Clusterfuck
< Leestijd: 2,5 minuut >
De Marokkaans-Nederlandse vijftiger vertelt dat ze al lang loopt met haar klachten. Ze gaat dokters zoveel mogelijk uit de weg uit angst voor vervelende gesprekken en slecht nieuws. Bij haar ouders had ze een flinke dosis ziekenhuis-ellende gezien. Het medische circus, daar moet je weg van zien te blijven.
De laatste jaren mist ze regelmatig diabetes-controles. Medicatie komt ze niet ophalen. Haar suikers rijzen de pan uit en veroorzaakten een hartinfarct, een reeks infecties en ernstige vermoeidheid. Haar baan als kapper raakte ze kwijt door paniekaanvallen, pijnlijke gewrichten, spanningen op de werkvloer en extreme vermoeidheid. Inmiddels zit ze veel thuis en voelt ze zich eenzaam.
De tikkende klok nodigt me uit het gros van haar sores te negeren en alleen de zoveelste infectie te behandelen. Maar in plaats van even snel een pleister te plakken, verdient iemand met zulke ernstige beperkingen de allerbeste zorg, toch?
De tikkende klok nodigt me uit het gros van haar sores te negeren
Ik scrol door de lijst met klachten en bijbehorende specialisten in verwijssysteem ZorgDomein. Hoe concreter het probleem, hoe korter de wachttijd. In gedachten anticipeer ik op de begrijpelijke bezwaren van specialisten, mocht ik haar verwijzen. De diabetes-specialist vraagt vast of de angst niet eerst behandeld moet worden. De psychiater zal vragen of de suikers niet eerst omlaag moeten. De orthopeed zal de voorkeur geven aan aanpassing van haar ‘leefstijl’ boven ingrijpen. Multimorbiditeit is – om met de woorden van politicoloog Tim ’S Jongers te spreken – net als armoede een clusterfuck.
Uiteindelijk krijgt deze vrouw geen verwijzing.
In een zorgsysteem dat is ingericht op enkelvoudige problemen, is het een privilege om er soepel doorheen te surfen. Patiënten zouden ‘gezondheidsvaardigheden’ moeten aanleren om beter hun weg te vinden in de zorg. Goed idee, maar is het niet ook andersom? Hulpverleners hebben baat bij betere multimorbiditeits-vaardigheden. Bijvoorbeeld: in plaats van één klacht te moeten kiezen in ZorgDomein, zou ik het héle verhaal van de patiënt willen delen om vervolgens – net als met je vriendje op Facebook vroeger – ‘it’s complicated’ aan te kunnen vinken. Specialisten kunnen dan ideeën bijdragen, elkaars reacties lezen en gezamenlijk een ondersteuningsplan uitdokteren.
Een jaar later zie ik de vrouw weer in de praktijk. Inmiddels werkt ze met plezier en op haar eigen tempo als kapper in het verpleeghuis in de buurt. Ze duwt zwetend en puffend een kinderwagen (met kleinkind?) de wachtkamer in en oogt monter. Mijn collega ziet het ook: “Zo, die is opgeknapt hè?” Die veerkracht zien – het blijft een dikke bonus van het werken in de zorg. Misschien wel mijn favoriete privilege.
* sommige kenmerken en omstandigheden van patiënten zijn, omwille van privacy, gefingeerd