Doktersassistentes en macht
Al veertien jaar moet ik in verband met een hypofysetumor een hormoonpreparaat gebruiken. Op basis van de hormoonspiegel in het bloed dient de dosering af en toe te worden bijgesteld. Computersystemen vinden dit niet echt leuk. De apotheek leverde driemaandelijks zo veel van dit middel af, dat ik op een gegeven moment een voorraad voor ongeveer een jaar had. Bij mijn driemaandelijkse aanvraag voor herhaalreceptuur liet ik dit hormoonpreparaat dus vier kwartalen weg. Recentelijk raakte ik echter door de voorraad heen. Om problemen te voorkomen sprak ik niet de receptenlijn van het gezondheidscentrum in maar belde ik netjes de doktersassistente. Ik legde haar zo goed mogelijk het bovenstaande uit, vroeg om een recept voor drie maanden, en vermeldde hierbij de huidige dosering. Mijn verzoek viel helaas niet in goede aarde!
Wanneer u in het buitenland medische hulp nodig heeft, zal een doktersassistente vrijwel altijd op basis van de verstrekte informatie een afspraak regelen zonder dat u aan een ‘diepgaand verhoor’ wordt onderworpen of zich moet rechtvaardigen waarom u een beroep op de dokter durft te doen. Buitenlandse patiënten in Nederland begrijpen vaak niets van de zogenaamde triage die in ons land wordt geafficheerd als één van de belangrijkste taken voor een doktersassistente. Omgekeerd was ik zeer verbaasd toen ik ooit direct een Belgische huisarts aan de lijn kreeg, die niet door zijn assistente werd afgeschermd.
We hebben een beminnelijke huisarts, maar het hele gezin vreest één van de assistentes van zijn gezondheidscentrum. In mijn elektronisch dossier stond klaarblijkelijk een oude dosering die al geruime tijd geleden was opgehoogd. Desalniettemin was er dus toch nog een voorraad ontstaan, hetgeen ik nu juist – mede vanwege de beperkte houdbaarheid van het hormoonpreparaat – wilde vermijden. Het werd een nogal onaangenaam gesprek met de betreffende doktersassistente, ik probeerde mijn rust te bewaren maar kreeg op een gegeven moment het gevoel dat er simpelweg geen bereidwilligheid was om mij te begrijpen. ‘Meneer, belt u maar de apotheek’, commandeerde ze. Ik legde uit dat ook de apotheek afhankelijk was van een recept van de huisarts.
In 2005 begon de Amerikaan Frank Warren met een project waarbij mensen anoniem hun geheimen toevertrouwen op een ansichtkaart. Dit leidde tot een aantal kloeke bundels, exposities en de veelbekeken site www.postsecret.com. Op één van de kaarten uit de bundel Confessions on Life, Death, and God bekent een arts: “Ik hield mijzelf voor dat ik mijn patiënten van de pijn afhield maar nu denk ik dat ik alleen maar voor God wilde spelen.” Hoe vaak hoorde ik als kind niet spreken over ‘de almachtige God’ zonder mij te realiseren wat dat ‘almachtig’ inhield. Ik herinner mij nog hoe ik schrok toen Bert Keizer in een lezing het werk van een dokter typeerde als het uitoefenen van macht.
In bijna twintig jaar hebben mijn vrouw en ik in onze huisartspraktijk met vier assistentes gewerkt: drie stelden zich écht dienstbaar op ten aanzien van de patiënten, precies zoals wij als dokters ook zelf wilden zijn. Eén kickte echter op haar machtspositie en het is ons niet gelukt om haar instelling drastisch te veranderen. “‘High power drive’ en ‘low power drive’ worden inderdaad als min of meer stabiele kenmerken gezien”, mailde mij onlangs de journalist Peter van Lonkhuyzen, die veel weet van machtspsychologie en daarover ook een boek heeft geschreven; hij reageerde op mijn vraag of iemands hang naar macht (machtswellust) een min of meer blijvend persoonlijkheidskenmerk is.
Ik zou er vurig voor willen pleiten om medisch studenten te testen op de wijze waarop zij geneigd zijn om met macht om te gaan. Maar we mogen onze ogen ook bepaald niet sluiten voor het fenomeen van zogenaamde ‘gedelegeerde macht’, want ik vrees dat hierbij de kans op – soms heel subtiel – machtsmisbruik even groot is. Bijna tot wanhoop gedreven stelde ik de doktersassistente voor om een mail naar de huisarts te sturen. “Ik zal zelf wel even met hem overleggen”, reageerde ze direct. Ik weet natuurlijk niet wat er over mijn telefoontje is gezegd maar een paar dagen later lag er bij de apotheek weer voor bijna een jaar aan hormonen voor mij klaar.
