De wortels van geweld

In de kerstnacht van 2012 wordt de 20-jarige Édouard Louis na een wurgpoging onder bedreiging van een pistool verkracht. Hij had de dader – een zekere Reda, zoon van een Algerijnse immigrant – nog geen paar uur tevoren naar zijn kleine Parijse appartement meegenomen om seks mee te hebben. Door zijn belager tijdens het orgasme met een elleboog in zijn ribben te beuken, kon hij aan hem ontkomen. ‘Ik holde naar de deur. Vanaf mijn bed naar de deur is nog geen twee meter. Bijna naakt stond ik op de overloop, bloed stroomde in rode kronkellijnen langs mijn dijen (…).’

Precies tien jaar werk ik als recensent voor de rubriek ‘Media & Cultuur’ van Medisch Contact. Het relaas van deze verkrachting behoort tot de meest indringende boeken die ik heb besproken. In recensies gebruik ik – om een zekere distantie te suggereren, maar laten we eerlijk zijn dat dit geen sterk argument is – nooit het woord ‘ik’. Het was op zich al een speciale bespreking, omdat de tweehonderd woorden die ik normaliter mag gebruiken over twee boeken van de auteur moest verdelen. Om de verpletterende indruk hiervan kracht bij te zetten gebruikte ik toen wél het woordje ‘ik’ om dit op het laatste moment toch weer te schrappen.

De titels van beide boeken luiden Weg met Eddy Bellegueule (Franse en Nederlandse uitgaven verschenen 2014) en Geschiedenis van geweld (Franse en Nederlandse uitgaven verschenen resp. in 2016 en 2017). Deze maand kwam onder de titel Ze hebben mijn vader vermoord de vertaling van het derde boek van deze auteur uit. De brute verkrachting vond nog geen maand na de afronding van het concept van het eerste boek plaats. De drie titels doen niet vermoeden dat de boeken op een bijzondere wijze met elkaar in verband staan.

In zowel Weg met Eddy Bellegueule als Geschiedenis van geweld spelen artsen een beschamende – maar helaas oh zo herkenbare – bijrol

Édouard Louis is het pseudoniem van Eddy Bellegueule, een fijnbesnaarde, homoseksuele jongen, die opgroeit in een Noord-Frans arbeidersgezin. Met het afstand doen van zijn echte naam, wil hij zich (ook) ontworstelen aan het verstikkende milieu, waarin hij zowel met verbaal als fysiek geweld (met name van zijn vader) te maken kreeg. Daarover handelt het eerste boek. In Parijs, waar de auteur sociologie studeert, waant hij zich vrij, totdat de verkrachting hem opnieuw met (een andere vorm van) geweld confronteert.

In zowel Weg met Eddy Bellegueule als Geschiedenis van geweld spelen artsen een beschamende – maar helaas oh zo herkenbare – bijrol: hun handelen leidt tot wantrouwen en zelfs vijandigheid, iets wat de auteur eerst bij zijn – door een bedrijfsongeval, arbeidsongeschikt geworden – vader ervaart en vervolgens bij hemzelf, wanneer hij na de verkrachting hulp zoekt en elke vorm van échte betrokkenheid mist. Het is zo schrijnend dat ik inderdaad plaatsvervangende schaamte voelde. Ik kan mij zelf niet voorstellen dat ik mij als voormalig huisarts zo jegens beiden zou gedragen.

De houding van de artsen staat echter niet op zich. Édouard Louis slaagt er niet alleen voortreffelijk in om in Geschiedenis van geweld plastisch zijn ervaringen te verwoorden maar ook om lezers te laten ervaren hoe stuntelig en soms compleet misplaatst zowel professionele hulpverleners inclusief de politie maar ook familie en vrienden reageren. Tegelijk wordt geweld in een breder kader geplaatst: zowel de alcoholische vader van de auteur als die van Reza zijn door geweld getraumatiseerd. Je zou bijna gaan denken dat de aanleg tot geweld erfelijk is en de onverschilligheid van menigeen jegens geweld dat anderen overkomt eveneens.

Delen