De robot en de patiënt

De urologen die verbonden zijn aan de zeven (inclusief nieuw lid Maasstad Ziekenhuis) Santeon ziekenhuizen, plus Erasmus MC en Radboudumc, willen de prostaatkankeroperaties met behulp van robotchirurgie concentreren. Het uitgangspunt dat ze hierbij hebben is goed: dezelfde kwaliteitsstandaarden bereiken als elders in Europa. Ook is het een goede zaak dat ze de andere Nederlandse ziekenhuizen uitnodigen om zich bij de verdere uitwerking van dit initiatief aan te sluiten.

Uit de eerste reacties op social media bleek dat op voorhand nog niet alle urologen heel blij zijn met de concentratieplannen. Terecht merkte kinderarts Jan Peter Rake hierover op Twitter op: “Als patiënten met prostaatkanker straks vaker blij zijn (betere uitkomsten) zijn deze niet-blije urologen bijzaak”. Gelijk heeft hij, het gaat om de patiënten. En die weten nu nog niet zo goed waar ze aan toe zijn met die robotchirurgie, blijkt uit de jongste editie van Het prostaatkankerlogboek (Poiesz Uitgevers, januari 2016). Daarin lezen we (blz. 72): “Mogelijk is het aantal bijwerkingen in de zin van incontinentie en impotentie bij gebruik van de robot lager dan bij andere operatietechnieken, al zijn de onderzoeksresultaten op dit gebied nog schaars. De onzekerheid die dit met zich meebrengt leidt tot felle discussie, en die kan voortduren omdat echt goed vergelijkend onderzoek tussen de robotingreep en andere operatiemethoden niet heeft plaatsgevonden. Nieuwe operaties of hulpmiddelen daarvoor zouden feitelijk voorafgaand aan toepassing onderzocht moeten worden (…). Maar de praktijk is dat ongeveer twintig ziekenhuizen in ons land beschikken over een operatierobot en dat urologen die graag gebruiken”.

Zo zou het niet moeten zijn. Als de voorgenomen concentratie van de robotchirurgie ertoe kan bijdragen dat in de volgende editie van Het Prostaatkankerlogboek een tekst staat die patiënten meer geruststelt, is dat waardevol.

Delen