De heldere boodschap van Utrecht

Wie de gezondheid van mensen wil bevorderen, moet niet primair naar de gezondheidszorg kijken, maar vooral naar de dingen die ervoor zorgen dat mensen niet ziek worden. Daarin kunnen primair mensen zelf een rol spelen, door gezond te leven. Maar dat moet dan wel worden gefaciliteerd door de omstandigheden. En in de mate waarin die omstandigheden wel of niet faciliterend zijn, speelt de overheid een grote rol.

Naast de landelijke overheid kan dit ook de lokale overheid zijn, en daarin laat de gemeente Utrecht zich nu van haar goede kant zien. Vooruitlopend op de landelijke wet- en regelgeving neemt die het besluit het niet langer toe te staan om een tabaksspeciaalzaak te openen. “Onze ambitie is dat alle Utrechtse kinderen in 2035 rookvrij opgroeien en dat minder dan vijf procent van de inwoners (nog) rookt”, aldus wethouder volksgezondheid Eelco Eerenberg. Zulke wethouders kunnen gemeenten goed gebruiken.

Een bescheiden opsteker, maar wel een die meer gemeenten kunnen volgen als boodschap: ‘doe eens wat’

Tegelijkertijd zagen we vorige week ook hoe moeilijk de tabakslobby het maakt om die ambitie te verwezenlijken. Waar de rechtbank in Rotterdam eerder al oordeelde dat de overheid meer moet doen tegen de verkoop van filtersigaretten, werpt de tabaksindustrie advocaten in de strijd die stellen dat het niet aan een individueel land, maar aan de Europese Unie is om een uitspraak te doen die haar positie verandert.

In het licht hiervan is de stap die Utrecht zet weliswaar slechts een heel bescheiden opsteker. Maar het is er wel een die meer gemeenten kunnen volgen. Dan wordt het een heldere boodschap aan de landelijke overheid: ‘Als je echt werk wilt maken van volksgezondheid, doe dan eens wat’.

Delen