De lachende cursusindustrie en het vinkjesfetisjisme

In de afgelopen jaren heeft de cursusindustrie gouden tijden voor zichzelf gecreëerd. Daarbij valt een vaste tactiek te constateren om maar meer werk voor zichzelf te scheppen. Eenvoudig gezegd komen ze in vermomde vorm bij instanties langs, bijvoorbeeld als ‘deskundige’ of keuringsinstantie, en zeggen ze dat er een groot probleem is en de veiligheid in gevaar is.

De leiding van de instantie schrikt zich dood, maar gelukkig komt de keuringsinstantie tegelijkertijd met de mededeling dat zij een oplossing hebben voor het geconstateerde probleem: een cursus. En dan ook nog vaak een cursus met een vorm van accreditatie en zo kunnen de bestuurders in ieder geval een vinkje zetten. De spreadsheet met vinkjes worden dan op een speciale plaats bewaard en tevoorschijn getoverd voor de Inspectie of wanneer er reputatieschade dreigt door persberichten.

Branding, naamsbekendheid en reputatie worden op bestuurlijk niveau namelijk heel erg belangrijk geacht, terwijl ikzelf bijvoorbeeld meer geïnteresseerd ben in kwaliteit van zorg en aanspreekcultuur. De cursusindustrie is natuurlijk grote vrienden met de accreditatie-industrie en ook consultancybureaus spinnen garen met deze gang van zaken. Het is ook niet makkelijk om hiertegen weerstand te bieden, want er gaat altijd wel ergens iets mis, er zijn altijd wel incidenten en dan schreeuwen wat braafpraters onmiddellijk om structurele actie.

Er zijn altijd wel incidenten en dan schreeuwen wat braafpraters onmiddellijk om structurele actie

Op deze wijze is bijvoorbeeld de arbeidsintensieve 360-graden-beoordeling er doorheen gedrukt en varen diverse bedrijfjes wel bij de uitvoering van dit spel. Ik moest er zelf ook aan geloven en al was het een enorme opsteker om de vele unanieme lovende kritieken te lezen van de 360-graden-collega’s, ik moet als wetenschapper wel toegeven dat er enige selectie-bias was, bij dit flutonderzoek.

Als afsluiting van het flutonderzoek moest ik het gesprek voeren moet een medewerker van mijn eigen ziekenhuis, die natuurlijk daarvoor een speciale intensieve cursus had gevolgd, maar die weinig idee had van wat het werk van een medisch specialist nou precies inhoudt. En om het modern te formuleren, ik had niet het gevoel dat het ook maar op enige manier nuttig was. Natuurlijk is het belangrijk om je eigen kritiek te organiseren, maar dat deden wij door een externe psycholoog intermitterend op de afdeling te laten observeren en van haar heb ik altijd een flinke dosis feedback gekregen op het eigen gedrag, ter verbetering.

Momenteel zien we in rap tempo weer nieuwe cursussen opdoemen, ingegeven door de actualiteit. Zoals cursussen over grensoverschrijdend gedrag. Vele bestuurders hebben maar gelijk besloten om de cursus in te voeren en het een verplichtend karakter te geven. Immers, wanneer er een of andere melding van grensoverschrijdend gedrag komt – maakt niet uit of het echt grensoverschrijdend is – dan kunnen ze met veel gezag verwijzen naar de cursussen en de vele vinkjes in de spreadsheets.

Geef je doucheschuim aan (mijn generatie) Fransen, dan zullen zij zich beledigd voelen

De vinkjes van ‘Gevolgde Cursus’ staan naast het vinkje ‘Aanwezigheid Vertrouwenspersoon’. Het grote probleem van grensoverschrijdend gedrag is dat het niet (goed) te definiëren is. Het is heel erg cultureel, persoonlijk en situationeel bepaald. Laat ik een dicht bij mij staand voorbeeld geven over ‘cultureel bepaald’. Wanneer je in Nederland iemand op zijn verjaardag een mooi cadeau, doucheschuim, frisse zeepjes en badzout in luxe verpakking, geeft dan wordt het gewaardeerd. Maar geef je dit cadeau aan (mijn generatie) Fransen, dan zullen zij zich beledigd voelen omdat jij als gulle gever kennelijk wil aangeven dat ze vies zijn en stinken.

Maar braafpratend Nederland, met de elite van braafpratende BN’ers in talkshows voorop, eist de invoering van cursussen ‘Grensoverschrijdend Gedrag’. En alle principes van logisch en wetenschappelijk denken worden vergeten. Hoezo weet de cursusindustrie wat de definitie is van grensoverschrijdend gedrag? En wie weet dat dan zo goed dat zij er een cursus over kan geven? Het belangrijkste over hoe je je netjes gedraagt, leer je van je ouders en van je leraren, in je vroege jeugd. Dat bestuurders je hierover een cursus opdringen, is een belediging van je opvoeding.

Een cursus gaat ervanuit dat je iets niet weet. Maar de meeste overtreders weten wel degelijk dat ze iets doen wat niet mag. Dat geldt voor bijvoorbeeld inbrekers, en waarschijnlijk voor overtreders van welke grens dan ook. Voor een verbetering is een door handhaving afgedwongen cultuurverandering noodzakelijk en is preventie door een preventieve cursus een kostbare illusie.

Dat bestuurders je hierover een cursus opdringen, is een belediging van je opvoeding

Dus, net als met heel veel cursussen, vooral de verplicht gestelde, hoort de vraag boven te komen: wat is eigenlijk het wetenschappelijk bewijs dat deze enorme investering in geld, menskracht met extra bureaucratie, effectief is? Het lijkt wel alsof Evidence Based Practice opeens uit het vocabulaire is verdwenen.

Een preventieve cursus gaat natuurlijk helemaal niets helpen. Net als een of andere gefabriceerde cursus ‘Wetenschappelijke Integriteit’ niet gaat verhinderen dat een of andere professor fraudeert, belachelijk dure plezierreisjes maakt op kosten van de belastingbetaler, plagieert, chanteert of jonge onderzoekers bedreigt of (seksueel) intimideert.

Delen