Blij
Sinds de Oudheid trokken geneeskrachtige zwavelbronnen van Méthana aan de noordkant van de Peloponnesos mensen met reuma, huidziekten en allerlei andere aandoeningen. Het vulkanische schiereiland ligt niet ver van Epidaurus, waar het op zomerse dagen uitpuilt van toeristen. Maar ook dan zul je op de brede boulevard van het gelijknamige hoofdplaatsje weinig bezoekers aantreffen. Het prachtige neoclassicistische badhuis is helaas definitief gesloten.
Kort voor de coronacrisis waren wij dan ook vrijwel de enigen die hier neerstreken op een van de terrassen aan het kristalheldere water. We werden bediend door een beminnelijke mid-twintiger, die goed Nederlands sprak. Hij heette Alexandros, was ingenieur en had in Rotterdam een uitstekende baan. Maar het jachtige leven in Nederland werd hem te veel. Daarom besloot hij terug te keren naar Griekenland om in het café van zijn ouders te gaan werken.
Deze – eigenlijk niet eens zo bijzondere – ontmoeting is mij wonderlijk genoeg bijgebleven. Regelmatig is Alexandros in mijn gedachten. Ik herinner mij nog goed dat ik aandachtig naar zijn verhaal luisterde en hem daarna vroeg of hij niet in zijn vaderland als ingenieur aan de slag kon gaan. Nee, dat was hij niet van plan. Hij zei dit met zoveel stelligheid dat ik hierover uit respect voor hem geen verdere vragen durfde te stellen.
Alexandros had een positieve uitstraling en wekte de indruk gelukkig te zijn. Maar was hij ook écht gelukkig? Hoeveel patiënten zag ik niet met dezelfde positieve uitstraling mijn spreekkamer binnenkomen, met een pijnlijk gezicht over van alles klagen om daarna weer even leuk en vrolijk te vertrekken? Dan dacht ik altijd: speel je de lente of ben je de lente? Ik haalde altijd patiënten uit de wachtkamer op. Gelukkig zag je maar zelden chagrijnige gezichten. Maar wat zegt dat?
In haar boek ‘Pijn – een expeditie naar onbestemd gebied’ (2023) schrijft Sanne Bloeming als rugpijnpatiënt: ‘Mijn eigen ervaring in een revalidatiekliniek, waar een psycholoog ongestraft aan een voor haar onbekende groep patiënten met chronische pijn kan verkondigen dat al het lijden voortkomt uit negatieve gedachten, sterkt mij in de overtuiging dat we op de hoede moeten zijn voor een te overmatig en enkelvoudig leunen op de psychologische dimensie.’
Wanneer is positiviteit oprecht en geen overgenomen, aangeleerde of geveinsde façade?
Een citaat uit ‘De palliatieve maatschappij’ (2022) van de Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han sluit hierop aan: ‘Wees gelukkig luidt de nieuwe machtsformule. De positiviteit van het geluk verdringt de negativiteit van de pijn. Als positief emotioneel kapitaal moet het geluk zorgen voor een onafgebroken prestatievermogen.’ Niet alleen van patiënten maar van álle burgers wordt in onze neoliberale samenleving verwacht dat men positief denkt en positiviteit uitstraalt.
Positiviteit, gezondheid en geluk worden hier dus aan elkaar gelinkt. Maar daar blijft het niet bij. Wij leven volgens Sanne Bloemink in een cultuur, waarin ‘gezondheid een keuze is, (en in) een samenleving waarin jij zelf verantwoordelijk bent voor het oplossen van jouw klachten en ‘zelfmanagement’ het toverwoord is.’ Bloemink spitst zich toe op patiënten met chronische pijn, maar er zijn ook mensen voor wie deze denkwijze van toepassing is voor álle ziekten.
Wanneer is positiviteit oprecht en geen overgenomen, aangeleerde of geveinsde façade? Drie keer in korte tijd werd bij ons een pakketje afgeleverd door iemand met een dusdanige positieve uitstraling dat ik er blij van werd. Het verraste mij compleet. Ik weet niet waarom ik mij nu – stom genoeg – schaam om dit te schrijven. Hoe dan ook denk ik dat je met een oprechte positieve instelling inderdaad iets uitstraalt wat bij medemensen een gevoel van blijdschap kan creëren.
We raakten in gesprek. Zijn naam is Giorgos. Zes jaar geleden kwam hij naar Nederland om net als Alexandros flink aan de slag te gaan in Rotterdam. Na elders nog harder gewerkt te hebben, ontstond ook bij hem het gevoel dat dit niet het leven was wat bij hem paste. Maar Giorgos ging niet naar Griekenland terug, maar besloot om pakjesbezorger te worden: hij verdient nu € 500,- per maand minder maar voelt zich een stuk gelukkiger.
Hoe zou het Alexandros vergaan? Dit jaar gingen wij terug naar de Peloponnesos en bezochten wij wederom Méthana. Opnieuw troffen wij pijnlijk lege terrassen. Het was lastig om hetzelfde tafeltje terug te vinden. We hoopten dat Alexandros naar ons toe zou komen, maar er verscheen een oude dame. Zij bleek de moeder van de man. Haar zoon had twee dagen vrij. Ik gaf haar een kaart voor Alexandros. Was hij nog steeds gelukkig? Helaas hebben we niets meer vernomen.