8 reacties
Jammer dat de goeden altijd onder de slechten moeten lijden. Het zijn allemaal individuen. Wij werken met 10 assistentes en nog nooit zo een verhaal van arrogantie en onbegrip meegemaakt in 12 jaar tijd. U heeft dus pech gehad met uw dokters assistente.
suzanne cornelissen
28 juli 2015 / 15:54Inderdaad jammer dat u zo’n ervaring hebt gehad met deze doktersassistente. Zelf ben ik ook doktersassistente in een praktijk in Amsterdam en wat u als zogenaamde triage en verhoor bestempeld, is juist heel goed om de juiste zorg te kunnen leveren. U meldt ook dat u een Belgische huisarts meteen aan de lijn kreeg zonder dat deze door zijn assistente werd ‘afgeschermd ‘. Waarschijnlijk is alle zorg in buitenland veel beter volgens u. Uw woorden komen bij mij zeer denigrerend over. Snap dat u teleurgesteld bent, maar wil toch het vak van de doktersassistente in Nederland verdedigen. Wij hebben zeker geen machtspositie en zijn zeer service gericht en hebben een agenda te beheren die vaak heel druk is en soms is triage nodig om te kunnen beoordelen of iets met spoed moet worden gezien of niet. Soms kunnen we mensen advies geven of verwijzen naar thuisarts.nl. voor simpele problemen zodat ze niet naar de huisarts hoeven. Huisartsen hebben dan meer tijd voor de klachten en patiënten die dit echt nodig hebben. Oordeel niet over iets waar u zich nooit in verdiept hebt namelijk het doel van triage en het werk van doktersassistente!
Marga Koning
28 juli 2015 / 16:32Mij is altijd geleerd, en ja ik ga al heel wat jaren mee in diverse praktijken, een assistente is dat wat de huisarts opdraagt………..
Denk dat er veel waars inzit.
Misschien eens de moeite waard om daar een gedachte aan te geven.
ida vd Berg
28 juli 2015 / 18:10Jammer dat nu de doktersassistenten over een kam geschoren worden. Zelf werk ik al bijna 20 jaar in de huisartsenzorg als doktersassistente en ben ook best arrogante assistentes tegen gekomen, maar gelukkig zijn de meesten niet zo. Ieder verhaal heeft twee kanten.
Triage in Nederland is momenteel noodzakelijk vanwege de druk op het huisartsenvak. Huisartsen moeten steeds meer en de zorg wordt steeds complexer. Door naar de klacht te vragen, voorkom je dat mensen voor een oorlavage naar de huisarts gaan, omdat de assistente dit beter kan doen.
Het is nogal kort door de bocht om een triage een ‘verhoor’ te noemen. Het is niet om de arts af te schermen. Menig keer was, door triage, het advies om direct te komen, terwijl de patiënt dacht dat ‘het wel een paar dagen kon wachten’. Triage is om de spoed te beoordelen en ervoor te zorgen dat mensen op het juiste moment, de juiste zorg door de juiste persoon geleverd krijgt.
Zoals al eerder benoemd, het had u netjes gestaan wanneer u zich iets meer verdiept had in ons vak in plaats van de doktersassistente als lastpak neer te zetten, zoals velen met u, die totaal geen kaas van ons vak gegeten hebben.
Imken
28 juli 2015 / 19:07Het verwijt van generalisatie lijkt mij niet terecht. Expliciet staat in de blog: “Het hele gezin vreest één van de doktersassistentes van het gezondheidscentrum” en het beschreven voorval betreft haar; met anderen zijn de ervaringen doorgaans positief. Verderop in de tekst staat: “In bijna twintig jaar hebben mijn vrouw en ik in onze huisartspraktijk met vier assistentes gewerkt: drie stelden zich écht dienstbaar op ten aanzien van de patiënten, precies zoals wij als dokters ook zelf wilden zijn.” Van generalisatie is dus maar mijn gevoel geen sprake.
