Brief aan Nourhan

De avond was al gevallen toen jij in het centrum van Damascus werd aangesproken door een meisje dat jou een roos wilde verkopen. Je gaf haar het gevraagde bedrag maar zei dat ze de roos mocht behouden. Dat wilde zij niet. Jij had voor de bloem betaald en dus had je recht op die roos. Wat bleek? Het meisje mocht pas naar huis terugkeren wanneer alle rozen waren verkocht.

Dat was een jaar geleden en op dit moment, beste Nourhan, ben je weer in Syrië. In Nederland is ‘bestaanszekerheid voor ieder’ een hot item in de verkiezingsprogramma’s. Dat is meer dan terecht. Meer dan 800.000 Nederlanders leven onder de armoedegrens. Eind juli 2023 telde ons land 17.872.724 inwoners. Het gaat dus om bijna 4,5% van de Nederlandse bevolking.

Syrië telt 23.227.014 inwoners en van hen leeft circa 90% onder de armoedegrens. Dan hebben wij het over 20,9 miljoen Syriërs. Mensen hebben onvoldoende geld om te eten. Het onderwijs is gratis, maar kinderen spijbelen om te bedelen. Wij hebben jou wat geld, speelgoed en kleren meegegeven maar voor veel meer dan een glimlach kunnen we helaas niet zorgen. Jij doet zelf nog veel meer om mensen daar te helpen.

Op donderdag 22 oktober 2015 werd in Maliskamp waar wij wonen fel geprotesteerd tegen de komst van een asielzoekerscentrum voor vluchtelingen. En dat terwijl in de noodopvang aan de andere kant van ons vredige dorpje nog 500 vluchtelingen verbleven. Ik vond het onverantwoord en protesteerde mee. Daags erna werd ik – eerlijk gezegd een beetje tot mijn schrik – door één van hen aangesproken. Dat was jij!

Ik nodigde jou bij ons uit. Niet iedereen was daar even gelukkig mee. Stel dat wij plots een invasie van asielzoekers kregen. Jij was 23 jaar, even oud als onze dochter. Het leek of je de hele reis van Syrië naar Nederland op dezelfde slippers had gelopen. Dus mocht je van ons bij Bristol nieuwe schoenen uitzoeken. Je liet mij kiezen uit twee paar alsof ik een beetje jouw vader was. Stom genoeg gaf ik geen advies.


‘Bij het volgende station zul je weer alleen verder moeten’


Al in een vroeg stadium van ons contact zei ik tegen jou: ‘Nourhan, ik vergezel jou even op jouw levensreis, maar bij het volgende station zul je weer alleen verder moeten.’ Met dat volgende station bedoelde ik het eindstation van mijn leven maar dat begreep jij niet­. Toen ik een paar jaren later enige tijd niets van jou hoorde, zei je: ‘Ik dacht dat jij was uitgestapt en ik alleen verder moest gaan.’

Toen jij jouw verblijfsvergunning had gekregen, omhelsde je mij spontaan. Ik wist niet wat mij overkwam. Sinds het begin van mijn puberteit zoende vader mij niet meer. Ik ben afstandelijk opgevoed. Voor zover ik mij herinner had ik nooit eerder iemand omhelsd. Jij trok mij dus zonder dat je het wist over een streep. Sindsdien omhelzen wij elkaar voor en na elke ontmoeting. Anderen durf ik nog niet te omhelzen.

Kortgeleden ontdekte ik dat er in Nederland een Handvest voor Compassie NL bestaat. De – naar ik heb begrepen – hoofdboodschap luidt populair uitgedrukt: een mens is meer dan zijn mening. Ik citeer van de site: ‘Je kunt totaal van mening verschillen en toch naar elkaar luisteren, gewoon, omdat het fijn is nota te nemen van andere opvattingen.’ Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar jij hebt mij dat geleerd.

Ik stuurde jou naar een Syrische psychiater om jouw onverwerkte oorlogstrauma’s eruit te krijgen. Het bleef bij zijn vergeefse poging om jou tot de Islam te bekeren. In de Noodopvang hadden andere mannen dat ook al geprobeerd. Jij liet mij beetje bij beetje ontdekken dat mijn stereotype beeld van vluchtelingen, maar ook het idee dat jij uit een achterlijk land kwam, niet klopten. Zo leerde jij mij meer dan ik jou.

Je hebt me vaak verbaasd met jouw uitspraken maar één spande de kroon: ‘Ik hoop dat ik niet in Nederland mag blijven, want dan kan ik terug naar Syrië.’ Het was een rauwe kras door mijn beeld van vluchtelingen.


‘Je had allang de Nederlandse nationaliteit kunnen krijgen, maar die wil jij helemaal niet’


Maar na jaren begrijp ik jou. Hoeveel mensen verlangen niet terug naar de plek waar zij zijn geboren en opgevoed. Je had allang de Nederlandse nationaliteit kunnen krijgen, maar die wil jij helemaal niet.

Beste Nourhan, je bent intelligent, sportief, creatief, handig en sociaal. Maar wat doe je voor de kost? Je brengt pakjes rond en doet schoonmaakwerkzaamheden. Wanneer ik in jouw schoenen stond, zouden mijn ouders zich doodschamen. Met het mes op de keel werd ik gedwongen om het onderste uit de kan te halen. Anders zou ik in de goot belanden. Jij bent het bewijs dat je levenswijsheid niet uit boeken haalt.

Ruim vier jaar geleden werd je vader van een prachtige dochter. Vier maanden na haar geboorte vertrok je tot onze verbijstering ook naar jouw geliefde vaderland. Maar je miste jouw kind zo erg dat je vervroegd naar Nederland terugkeerde. Ik vergezel jou dus nog steeds op jouw levensreis maar voor hoelang nog? En wie van ons beiden zal bij het volgende station uitstappen?    

Naschrift

Deze brief is gebaseerd op een échte brief aan Nourhan. Ik kreeg zijn toestemming om deze te publiceren. Om redenen van privacy is de voornaam gefingeerd.

Delen