Bewijs het maar

Met het persbericht gisteren over onderzoek van Radboudumc naar de koppeling van continue monitoring aan voorspellende software oogstte het ziekenhuis bijval, maar ook felle kritiek.

Eerst even de feiten: een polskastje meet continu vijf vitale functies bij de patiënt: hartslag, ademhalingsfrequentie, bloeddruk, huidtemperatuur en zuurstofgehalte. Voorheen gebeurde dit handmatig drie keer per dag en moest een zorgverlener de gegevens interpreteren. Nu gebeurt het continu en doet software de interpretatie. Door de koppeling aan voorspellende software krijgt de zorgverlener snel te zien of bijvoorbeeld een sepsis of een longembolie dreigt.

De kritiek concentreert zich op de vraag of er wetenschappelijk bewijs is voor het nut van deze aanpak. Het antwoord is vanzelfsprekend: nee. Of nauwkeuriger: nee, nog niet. Daarom verricht je immers wetenschappelijk onderzoek nietwaar, om te bezien of het meerwaarde heeft wat je hebt bedacht.

Kritiek past bij de scepsis die bij een aantal mensen is ontstaan over de waarde van eHealth

Het is kritiek die past bij de scepsis die bij een aantal mensen is ontstaan over de waarde van eHealth, en die scepsis hebben de ontwikkelaars van eHealth-toepassingen ook voor een belangrijk deel aan zichzelf te danken. Het feit dat inmiddels meer dan 259.000 medische apps zijn ontwikkeld, maakt duidelijk dat de ontwikkelaars lange tijd meer met zichzelf bezig geweest zijn dan met samenwerking ten faveure van de patiënt.

Toch zie ik daarin geen reden om dit onderzoek al direct op voorhand af te schieten, zoals ik gisteren op social media wel zag gebeuren. De lat ligt hoog: minder ongeplande IC-opnamen, minder verlenging van opnameduur, minder reanimaties, en minder overlijden. Ik zou zeggen: kom maar op, laat maar zien wat je waard bent.

Delen