Bewust bekwaam

01-2014st-p014Jeroen Steenmeijer (28) is lid
van de Werkgroep Zorg 2025, daarnaast is hij in opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater in het UMC Utrecht en voorzitter van de Subvereniging Assistenten Psychiatrie.

“Dat beloof ik!” Met deze woorden eindigde mijn leven als student en begon mijn carrière als arts. Maar als verse arts is er nog een hele wereld te leren kennen. Bewust onbekwaam noemt Maslow dit, een onprettige situatie. Nederland kent een uitgebreid systeem met vervolgopleidingen, waarvan je als geneeskundestudent vaak nog maar weinig hoogte hebt gekregen. Als je al weet wat je wilt gaan doen, hoe zien die opleidingen er dan uit? En hoe sluiten die aan bij de kennis en vaardigheden die je hebt? Je wilt je bekwamen, dus in het schakeljaar volg je een stage in het vakgebied van jouw keuze en veel jonge klaren kiezen ervoor om een jaartje te aniossen na hun opleiding. Zo maken zij kennis met hun toekomstige specialisme en doen vooral ook belangrijke vaardigheden op. Maar dan? Een deel van deze vaardigheden wordt in veel van de huidige vervolgopleidingen opnieuw aangeleerd en getoetst. Zonde van de tijd en het geld! Een efficiënte opleiding zou juist op deze verworven vaardigheden verder moeten bouwen.

Competentiegerichtheid is al goed in de geneeskundeopleiding ingebed en begint gelukkig ook in de vervolgopleidingen steeds meer vorm te krijgen. Een recente wijziging in de regelgeving rondom medische vervolgopleidingen schept meer mogelijkheden om eerdere werkervaringen mee te nemen naar de vervolgopleiding, waarmee opleidingen efficiënter ingedeeld kunnen worden. Competentiegericht opleiden brengt ook veranderingen met zich mee. Wanneer je vervolgopleidingen gaat inrichten volgens een competentiemodel, kan het zo zijn dat een opleidingsplek niet alle leerervaringen kan bieden die bij de vereiste competenties horen. Basisvaardigheden kun je op veel plekken leren en zijn vaak voor diverse vervolgopleidingen nagenoeg gelijk. Afdelingswerk, prioriteiten stellen en brieven schrijven zijn vaardigheden die alle artsen zich eigen moeten maken en kunnen in veel situaties worden opgedaan. Meer specialistische competenties vereisen misschien de aanwezigheid van (dure) medische apparatuur of een speciale patiëntenpopulatie en kunnen dus niet overal worden verworven.

De rigide opleidingsstructuren die Nederland nu kent, zullen flexibeler moeten worden en de beschikbare middelen moeten efficiënt worden ingezet om aan alle eisen te kunnen voldoen. Een manier om dit te bereiken, waarbij het goede van de huidige opleidingsplekken kan worden behouden, is het opleiden in netwerken. Artsen uit diverse disciplines, maar bijvoorbeeld ook apothekers, volgen centraal een gezamenlijk deel van de opleiding waarin basisvaardigheden worden verworven en waaieren daarna uit over een netwerk van aangesloten ziekenhuizen en andere zorginstellingen om de nog missende competenties te verwerven. Dit basisdeel is meteen een goed voorbeeld van een competentiegebied dat verworven kan worden door het invullen van een anios-plek. En doordat niet elke opleidingsplek ‘alles in huis’ moet hebben, is er meer ruimte om te investeren in dat stukje van de opleiding wat wordt aangeboden. Opleidingen worden zo beter, maar vooral ook efficiënter en langzaamaan worden wij artsen competenter. Bewust bekwaam.

Delen