De route

Het kán dus, overbodige zorg achterwege laten. Het Beatrixziekenhuis in Gorinchem en ziekenhuis Bernhoven in Uden bewijzen het. Hun behandelvolume is met 7 respectievelijk 13 procent gedaald in vergelijking met andere ziekenhuizen. Beide ziekenhuizen hebben minder behandeld en minder intensief behandeld, en ze zijn meer in dagbehandeling gaan doen. De kwaliteit van zorg bleef op peil en patiënten keerden de twee ziekenhuizen niet de rug toe.

Een interessant aspect aan het verhaal is dat vanuit de ziekenhuizen ruimte is geboden voor telefonisch overleg met de huisartsen, zodat die minder patiënten hoeven te verwijzen. Meer zorg is dus in de eerste lijn gebleven. Natuurlijk kost die daar ook geld, maar de stijging van de Zvw-uitgaven in het verzorgingsgebied van beide ziekenhuizen komt volgens eerste schattingen slechts overeen met 10 tot 25 procent van de waardedaling van het behandelvolume in de ziekenhuizen.

Zorgstelsel biedt ruimte voor veranderprogramma’s die de weg naar de toekomst kunnen wijzen

De analyse kent beperkingen vermeldt het rapport van het Centraal Planbureau er netjes bij. In de twee regio’s is een belangrijke stap gezet naar lagere zorguitgaven, maar het moet nog bewezen worden dat de veranderprogramma’s op termijn zullen leiden tot blijvende financiële besparingen. Toch laten de eerste resultaten al wel zien dat het huidige zorgstelsel ruimte biedt voor veranderprogramma’s die de weg naar de toekomst kunnen wijzen. In wat hier is gebeurd, schuilt daarmee een belangrijke les voor de politieke partijen die nu hun verkiezingsprogramma’s aan het schrijven zijn. Maar er schuilt ook een les in voor de zorgaanbieders en zorgverzekeraars, die zeker een rol zal gaan spelen in de contractonderhandelingen in de komende periode. Onderhandelingen waarin gezamenlijke grond verkennen om te komen tot toekomstbestendige zorg nadrukkelijk het uitgangspunt is.

Delen