Commotie rond Kamerbrief ongecontracteerde zorg

Minister de Jonge en staatssecretaris Blokhuis stuurden recent een brief aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de toename van het aantal ongecontracteerden bij GGZ en wijkzorg. Er zou blijken dat door zorgverleners zonder een contract meer zorgkosten werden gemaakt dan met een contract, en dat het risico op ondoelmatige zorg groter wordt doordat er geen afspraken gemaakt zijn met zorgverzekeraars. Er moet ingegrepen worden volgens de minister.

Het niet tekenen van een contract wil niet zeggen dat men zich niet moet conformeren aan kwaliteitsregels. Zorginstellingen of zorgverleners met of zonder contract die zich daar niet aan houden en ondoelmatige zorg verlenen, dienen gecontroleerd te worden. Die mogelijkheden zijn er nu al. Om dan nu met een wetswijziging te komen lijkt overtrokken en met grote gevolgen.

Het niet tekenen van een contract wil niet zeggen dat men zich niet moet confirmeren aan kwaliteitsregels

Er worden verschillende redenen genoemd om niet te tekenen. Die redenen moeten meer zichtbaar worden voor de klant. Misschien komt er dan op de website van verzekeraars te staan bij bepaalde zorgaanbieders: onvoldoende zicht op kwaliteit ofwel oneens met tarief of met de eisen. Dat is dan in ieder geval duidelijk. Nu lijkt het soms dat ieder die niet op de lijst staat geen kwaliteit zou leveren.

De minister komt met oplossingen voor het vergroten van de contracteergraad. Eerst wordt er aangehaald dat onderhandelen bij het contracteerproces beter moet verlopen. En dat onevenredige eisen en administratie niet mogen. De NZa zou dit alles moeten monitoren, maar bij dit woord ‘monitoren’ in de zin van ‘volgen’ lijkt vrijblijvendheid en controle achteraf geen effect te gaan hebben op de strategie van verzekeraars. Dit is al eerder gebleken.

De kamer bereidt een wetswijziging voor om eventueel als dwangmiddel de tarieven voor ongecontracteerde zorg lager te stellen dan het eerder bepaalde wettelijk minimum. Daarop kwamen veel reacties, te meer omdat deze maatregel indien nodig ook bij andere beroepsgroepen gehanteerd zou worden. De minister legt zo nog minder gewicht bij zorgaanbieders neer. Dat de vergoedingen nu al zeer laag zijn, kwam nog eens extra naar boven toen minister De Jonge aangaf dat organisaties in de zorg er niet zijn om er zelf beter van te worden. Er vielen woorden als ‘wel dienen maar niet verdienen’. Bij de mogelijkheden de contracteergraad te verhogen las ik nergens het volgende:

  1. Laat de NZa echt optreden als autoriteit en niet als volger en geef middelen om contracten proactief op inhoud te toetsen. Nu belanden veel klachten in de prullenbak omdat over de inhoud niets gezegd mag worden, alleen over het proces. Dat geeft discussies en zorgaanbieders trekken veelal aan het kortste eind.
  2. Geef beroepsverenigingen de mogelijkheid tot onderhandelen. Ze mogen nu alleen iets zeggen over kwaliteit en richtlijnen. De verzekeraars nemen dit alles over, doen er vaak nog een schep bovenop en maken er ondoorzichtige afrekeninstrumenten van. Protesteren over onrendabele bekostiging zoals een vakbond doet, is nu ongeoorloofd.

Tekenen omdat er anders een strafkorting boven je hoofd hangt, doet afbreuk aan het onderhandelproces dat nu al niet evenwichtig verloopt. Dat had de minister kunnen voorzien. Er zal nog meer commotie volgen.

Delen