De trein rijdt door
Waar moeten we op voorbereid zijn in de eerste lijn om in de toekomst ons werk goed te kunnen doen? En hoe is het nu voor ons geregeld? Ik zie dat velen er mee worstelen. Wetgeving en plannen vanuit het IZA zijn voor de zorg gelijk, terwijl de organisatie en de positie van de verschillende sectoren heel anders zijn. We willen meedenken over passende zorg, maar niet ieder weet de juiste weg. We komen om in de regelgeving en onze zeggingskracht ten aanzien van de financiers is zwak. Zou het organiseren van regionale samenwerkingsverbanden ons sterker maken en het vertrouwen in zorgverzekeraars vergroten?
Bianca Rootsaert, voorzitter van Paramedisch Platform Nederland, kent de vragen die bij zorgverleners leven rondom de regiotafels. En ze ziet dat het soms schuurt. Men vraagt zich af: ‘Praat je namens mij als je mij vertegenwoordigt? Weet jij genoeg over wat ik doe en wat de impact is van mijn vak? In de Nederlandse (paramedische) zorgsector is het dansen om een pot geld die niet structureel groter gaat worden. De druk erop wel.’
Dat er gelden te verdelen zijn vanuit het IZA is duidelijk. Hoe die verdeeld worden en wat de gevolgen zijn voor de zorg niet. Dat het anders organiseren van de zorg consequenties heeft, zal met een open blik in onderling vertrouwen geregeld moeten worden. Waar kan het minder, waar meer? Samenwerken is belangrijk, maar ook duidelijkheid over de blijvende ondersteuning voor goede zorg. Daar ontbreekt het momenteel aan.
‘Wetgeving en plannen vanuit het IZA zijn voor de zorg gelijk, terwijl de organisatie en de positie van de verschillende sectoren heel anders zijn’
Het geeft veel onzekerheid om als praktijk te merken dat het lijkt of alles in een groter verband geregeld gaat worden. Daarbij komen extra vergadertijd en kosten kijken naast de dagelijkse praktijkvoering. De trein lijkt niet meer te stoppen. Je ziet dat praktijken die eerder zelf zaken hebben opgepakt nu elders moeten aansluiten om de financiering te verkrijgen. Zoals huisarts Bas Moen aangaf over de ouderenzorg.
Ook in andere sectoren worden ervaringen met het IZA gedeeld. Zo gaf zorgbestuurder Jolanda Buwalda mooie voorbeelden van verbinding aan in een gesprek met Aiko de Raaf, Kwartiermaker IZA vanuit VWS. Ze sprak heel inspirerend en had het liever over een Integraal Gezondheids Akkoord. Ze merkte op klaar te zijn met praattafels en projectmoe te zijn. ‘Luister naar de mensen op de werkvloer en geef tijd voor verandering. Zet in op structurele bekostiging. Dan kunnen er hele mooie dingen gebeuren. Het systeem is veel te ingewikkeld en de verantwoordingsplicht te groot.’
Dat het systeem ingewikkeld is, ervaren ook patiënten en wij in de eerste lijn. Er is een veelheid aan regels en het probleem van freerider bij sommige zorgverzekeraars is groot. Ik las dat de Kwartiermaker van VWS nieuwe inzichten had verkregen door dit gesprek. Hopelijk ook over passende bekostiging en over de kritische kanttekeningen bij het systeem. Wanneer het ministerie van VWS die punten ook eindelijk durft aan te pakken, zal het vertrouwen in het IZA kunnen groeien.
We stappen graag in, maar de trein kan niet gewoon doordenderen wanneer er obstakels zijn die eerst uit de weg geruimd moeten worden. En als dat wel gebeurt: wie is dan verantwoordelijk voor ongelukken?
7 reacties
Geld, tijd, hoeveelheid en betrokkenheid zijn belangrijke elementen in het spoorboekje van de samenwerking. De bestemming van de trein is ook niet eenduidig en roept daarom weerstand op, zo is mij in de afgelopen jaren gebleken. Samenwerking wordt door velen in de eerstelijnszorg gezien als afstemmen rondom de zorg van de zorgvrager (microniveau) en is samenwerking die door de meesten al lang wordt gezocht.
Wanneer het gaat over samenwerking zoals vanuit IZA wordt voorgestaan gaat het over beleidsmatig (mesoniveau).
Ik zie top-down beleid en pleit voor toevoegen van de inzichten van de werkvloer bij het “opleggen” van beleid. Dan bedoel ik écht de mensen van de werkvloer en niet alleen de beroepsverenigingen.
Ik pleit ook voor bestendigen van het goede wat er is en “verander-/bijstelpauze”. Natuurlijk dient in de zorg met regelmaat iets te veranderen maar dan wel na gegronde analyses/evaluaties waarbij de werkvloer betrokken is.
Ineke
23 april 2024 / 13:29Steeds meer mensen in Nederland zijn zich bewust van de komende veranderingen in de zorg. Met de dubbele vergrijzing in gedachten is het begrijpelijk dat we ons realiseren dat de zorgprofessionals van vandaag wellicht niet meer voldoende zijn voor dezelfde zorgstandaard van vandaag.
De complexiteit van al deze veranderingen past niet op het bordje van één instantie. We leven immers allemaal samen in deze maatschappij en we hebben het met elkaar op te pakken. We moeten gezamenlijk beslissen wat we beschouwen als cruciale passende zorg vanuit de behoeften van alle inwoners.
