De vaste waarnemer

Meneer Smulders* treft het. De wachtkamer van het huisartsencentrum is vrijwel leeg. Er zit alleen nog een vrouw. Toen hij online een afspraak met zijn eigen huisarts wilde maken was dat binnen een week onmogelijk. Daarom koos de man noodgedwongen voor de vaste waarnemer. Dat was een vrouw waarover hij positieve verhalen had gehoord.

Online moest de reden van de afspraak worden opgegeven. Smulders had geschreven dat het om ‘spontaan ontstane pijnklachten onder de knie’ ging. Maar onderweg naar de praktijk wilde Smulders graag dat er ook naar een chronisch geïrriteerd plekje op zijn gelaat werd gekeken. Dit was lastig, want op de site stond duidelijk dat per consult slechts één klacht werd behandeld.

‘Mevrouw Smulders’, werd er geroepen. Meneer Smulders draaide zijn hoofd naar de vrouw in de deuropening van de wachtruimte. ‘Oh, ik wist niet dat het om een man ging… komt u maar mee.’ De dokter wees naar haar kamer, ging zitten en wilde direct weten hoelang de klachten al bestonden. ‘Mijn vrouw vroeg of u alstublieft ook naar een vlekje op mijn gezicht wil kijken.’

Over het plekje werden geen vragen gesteld. Wel over de pijnklachten onder de knie. ‘Het lijkt of de pijn in het bot zit. Wanneer ik onder de knie druk, verergert de pijn. Hetzelfde geldt wanneer ik de trap oploop. Toen ik zojuist hierheen fietste en over een hobbel reed, deed dat ook pijn. Volgende week ben ik jarig en wilde ik graag met mijn vrouw een paar dagen gaan wandelen…’

Hij trilde

De dokter wees naar de onderzoekstafel. ‘Ik zal eerst naar het plekje op uw gezicht en daarna naar uw knie kijken.’ Waarom was meneer Smulders nerveus? Terwijl de dokter naast hem stond, lukte het niet om zijn broekriem los te maken. Hij trilde. Gelukkig ging de riem wel een stukje los, waardoor hij met moeite het been uit de broek kon tillen. De dokter bekeek eerst het plekje.

Gelukkig kon Smulders precies de pijnlijke plek aanwijzen. De dokter maakte allerlei bewegingen met de pijnlijke knie en kwam direct met de diagnose: ‘Het vlekje op uw gelaat is het gevolg van zonneschade en wat betreft de knie gaat het niet om het bot van het onderbeen maar om de knieband.’ Ze liep gedecideerd terug naar het bureau om haar bevindingen te noteren.

Meneer Smulders kleedde zich aan. De voortvarendheid van de dokter had hem in verwarring gebracht. Nog voordat de man naar de oorzaak en de behandeling van zijn knieklachten kon vragen, zei de dokter dat hij een beroep op de fysiotherapeut moest doen wanneer het niet beter ging. Toen het woord ‘fysiotherapeut’ viel, raakte de man helemaal van slag.

‘Daarom voel ik niets voor fysiotherapie’

Wat Smulders eigenlijk helemaal wilde, flapte er nu uit. ‘Ik ben als kind tweemaal geconfronteerd met seksueel misbruik, al mijn hele leven lang heb ik moeite met vreemde mensen die mijn lichaam aanraken, en daarom voel ik niets voor fysiotherapie. Ooit ben ik naar een manueel therapeut gestuurd maar halverwege de eerste behandeling ben ik gestopt en weggegaan.’

Even, heel even maar, werd de routine van het consult onderbroken. ‘Zo’, merkte de dokter op. Daar bleef het bij. Hierna volgde een lange ongemakkelijke stilte. Blijkbaar was het consult nu afgelopen. Meneer Smulders stond op, trok zijn jas aan, bedankte de dokter en verliet de spreekkamer. ‘Nog gefeliciteerd met uw verjaardag,’ riep de dokter hem na.

* Om redenen van privacy is de naam gefingeerd

Delen