Boswandeling
Wie zich aan een opleiding tot medisch specialist waagt, begeeft zich in zo’n dicht woud van administratieve verplichtingen en keuzes dat het een kunst is om door de bomen het bos te blijven zien. Het begint met de aanmelding van het opleidingsschema bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie. Dat verloopt overigens nog vrij gemakkelijk, zolang je alle verplichte formulieren maar ondertekend terugstuurt en – misschien nog veel belangrijker – het inschrijfgeld op tijd voldoet.
Dat je vervolgens lid wordt van de (junior) vereniging van jouw specialisme, ligt ook nog wel voor de hand. Maar dan… Lid worden van de Jonge Orde? De LAD? De voordelen worden netjes op hun website beschreven, maar is lidmaatschap van beide verenigingen nodig? Je hebt nauwelijks tijd om dat uit te zoeken, want ondertussen is je opleiding aangevangen en wordt het tijd om je met díé administratie bezig te houden.
Van de junior vereniging van jouw specialisme krijg je een prachtig boekwerk toegestuurd: het Opleidingsplan, waarin precies vermeld staat aan welke verplichtingen je moet voldoen om jezelf over een paar jaar medisch specialist te mogen noemen. Helder, zo denk je in eerste instantie, maar zo is het niet.
Het Opleidingsplan bestaat namelijk grotendeels uit een opsomming van verplichte onderdelen in het portfolio. Dit portfolio is een woud op zich, met afkortingen die je als niet-ingewijde de stuipen op het lijf jagen vanwege hun ondoorzichtigheid: KPB (vroeger KKB), CAT, KTT, LOAG. Omdat je deze termen door de andere aios al eens had horen noemen, heb je op de website van de vereniging gekeken, waar alle verplichte onderdelen in een overzichtstabel worden gepresenteerd. Deze overzichtstabel staat ook in het Opleidingsplan.
Helder? Nee, want geen van de genoemde verplichte onderdelen komt overeen. Staat er in het Opleidingsplan dat er twaalf KPB’s per jaar verplicht zijn, dan noemt de website er slechts tien. Sommige onderdelen ontbreken zelfs geheel bij één van beide. Wie daar iets over zegt, wordt met een kluitje in het riet (of in dit geval: verder het bos in) gestuurd, onder het mom van ‘een opleiding in ontwikkeling’ en ‘richtlijnen ter verbetering’. Duidelijker wordt het er allemaal niet op.
En toch, als je eenmaal aan die boswandeling begint, blijkt alles zich wel te wijzen. Of er nu tien of twaalf Klinische Praktijk Beoordelingen verplicht zijn, het gaat er natuurlijk om dat je met enige regelmaat beoordeeld wórdt. De rest is (verplichte) bijzaak.