Blij en bezorgd

Mia en ik waren de eersten die mochten weten dat Parwen nog geen jaar na aankomst in Nederland zwanger was. Haar gezicht leek tien zonnen tegelijk uit te stralen. Toen Khalid de betovering van het geluk op het gelaat van zijn fors getraumatiseerde vrouw zag, schoot hij vol. Het was aandoenlijk om dit Jezidische stel zo onbekommerd blij te zien. Hoe graag was ik verzopen in hun euforie om nooit meer terug te keren naar de realiteit.

Maar direct na het blije bericht werd ik geplaagd door een boos stemmetje dat riep: hadden deze mensen hun kinderwens niet nog één of twee jaar kunnen uitstellen? Hoe moet dat nu? Van blij werd ik bezorgd. Die bezorgdheid is sindsdien alleen maar toegenomen. Over drie maanden verwacht Parwen haar kind. Ze hebben werkelijk helemaal niets! Zelfs de ruimte voor een baby ontbreekt.

In één van deze barakken wonen al meer dan een jaar ook Khalid en Parwen met de broer van Khalid op één kamer zonder voorzieningen. De Noodopvang wordt door bewoners ‘het kamp’ genoemd.

Hoe moet dat nu? Van blij werd ik bezorgd

Ik herinner mij een vrouw die illegaal in Nederland was en medische hulp nodig had. Er zou iemand van Vluchtelingenhulp met haar meekomen. Toen twee dames haastig de spreekkamer binnenliepen, was niet te zien wie de een en wie de ander was. Degene die het meest verzorgd overkwam, bleek illegaal in ons land te verblijven. Zonder omhaal vroeg ze mij in het Engels om een verwijzing naar de orthopeed. Ze kampte met rugpijn. Probeer dan maar eens rustig uit te leggen dat wij in Nederland anders gewend zijn.

Illegaal in Nederland en dan ook nog eens hoog van de toren blazen maken mij behoorlijk chagrijnig. Natuurlijk heb ik getracht om meer zicht op haar klachten te krijgen. Er speelde van alles maar een verwijzing zat er écht niet in, zeker niet bij iemand die – uiteraard boos – de spreekkamer even vlot binnenkwam als weer verliet.

Telkens wanneer – doorgaans in negatieve zin – over vooroordelen wordt gesproken, vraag ik mij af er wel een scherpe lijn tussen beide getrokken kan worden. En zo ja: kun je die lijn bij jouzelf ontdekken? Wanneer denkpatronen transparant zouden zijn en herleid zouden kunnen worden tot wat logica en argumentatieleer ons leren, dan zouden vooroordelen door de mand vallen. Maar ogenschijnlijk heldere denkpatronen blijken bij nadere beschouwing vaak op drijfzand te rusten.

Onlangs wilde Khalid ook een verwijzing naar de orthopeed. Ik legde hem uit dat dit met zijn rugklachten ongebruikelijk is. Waarom ongebruikelijk? Omdat Nederlandse huisartsen zich keurig moeten houden aan Nederlandse richtlijnen. Maar wat weet Khalid hiervan? Het enige wat hem is meegegeven, is dat huisartsenzorg voor asielzoekers door de GZA (GezondheidsZorg Asielzoekers) wordt geregeld. Wie zich hieraan niet houdt, krijgt trammelant.

Telkens wanneer – doorgaans in negatieve zin – over vooroordelen wordt gesproken, vraag ik mij af er wel een scherpe lijn tussen beide getrokken kan worden

Zowel vooroordelen als oordelen plaveiden de weg tot veroordelen. Nourhan was al twee of drie jaar statushouder toen hij met een big smile aankondigde vader te worden. Nog geen half jaar na de geboorte van zijn dochter vertrok hij naar Syrië om zijn land te helpen. Zijn begeleider van Vluchtelingenwerk haakte uit protest af. Ik had moeite met zijn besluit maar liet hem niet vallen. De ingesproken berichten die ik vanuit Syrië kreeg werden steeds somberder.

Het gemis van zijn dochtertje bracht Nourhan weer terug. Ik weet hoe hij elke nacht tot het diepst van zijn wezen wordt verscheurd door emoties en heb een diep respect voor hem. Hetzelfde geldt voor Parwen en Khalid. Haar ouders zijn vermoord, zijn ouders – die in Duitsland wonen – hebben hem niet opgevoed. ‘Kunnen wij ons kind geven wat we zelf hebben gemist,’ vraagt Khalid. In zijn App-profiel staat: ‘What is worse to miss life because of your religion and geographical location’. Met de geboorte van hun kind beginnen drie nieuwe levens en dat kan niet snel genoeg.

Om redenen van privacy zijn de namen gefingeerd.

Delen