De kern

De oratie die hoogleraar passende zorg Tijn Kool vandaag uitspreekt, zal grote gevolgen gaan hebben voor zorg en samenleving. En dat is maar goed ook.

We weten natuurlijk al langer dat niet medisch handelen voor de patiënt in een aantal gevallen beter kan zijn dan dit wel doen. Maar medisch specialisten zijn opgeleid om te handelen, niet om aan de patiënt uit te leggen dat het niet nodig is of dat er alternatieven zijn waarin hij zelf geen rol speelt. We weten ook al langer dat een patiëntprobleem vaak niet medisch is en dat degene die zich met een probleem meldt dus niet als patiënt moet worden beschouwd. Maar het sociaal domein – waar vaak de basis ligt voor het alternatief voor medische zorg – is de afgelopen jaren afgebroken.

“Het heeft dertig jaar gekost om bedrust bij een hernia uit te bannen, in die termen moet je denken”

Kool stelt terecht dat de aandacht voor passende zorg de laatste jaren een vlucht heeft genomen en dat we daarmee langzamerhand tot de kern van de gezondheidszorg komen. En dus ook – hij zegt het er niet bij maar het is wel de logische gevolgtrekking – tot de kern van wat geen gezondheidszorg is en dus ook niet binnen de grenzen daarvan moet worden aangepakt.

Terecht zegt hij ook dat dit niet betekent dat de zorg er over twee jaar compleet anders uitziet. “Het heeft dertig jaar gekost om bedrust bij een hernia uit te bannen, in die termen moet je denken”, zegt hij. Dat zal zeker waar zijn en dat is spijtig. Ook – of misschien: juist – voor iedereen die nu het stempel ‘patiënt’ krijgt en dus de medische behandeling die daarbij als norm geldt. Maar door het onderwerp te benoemen zoals Kool dat doet, vanuit de gezaghebbende positie van een hoogleraarschap, wordt wel een proces in beweging gezet.

Delen