Doorzettingsmacht
“Ik vind het schadelijk en kwalijk dat hij achter onze rug om deze brief stuurt. Ik vind dat dit zo niet kan. Dit ondermijnt het proces.” Klare taal van Beatrijs Bartelds, kindercardioloog Erasmus MC Sophia Kinderziekenhuis, over hartchirurg Tjark Ebels van UMC Groningen.
Bartelds heeft het over het bezwaar van Ebels tegen de volumenorm van zestig hartoperaties bij pasgeborenen. De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd hanteert in haar advies over de organisatie van zorg bij aangeboren hartafwijkingen deze norm. Net als de opstellers van het rapport Toekomstscenario’s voor patiënten met AHA. Bartelds was voorzitter van de commissie die dit advies uitbracht.
Beide partijen hebben de conclusies uit Ebels’ onderzoek hierover verkeerd geïnterpreteerd, stelt hij. Saillant dat hij dit pas nu doet, nu een storm is losgebarsten over het besluit van voormalig VWS-minister Hugo de Jonge om interventies bij kinderen en de hoogcomplexe interventies bij volwassenen met een aangeboren hartafwijking te concentreren in het Erasmus MC en het UMC Utrecht. Niet in UMC Groningen dus.
De discussie rond hartoperaties bij pasgeborenen is verzand in een emotioneel debat
De discussie is verzand in een emotioneel debat, stelt Bartelds teleurgesteld vast. Net als De Jonge Kinderhartdokters, die oproepen de overleving van hartekinderen boven het ziekenhuisbelang te stellen. Bartelds zegt begrip te hebben voor het besluit van De Jonge omdat de zorgprofessionals en -bestuurders er zelf niet uitkomen. Dat zien we vaker als het over concentratie van zorg gaat. En dat is nu precies waarom we het woord doorzettingsmacht kennen.