Ongemakkelijke conclusies

In opdracht van het ministerie van VWS deed EY onderzoek naar de rol van private equity in de zorg. Met het doel daarover objectieve gegevens te verzamelen. Belangrijk hierbij is de definitie die ze van private equity geeft: ‘de verzamelnaam voor partijen die financieringsoplossingen aanbieden aan niet beursgenoteerde volwassen ondernemingen. Investeringen vinden doorgaans plaats in de vorm van het verkrijgen van een meerderheidsaandeel. De fondsen voor dergelijke investeringen zijn hoofdzakelijk afkomstig van institutionele investeerders, zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen en worden beheerd door PE-partijen’.

Conform deze definitie is Co-med niet meegenomen in het onderzoek. Het is weliswaar een commerciële partij, maar geen private equity. Een interessante observatie in het licht van de discussie die momenteel over deze partij bestaat, en die de SP ertoe aanzette om private equity in de zorg te verbieden. Dat gaat sowieso niet lukken, maar volgens de definitie van EY zou een dergelijk verbod dus ook geen betrekking hebben op deze partij.

De partijen die EY wel in het onderzoek heeft betrokken, staan vermeld in bijlage B van haar rapport. Huisartsenzorg komt er alleen in voor met Rothschild & Co (met Centric Health). Hoewel EY enige slagen om de arm houdt, concludeert het toch voorzichtig dat de genoemde aanbieders kwalitatief gezien goed presteren op kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. Iets wat veel mensen niet willen horen.

Delen