Doktermedia.nl
Wanneer dokters gaan kankeren op medische informatie in media, zet ik als publicist en lid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten mijn stekels op. Wat dames en heren medici in hun spreekkamertje presteren, wordt doorgaans louter door de patiënt en zijn of haar metgezel gezien en die houden hierover meestal hun mond. Maar het werk van mijn collegae bij de media kan hele volksmassa’s bereiken, waardoor het flink oppassen is geblazen. Dokters kunnen vaak ongestoord de stomste taal uitkramen, terwijl wij al worden afgestraft wanneer vijf woorden niet kloppen, per ongeluk twee getallen worden verwisseld, een citaat niet volledig wordt weergegeven of een foto-onderschrift een verkeerde naam bevat. En wat betekent een misser in de krant vergeleken met een misser op de OK?
Ik heet Lester du Perron, huisarts in opleiding, en Tijs Stehman, co-assistent en statisticus, met hun nieuwe website doktermedia.nl van harte welkom in medialand! “Niet met elk knipsel naar de dokter,” luidt de fiere kop van een artikel uit de Volkskrant van 18 januari 2016 over hun initiatief. De ondertitel verduidelijkt: “Artsen worden gek van patiënten die met krantennieuws over medische doorbraken op het spreekuur komen. De nieuwe website doktermedia.nl wil een nuchter tegenwicht bieden.” En in het artikel zelf lezen we: “Nieuwsmedia kondigen met trommelgeroffel een nieuwe behandelmethode aan, patiënten pikken het op, en vervolgens mag de arts uitleggen dat het allemaal net wat minder baanbrekend en potentieel levensreddend is dan het lijkt.” Doktermedia.nl is opgericht om het medisch nieuws te voorzien van “een dosis duiding en nuance.” Ziehier een fraai voorbeeld van het zelfcorrigerend vermogen van de media.
Met mijn studievrienden Frank Schaapsmeerders en Noud Giesbers deed ik lang geleden onderzoek naar de invloed van medische berichtgeving in de media op de kennis en het gedrag van patiënten. Het rapport met als titel Media en medicijnen werd als serie gepubliceerd in Medisch Contact en zowaar bekroond met de onderzoekstimuleringsprijs. Gedurende enige tijd mocht ik als ‘radiodokter’ medische vragen van luisteraars beantwoorden, c.q. gesprekken over medische onderwerpen in een zaterdagochtendradioprogramma voorbereiden, waarna ik ruim een kwart eeuw lang verantwoordelijk was voor dagelijks (inclusief het weekend) een nieuw medisch bericht op teletekst. Naast mijn huisartspraktijk werkte ik als publicist voor verschillende tijdschriften. Hierdoor wordt mij nu de kans geboden om het thema ‘medische informatie in de media’ vanuit verschillende standpunten te bekijken. En dan lijkt enige nuancering wel op zijn plaats.
Nieuwsgaring is en wordt steeds meer gebed in een zee van belangen
Dokters zijn afhankelijk van patiënten en media van lezers, luisteraars en kijkers. Farmaceuten verkopen graag hun producten en universiteiten willen dolgraag publiciteit over wat er bij hen aan veelbelovend onderzoek wordt gedaan. Nieuwsgaring is en wordt steeds meer gebed in een zee van belangen. Patiënten willen hoop en die hoop fungeert voor de media als magneet. Omdat gezondheid voor de meeste mensen op de eerste plaats komt, trekt medische berichtgeving vrijwel altijd lezers, luisteraars en kijkers. Wereldwijd doen zich dagelijks ernstige gebeurtenissen voor, maar dit nieuws haalt vaak niet de Nederlandse media. Van twintig of dertig doden door een ingestorte flat in Shenzhen of Wuhan ligt bij ons niemand wakker. Misschien resulteert dit nieuws in een bericht van twee regels. maar het is überhaupt de vraag of mensen weet hebben van deze twee Chinese steden met overigens wel rond de tien miljoen inwoners. Een nieuwsbericht over frambozen die zouden helpen tegen grauwe staar zal echter gretig door de media worden omarmd en uitgedragen omdat de consument hiervan smult. Lezersonderzoeken zijn niet voor niets steeds belangrijker geworden en ongetwijfeld wordt ook gekeken hoe vaak deze blog via Facebook en LinkedIn wordt verspreid.
Een halve eeuw geleden werd verondersteld dat informatie over gezondheid en ziekten in de media zou leiden tot meer basale medische kennis en dat goed geïnformeerde patiënten minder vaak een beroep zouden doen op artsen. Tegenwoordig wordt het tegenoverstelde beweerd. Hoe dan ook, er lijkt echter sprake van een ontwikkeling die – en nu wordt het link – soms bijna nog meer van bovenaf wordt aangejaagd door financiële belangen van derden dan door de behoeften, wensen en verlangens van de media en mediaconsumenten. Maar ook in de zorgsector zelf kunnen hypes met een slimme mediastrategie van de farmaceutische industrie worden gecreëerd. Nederland telt voldoende wetenschapsjournalisten die op medisch gebied onafhankelijk en zeer kundig zijn. Het zou mij niet verbazen wanneer hun medische kennis op sommige gebieden die van de gemiddelde arts overtreft. Maar hun invloed stelt niets voor vergeleken met de macht van ‘het grote geld’.
En juist hier ligt volgens mij een serieus gevaar. In Nederland verstrekt – ik noem maar een voorbeeld – het Geneesmiddelenbulletin (GeBu) informatie over onafhankelijk onderzoek naar de werking en samenstelling van nieuwe en bestaande geneesmiddelen en hun eventuele bijwerkingen, maar het voortbestaan hiervan is in het verleden in het geding geweest. Voor kritische medische berichtgeving die voorgespiegelde hoop de kop indrukt, blijkt zelfs bij professionals relatief weinig belangstelling. Daarentegen worden artsen overstelpt met knap gemaskeerde, gesponsorde nieuwsberichten die dezelfde veelbelovende ontwikkelingen melden, waarbij Tijs Stehmann en Lester du Perron op hun site doktermedia.nl juist kanttekeningen willen plaatsen. Misschien zou het tweetal zich juist daarom ook op de eigen beroepsgroep moeten richten.