De nieuwe witkar

Ik haal snel mijn voet van het gaspedaal als ik merk dat ik iets te hard rij. Deze auto is zó elektronisch, dat mijn wangedrag ongetwijfeld ergens wordt vastgelegd en overgeseind naar de verhuurcentrale. Maar verder voelt het goed, deze deeltijdauto.

Het afgelopen half jaar zijn driehonderd elektrische auto’s in Amsterdam verschenen en ze werden meteen populair (www.car2go.com). Ze danken hun gebruiksgemak aan een uitgekiende communicatie. ‘U kunt instappen’, flitst een schermpje als ik mijn pasje tegen de voorruit hou. ‘Welkom Bram Vermeer’, zegt daarna de navigatie. Ik toets mijn pincode in en rij weg.

De eerste keer was dat wel wennen in zo’n elektrische auto. Na tien minuten tevergeefs starten, realiseerde ik me dat je de motor pas hoort als je het gaspedaal indrukt. En zelfs dan is het geluid zacht. Voetgangers horen je niet aankomen. Misschien moet de auto een luidspreker krijgen die een benzinemotor nadoet. De VS en Japan denken na over een minimum geluidsniveau voor elektrische auto’s.

Je moet dit natuurlijk niet zien als remedie tegen het broeikaseffect, zolang de helft van de Nederlandse elektriciteit nog wordt opgewekt met kolen. Je hoeft het ook niet te doen omdat de binnenstad er schoner van wordt – de elektrische autootjes trekken vooral mensen die anders met de fiets of het openbaar vervoer zouden gaan.

Maar handig is het wel. Veertig jaar geleden had Amsterdam de ‘witkar’, een soortgelijk systeem van elektrische auto’s. Het is jammerlijk mislukt doordat het zo weinig flexibel was. Nu gaat dat beter dankzij internet. De auto kun je op een willekeurige plek in de stad achterlaten. De boordcomputer geeft de positie door, zodat nieuwe huurders hem met een speciale app op hun smartphone weer kunnen opsporen. Je kunt daarmee zelfs zien hoe vol de accu nog is.

Zo ziet de toekomst van ons transport eruit. De elektronica helpt ons om zonder tijdverlies van het ene in het andere transportmiddel over te stappen. Nu nog een goede strategie verzinnen om het milieu te redden.

 

Delen