De denkfout van Schippers

Wanneer is gebruik van het basispakket wel en niet zinvol voor een patiënt? Die vraag laat zich moeilijk eenduidig beantwoorden, en dit betekent dat minister Edith Schippers het zichzelf niet makkelijk maakt met haar pleidooi om misbruik van behandelingen in het basispakket te voorkomen. En niet alleen zichzelf, maar ook de behandelaars. Ze zegt immers dat haar plan om zorg uit het basispakket alleen aan te bieden als de individuele patiënt er meerwaarde van heeft, uitsluitend gaat werken als artsen hun verantwoordelijkheid nemen.

Het basisidee is goed, maar Schippers maakt een denkfout. Haar plan gaat alleen slagen al de patiënt in staat is om een verantwoorde afweging te maken over wanneer zorg wel of niet zinvol is. Moeilijk voor een leek (wat iedere beginnende zieke is) om te doen. En extra moeilijk omdat je bij ziekte als patiënt in een kwetsbare positie zit: je ziekte maakt je bang en je wilt weer beter worden. Je wilt dus worden behandeld.

Toch is het niet onmogelijk om de patiënt mee te laten beslissen. Niet voor niets wordt tegenwoordig zoveel aandacht gegeven aan shared decision making. De achterliggende redenatie hierbij is: de patiënt van nu is niet meer die van tien jaar geleden. Hij komt met uitdraaien van internet de spreekkamer binnen en is dus al goed geïnformeerd voordat hij voor het eerst tegenover de arts zit. De crux zit in dat ‘goed’, want hoe weet je immers als patiënt welke informatie van internet wel of niet waardevol is? Als Schippers wil dat wij als patiënten verantwoord gebruik gaan maken van het basispakket, zal zij er ook voor moeten zorgen dat wij de beschikking krijgen over informatie die inderdaad waardevol voor ons is. De verantwoordelijkheid hiervoor verleggen naar de behandelaars is té gemakkelijk.

Delen