen zorgverzekeraars

Logopedisten kunnen op basis van huidige afspraken niet afdwingen dat zorgverzekeraars kostendekkende tarieven bieden. Dit is de uitspraak van de procedure die logopedisten tegen zorgverzekeraars aanspanden vanwege de te lage tarieven die zij in 2021 en 2022 ontvingen.

Al jaren zijn de tarieven die zorgverzekeraars aan paramedici bieden een twistpunt. De uitspraak van 1 maart 2023 geeft meer duidelijkheid over de uitleg van de aangegane verplichtingen in de Bestuurlijke Afspraken.

Achtergrond

In juni 2019 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt voor de paramedische zorg. De afspraken zijn een vervolg op de in 2017 afgesloten Hoofdlijnenakkoorden. Naast het verder verbeteren van de kwaliteit van zorg, het versterken van de organisatiegraad en het bijdragen aan de juiste zorg op de juiste plek (uitwerking passende zorg), omvatten deze afspraken een gezamenlijk kostenonderzoek voor extramurale fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, huidtherapie, ergotherapie en diëtetiek.

Dit kostprijsonderzoek wordt gecombineerd met een onderzoek naar de betaalbaarheid van de zorg. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de zorg die onder de basisverzekering valt en onder de aanvullende verzekering. De uitkomsten van het kostprijsonderzoek worden vervolgens vertaald in scenario’s voor de betaalbaarheid van de zorg, waarbij het totaal aan beschikbare middelen voor de paramedische zorg niet op voorhand vaststaat. Naast de tariefeffecten wordt ook gekeken naar de doelmatigheid en het volume van zorg. Met betrekking tot het kostprijsonderzoek zullen zorgverzekeraars de uitkomsten ter harte nemen. De beroepsgroepen spannen zich op hun beurt maximaal in voor een doelmatige en efficiënte zorgverlening om zodoende de zorg betaalbaar te houden.

Het geschil

In de procedure stellen de logopedisten dat de zorgverzekeraars zich bij het bepalen van de tarieven voor 2021 en 2022 niet aan de afspraken hebben gehouden, omdat de tarieven die zij aanboden lager zijn dan de gemiddelde kostprijs. Volgens de logopedisten schoten de zorgverzekeraars toerekenbaar tekort in de nakoming van hun verplichtingen uit de Bestuurlijke Afspraken. Daarbij geven de logopedisten aan dat zij al jaren niet kostendekkend kunnen werken en dat het hen ondanks vele pogingen niet is gelukt om tot andere afspraken met de zorgverzekeraars te komen. Zij trekken aan het kortste eind en kunnen door financiële problemen onvoldoende investeringen doen, geen reserveringen maken voor pensioenen en geen goed personeel aantrekken. Daarmee komt de kwaliteit van de zorg ook in het gedrang. De zorgverzekeraars zijn volgens de logopedisten aansprakelijk voor de schade die zij lijden door de te lage tarieven over 2021 en 2022.

De kern

Het gaat in deze zaak om de verplichtingen die voor de partijen voortvloeien uit de Bestuurlijke Afspraken. Volgens de logopedisten houden de Bestuurlijke Afspraken – en dan in het bijzonder de zin: dat de uitkomsten van het kostenonderzoek ter harte zullen worden genomen – in, dat na dat onderzoek tarieven zouden worden aangeboden die – uitgaande van de geïndexeerde werkelijke kosten als berekend in het kostenonderzoek – kostendekkend zijn. Daarmee komt het aan op de uitleg van de Bestuurlijke Afspraken. Het gaat dan niet alleen om de taalkundige uitleg, maar ook om wat partijen – gelet op alle omstandigheden van het geval – over en weer redelijkerwijs mochten verwachten.

De uitspraak

De rechtbank oordeelt (kortweg vertaald) dat de woorden ‘ter harte nemen’ taalkundig gezien verwijzen naar het omgaan met de uitkomsten van het kostenonderzoek en niet naar het resultaat van het onderzoek zelf. Verder “zijn geen feiten en omstandigheden aangedragen die de conclusie rechtvaardigen dat de passage zo moet worden uitgelegd, dat de zorgverzekeraars tarieven zullen aanbieden die aansluiten bij de (geïndexeerde) kostprijs bij normatieve kosten en geldende productiviteit zoals die naar voren komt uit het kostenonderzoek”.

Het bestuurlijk overleg waar de Bestuurlijke Afspraken uit zijn voortgekomen, was niet zozeer gericht op het maken van afspraken over kostendekkende tarieven, maar op de veel bredere vraag hoe de zorg – en in het bijzonder de paramedische zorg – de komende jaren zou kunnen worden vormgegeven. Het uit te voeren kostenonderzoek zou inzicht geven in de kostprijs en de betaalbaarheid. Er wordt niets gezegd over de manier waarop de uitkomst van het kostenonderzoek in de tarieven moet doorwerken.

Complete uitspraak
Bekijk de complete uitspraak op rechtspraak.nl

De rechtbank acht het aannemelijk dat partijen hebben beoogd om kostendekkende tarieven te bieden. Als de logopedisten immers moeten toeleggen op de zorg die zij leveren en daarom hun praktijk beëindigen, komt dat de toegankelijkheid van de zorg bepaald niet ten goede. Daar staat echter tegenover dat de kosten in de Bestuurlijke Afspraken worden benaderd in samenhang met productiviteit en aanpassingen waardoor de (hogere, normatieve) kosten ook op termijn betaalbaar blijven.

De rechtbank begrijpt dat de logopedisten vinden dat de zorgverzekeraars kostendekkende tarieven hadden moeten aanbieden waarmee in ieder geval de werkelijke kosten werden gedekt, en/of dat de tarieven deel uitmaken van een duidelijk en redelijk stappenplan om uiteindelijk te komen tot tarieven die voldoende rekening houden met de normatieve kosten van de logopedisten. Maar in de Bestuurlijke Afspraken is een dergelijke juridisch afdwingbare afspraak niet opgenomen.

Delen