Als we kijken naar het DNA van de mooie voorbeelden die er volop zijn, valt op dat deze helemaal niet beginnen met het aanpakken van het systeem, maar eerder met het samen identificeren van de bedoeling. De echte obstakels voor het realiseren van oplossingen die ik nu al tegenkom zijn vaak niet te vinden in het systeem, maar eerder in onze hoofden als interpretatie van het systeem.
De daadwerkelijke obstakels die ik als kwartiermaker IZA VWS tegenkom, zijn dat we elkaar te weinig vertrouwen, elkaar onvoldoende kennen en te weinig nieuwe vormen van werken omarmen. Te veel ‘ik’ en te weinig ‘wij’. Pak dat aan en dan volgt het systeem.
En toch voelt deze reactie aan voor mij als tekortschieten voor al die mensen die nu al tussen wal en schip vallen. Je zult maar op een wachtlijst staan en nu zorg nodig hebben die je niet krijgt.
Aiko de Raaf
23 april 2024 / 15:45Dank beide voor deze waardevolle aanvullingen. Er zijn al vele jaren goede vormen van samenwerking in de eerstelijn zowel binnen de zorg als met andere domeinen zoals op sociaal vlak en met onderwijs. En helaas zijn de wachtlijsten ook niet nieuw. Het lijken er wel steeds meer. Over wat hiervan de oorzaak is, zijn er meerdere meningen zoals natuurlijk de vergrijzing maar ook overdaad aan administratie en regels en geen passende bekostiging. Vanuit het werkveld kijken wat passende zorg is, is belangrijk. En /nee/ zeggen en uitleg geven waarom ook. Projecten worden opgestart maar ook weer gestopt, veelal door onvoldoende financiering. Gelukkig zijn er zeker ook goede voorbeelden. Het niet inzetten van ongecontracteerden kan ook een rol spelen en de vragen om zorg die op een andere plek horen. Het systeem met vele zorgverzekeraars en net zoveel regels helpt ook niet mee. En inderdaad weinig vertrouwen in elkaar en misschien moeten wennen aan nieuwe vormen van werken. Daar verandering in brengen is belangrijk. Over de tools daarvoor verschil ik denk ik wel met hr De Raaf. Samen erover in discussie gaan kan helpend zijn. Dus heel fijn dat er gereageerd wordt op het blog.
Dienie Koolen
23 april 2024 / 17:25Er zijn punten van kritiek op dit IZA:
Complexiteit:
* Het IZA is complex en onduidelijk, met veel jargon en abstracte doelstellingen.
* De uitvoering is gefragmenteerd en er is onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor wat.
Uitvoerbaarheid:
* De ambitieuze doelstellingen van het IZA lijken onrealistisch binnen de gestelde tijdlijn en met de beschikbare middelen.
* Er is een tekort aan gekwalificeerde professionals om de plannen uit te voeren.
Financiering:
* De financiering van het IZA is onduidelijk en onvoldoende.
* Er is een risico op verdere verschuiving van middelen van de curatieve zorg naar de preventieve zorg, ten koste van de patiëntenzorg.
Betrokkenheid van zorgprofessionals:
* Zorgprofessionals voelen zich onvoldoende betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van het IZA.
* Er is een gebrek aan vertrouwen in de plannenmakers.
Effecten op de patiënt:
* De effecten van het IZA op de patiëntenzorg zijn onduidelijk en op de lange termijn.
* Er is een risico op verslechtering van de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg.
Naast deze algemene kritieken zijn er ook sectorspecifieke zorgen. Zo is er in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) kritiek op de focus op preventie en de vermindering van het aantal behandelingen.
H.Kuipers
25 april 2024 / 20:00Wat een belangrijk onderwerp snij je hier weer aan Dienie! Jij staat als paramedicus zelf elke dag in waar de wind het hardste waait. In de nieuwe regio organisaties die gaan ontstaan wordt het belangrijk hoe de keuzes gemaakt gaan worden en wie de agenda gaat bepalen. Want dat wordt steeds minder landelijk geregeld. Ik zie inderdaad elke dag vanuit die regio s in opbouw dat paramedici nu ook allemaal bezig moeten zijn met belangen bewaken, terwijl je als zorgverlener juist nu de patiënt centraal wilt stellen.
Het wordt een spannend jaar in de eerstelijn.
Bianca Rootsaert
25 april 2024 / 20:47De reacties laten zien dat het IZA verschillend beleefd wordt. Dank voor meedoen aan discussie. Bij het verdelen van middelen is het altijd belangrijk de patiënt voorop te zetten. De angst voor mindere toegankelijkheid die H.Kuipers stelt is belangrijk aandacht voor te hebben en voor wachtlijsten gaat t in die reactie ook over ongecontracteerden. Ik las dat de Consumentenbond dit ook meeneemt in het aanspreken van de NZa.
Dat er verschillende belangen zijn zoals mevr Rootsaert stelt zie ik ook. Maar ook dat niet ieder denkt vertegenwoordigd te zijn.
Dienie Koolen
26 april 2024 / 09:15Robin Peeters ea publiceren nieuw onderzoek : ‘Het #IntegraalZorgAkkoord (IZA) stimuleert zorginstellingen binnen een zorgkantoorregio in #netwerken samen te werken, maar gaat voorbij aan het feit dat zorginstellingen lokaal al veel #samenwerken. Recent gepubliceerde studie illustreert hoe het #IZA het bestaansrecht van bestaande netwerken aan het wankelen brengt en dynamieken zoals vertrouwen tussen netwerkdeelnemers nadelig kan beïnvloeden. ‘ In mijn blog ‘Mag ik dan met jou’ bespreek ik ook het probleem rondom (opgelegde) samenwerking.
Dienie Koolen
28 april 2024 / 08:22