Computerverlatingsangst

Als ik mijn laptop aanzet voor de eindpresentatie, blijft het apparaat steken op een blauw scherm. Hij kan het opstartprogramma niet vinden, lees ik. Juist nu ik een werkweek in een afgelegen boshuis moet afsluiten. Ik heb beeldschermapneu. Ik vergeet te ademen, mijn hart slaat sneller en mijn bewustzijn zoomt volledig in op dit blauwe vlak. Is dit het einde? Dan zoek ik haastig met mijn telefoon het internet af naar een medicijn. Met succes, deze keer.

Sinds dat moment sjouw ik een tweede laptop mee als het belangrijk gaat worden. De laptop waarop ik altijd werk, is tenslotte al drie jaar oud. Hij doet bijna altijd wat ik wil. Maar bij elke kleine eigenzinnigheid van het apparaat slaat mijn hart een slag over. Gaat hij mij verlaten?

Ik moet door kunnen als één schakel kapotgaat. Essentiële dingen heb ik dubbel. Om die reden heb ik ook bijna onuitputtelijke data op mijn telefoon. Je weet nooit wat het draadloze netwerk doet in een zaaltje van een conferentiecentrum. Back-uppen doe ik ook al jaren fanatiek.

‘Back-uppen doe ik al jaren fanatiek’

Mijn computerverlatingsangst kwelde me nog meer door de coronacrisis. Alles, echt alles, deed ik tijdens de lockdowns met de computer. Wat als de stroom uitvalt?

Mijn technostress is geen angst voor techniek. Ik heb al jarenlang een intieme relatie met apparaten. Maar dat maakt de stress alleen maar groter. Ik kan honderden manieren van falen bedenken.

Ik ben daardoor ook conservatief geworden. Updates hoeven van mij niet zo. Ik voer ze alleen uit als de veiligheid van een apparaat in het geding is of als dat nodig is voor nieuwe apps. En dan alleen op een rustig moment. Want ook een update kan misgaan.

Een beetje achterdocht hoort bij de omgang met techniek. Dat heb ik geleerd van vliegtuigbouwers en ontwerpers van elektriciteitsnetten. Ook daar worden essentiële onderdelen dubbel uitgevoerd.

Delen