Chemie

Hugo Keuzenkamp, bestuurder van het Westfriesgasthuis, droomt van een laboratorium waarin hij een beetje met laboratoria kan experimenteren. In de ene setting zou het laboratorium dan onderdeel van het ziekenhuis zijn, in de andere setting zou het zijn uitbesteed.

In real life hoeft Keuzenkamp dit experiment niet meer uit te voeren, want hij heeft al jaren geleden gekozen voor verzelfstandiging van de laboratoria, samen met een paar andere ziekenhuizen in de regio. Maar het blijft blijkbaar knagen. Aan de ene kant: ben je niet – zoals hij het stelt – overgeleverd aan de goden als je kiest voor uitbesteding, omdat je dan afhankelijk bent van de leverancier van labdiensten? Aan de andere kant: een ziekenhuis besturen is al zo complex, dus moet je de aandacht voor dat laboratorium er nog wel bij willen hebben? De technologie die erin wordt toegepast verandert snel en het is een zeer kapitaalsintensieve functie.

Een ziekenhuis besturen is al complex genoeg

Keuzenkamp geeft zelf een soort van antwoord door te stellen: ‘Zolang de labprofessionals maar goed ingebed zijn in de ziekenhuisgemeenschap’. Met andere woorden – om in labtermen te blijven –  als de chemie maar goed is. Toch is dat niet het enige argument om te kiezen voor uitbesteding van de laboratoriumfunctie. Want precies zoals Keuzenkamp zelf stelt: een ziekenhuis besturen is al zo complex. Complex genoeg om jezelf als bestuurder de vraag te stellen waarvoor een ziekenhuis primair bedoeld is. Het antwoord – patiëntenzorg – hebt u als lezer waarschijnlijk nog sneller uitgesproken dan ik het kan typen.

Tot in zijn uiterste consequentie doorgetrokken, betekent dit dat in feite alles uit te besteden dat niet tot de directe patiëntenzorg behoort. Als de chemie met de uitbestedingspartner maar goed is inderdaad. En als de bestuurder maar beseft dat uitbesteding geen ontheffing van de verantwoordelijkheid voor het resultaat van de uitbestede dienst is.

Delen