Uiteraard ben ik als voormalig huisarts goed bekend met triage en ik onderken zowel noodzaak als het nut hiervan als een belangrijke taak (mits dit op een correcte wijze gebeurt). Dat buitenlanders die hiermee in Nederland worden geconfronteerd hiervan vaak niets begrijpen, weet ik uit eigen ervaring. Zij beleven dit veelal als een “diepgaand verhoor” alsof men zich moet rechtvaardigen waarom een beroep op de arts wordt gedaan. Als patiënt heb ik echter ook een paar keer zelf ervaren dat de assistente op de stoel van de dokter ging zitten maar gelukkig gaat het slechts om een minderheid.
Ignace Schretlen
Ignace Schretlen
28 juli 2015 / 21:22Interessante thema, interessante reacties. Je moet oppassen daar niet meteen een bepaald beeld bij te krijgen. Vanwege mijn werk waren de dames (op een enkeling na altijd dames) mijn eerste aanspreekpunt. Daarna had ik vaak tijd om ze bezig te zien en te horen terwijl ik in de wachtkamer zat. Bij sommigen spatte het talent er van af; het genezingsproces van de patiënt begon bij wijze van spreken al bij het eerste contact met de assistente. Soms was er echter sprake van uitgesproken professionele en empathische armoe en vroeg ik me wel eens af: ‘Wie instrueert en corrigeert deze dame?’
Als patiënt heb ik gelukkig weinig ervaring en van die keren heb ik weinig te klagen. Behalve die ene keer.
Op een zondagmorgen kukelde ik van mijn racefiets en maakte een zweefduik. Bij de landing ging er iets mis. De fiets was nog heel en ik dacht met die schouder die tien kilometer naar het ziekenhuis nog wel te halen. Halverwege besloot ik een vriend te bellen, hij had een busje waar de fiets in kon. Hij zette me af bij de eerste hulppost. Ik meldde me daar met het verzoek een foto te maken van het sleutelbeen en vooral van het acromion. Ik was ervaringsdeskundige. Precies veertig daarvoor, tijdens een koers, brak ik een sleutelbeen.
De blik van de dame aan de balie en haar woorden herinner ik precies: ‘Zo mijnheer gaat ons vertellen wat wij moeten doen!’
Ik besloot aangepast te reageren: ‘Geachte mevrouw, u gaat me toch niet vertellen dat u tot de categorie gezondheidsmedewerkers behoort die er niet tegen kan dat patiënten meedenken over wat hen mogelijk mankeert? Mocht dat wel zo zijn, dan wil ik dat nu van u horen.’
Na anderhalf uur wachten werd een foto gemaakt die ik samen met een andere verpleegkundige bekeek. Gelukkig alleen het sleutelbeen geknakt (mooie breuk precies naast die oude van jaren terug). Mijn reactie: ‘Mooi dan weet ik dat en ga nu naar huis.’ Maar de mevrouw aan de balie verbood dat. Eerst moest de dokter nog kijken. Toen heb ik me, misschien enigszins intimiderend, naar haar toegebogen en gezegd:
‘U denkt toch niet dat ik weer anderhalf uur ga wachten op een diagnose die ik al weet!’
Dan moest ik iets ondertekenen want de risico’s waren voor mij. Maar mijn ‘graag want mijn schrijfkant functioneert nog.’ viel buiten haar denkwereld, ze besloot onmiddellijk de dokter te halen. Aardige dame. Misschien wel te aardig, was mijn eerste indruk. In ieder geval niet de aangewezen persoon om de baliemevrouw te corrigeren.
Joep Scholten
29 juli 2015 / 12:07Beste Ignace,
Ik wil graag kwijt, dat ik je blog waardevol vind en geen generalisatie lees in je blog. Ik herken het verschil in klantgerichtheid/communicatievaardigheden tussen verschillende doktersassistenten. Zelfs als ik als collega terugbel nav een consultvraag, word ik soms door een assistente op een manier te woord gestaan, dat ik me afvraag of de collega zich bewust is van de uitstraling van de praktijk.
Prima om de praktijkvoering efficient in te richten, klantgerichtheid moet daarbij niet uit het oog verloren worden. Gelukkig geldt dit voor het grootste deel van de assistenten.
Yvonne G. Van Ingen
29 juli 2015 / 20:06De doktersassistente…….. Maarre….. sommige patienten kunnen er óók wat van!
M. de Ruiter
31 juli 2015 / 20:53