Digitale fitness
Mijn goede voornemen: meer bewegen. Ik heb altijd goed op de ergonomie gelet, maar het is niet genoeg. Na een dag werken zit alles vast. Een zeurende pijn in mijn nek maakt duidelijk dat het tijd is voor actie. Ik ga geen abonnement afsluiten voor een fitnessstudio. Dat heb ik al te vaak gedaan. Altijd was er een excuus om niet te gaan. Ik heb geen zin meer om tussen jonge goden mijn lichaam soepel te houden. Voor mij geen billenklasje, spierballenbeulen of buikpijniging.
De honderden commerciële fitnessapps zijn net zo hard gericht op uiterlijke en competitie. Bij Fiit (fiit.tv) train je tegelijk met een aantal anderen. Je hartslagmeter is zichtbaar in de groep. Zo zweep je elkaar op. De trainers, twee Instagram-influencers, moedigen je aan met een kinderlijk toontje. Een abonnement kost hetzelfde als een goedkope sportschool.
De app health.com is vergelijkbaar, maar richt zich alleen op vrouwen. Vetverlies en bikinilijn spelen een grote rol. Deelnemers kunnen foto’s posten van hun lichamelijke vorderingen.
Voor mij geen billenklasje
Daarna was de 7-minuten-workoutapp van Johnson & Johnson een verademing. Een onhippe instructeur in merkloze sportkleding laat in zwart-witvideo’s zien wat je moet doen. De heldere en fraaie app houdt mijn prestaties bij en herinnert me aan inactiviteit – maar alleen als ik dat zelf instel. Niets dat me verleidt om boven mijn mogelijkheden te trainen. De app is gratis, het farmabedrijf maakt er goede sier mee. De YouTube-video’s op fitnessblender.com blijken ook nuttig. De instructeur is kleurrijker, maar heeft dezelfde sobere toon. Ze herinnert er geregeld aan dat het lichaam grenzen heeft.
De losse band met mijn digitale instructeur bevalt goed. Ik kan in een verloren moment een hoekje opzoeken voor mijn work-out. Het begint te werken. Na het schrijven van deze column voel ik me nog steeds soepel.