Dacia Spring
De Dacia Spring is momenteel de laagst geprijsde, volledig elektrische auto op de markt.
Tekst: Bart van den Acker – Beeld: Dacia
De scherpe prijs van de Dacia Spring is een sterk aankoopargument. Wat mij betreft is het alleen niet zo dat met ‘ja maar, voor dát geld’ elke kritiek van tafel is te vegen. Oké, constateringen als ‘blikkerige’ deuren, een achterklep zonder binnenbekleding en een eenvoudige afwerking volgen uit die prijs. Dat ik vrijwel elke keer als ik mijn portier open, precies met een vingertop achter een scherp plastic randje haak, is wel een minpuntje in die afwerking.
De Spring is een heel compacte vijfdeurs. In de stad is hij lekker wendbaar en ook goed overzichtelijk. Ik reed de enige andere versie dan de eenvoudige ‘Comfort’-basisuitvoering (‘Comfort Plus’, + € 1.000,-) met onder meer een fijne achteruitrijcamera. De rommelig werkende navigatie zit ook in dat Plus-pakket.
De ruimte is niet overdadig. Met mijn 175 cm lengte kan ik amper achterin zitten. Naar verhouding is de bagageruimte met een inhoud van 300 liter best royaal, maar de losse laadkabel moet daar ook in. Voor een pure stadsauto is het zitcomfort acceptabel. De voorstoelen zijn vlak, kort en vrij hard, wat op langere afstanden niet fijn is. Het comfort wordt nog verder beperkt door de vering die kleine oneffenheden niet lijkt te verwerken. Je voelt elke klinker, ook op de snelweg is het vaak hobbelen. Eenmaal op kruissnelheid is er best veel geluid, vooral van de banden.
De elektromotor van de Spring levert slechts 33 kW/44pk. Voor stadsgebruik is dat voldoende, voor de snelweg is het mager. De Spring heeft geen cruisecontrol, alleen een instelbare snelheidsbegrenzing. Bij gebruik van de ECO-stand zit in het rechterpedaal een duidelijke weerstand. Met 100 km/u op de begrenzer blijkt de Spring die snelheid niet te kunnen volhouden, bijvoorbeeld tegen een lichte helling op. Dat maakt rijden op langere ritten onrustig, daar komt de zoekerige richtingsstabiliteit nog bij.
‘Op korte ritten in stadsverkeer is er met de Spring wel te leven, maar daarbuiten heeft hij zijn beperkingen’
De grootte van de accu bepaalt in hoge mate de prijs. In de Spring meet die 26,8 kWh. Voor de door velen zo gevreesde beperkte actieradius is het stroomverbruik even belangrijk als het accuformaat. De Spring kent geen weergave van het stroomverbruik, actueel noch gemiddeld. Onder gunstige omstandigheden haalt hij zo’n 200 km (WLTP: 230 km). Simpele rekensom: dan moet het gemiddelde verbruik rond 14 kWh/100 km liggen en dat is best zuinig. Ook de laadsnelheid is bescheiden. Aan de snellader kwam de Spring tot 33 kW laadsnelheid. Maar wie voornamelijk korte afstanden en stadsverkeer rijdt, komt nooit bij een snellader.
Conclusie: de Spring is een moedige stap van Dacia. Het is de goedkoopste elektrische auto, maar dat wil niet zeggen dat er geen concurrentie bestaat. Op korte ritten in stadsverkeer is er met de Spring wel te leven, maar daarbuiten heeft hij zijn beperkingen.