Droombaan op Borneo
Op zijn elfde al helpt Joost Philippa in Zimbabwe een dierenarts bij operaties. Daar legt hij de basis voor zijn latere loopbaan, die hem over de hele wereld zal brengen. “Dieren terugzetten in het wild, is mijn passie.”
Tekst: Andrea Linschoten | Beeld: International Animal Rescue / Shutterstock
Dierenarts Joost Philippa (45) werkt als veterinair adviseur in een team van jonge lokale dierenartsen voor het Orangutan Rescue Centre van International Animal Rescue in West Kalimantan, Borneo. Het centrum redt orang-oetans door ze te verplaatsen naar veilige gebieden of, wanneer de dieren niet meer zelfstandig in het wild kunnen wonen, door ze op te nemen in het centrum. De orang-oetan wordt in Kalimantan bedreigd doordat de regenwouden steeds verder verdwijnen, voornamelijk voor de productie van palmolie. Ook baby orang-oetans, die als huisdier zijn gehouden of wees zijn, en volwassen dieren die in gevangenschap hebben geleefd, worden door het Rescue Centre opgenomen en voorbereid op een terugkeer naar de natuur. Voor Philippa is hier werken een droom die is uitgekomen.
Al jong weet Philippa dat hij dierenarts wil worden: “Dat komt door mijn opa. Hij was slager en had koeien. Als hij naar de markt ging om koeien te keuren, mocht ik mee. Hij leerde mij hoe je kunt zien of een koe gezond is. Mijn opa wilde dierenarts worden, maar koos voor het familiebedrijf, de slagerij.”
Na een tijdje word ik onrustig, dan wil ik weer naar een andere plek, of met andere dieren werken
Vanwege het werk van zijn vader, woont Philippa in verschillende landen. “Op mijn 11de woonde ik in Harare, Zimbabwe. Daar hadden we door het tropenrooster de hele middag vrij. Als ik klaar was met mijn huiswerk, mocht ik de plaatselijke dierenarts helpen bij operaties van kleine huisdieren, roofvogels en soms een luipaard. We gingen vaak op safari en dan zag ik al die wilde dieren. Het was mijn droom om met exotische dieren te werken.”
Organisaties die dieren beschermen, zijn meestal afhankelijk van donaties en onderzoekbeurzen. Reden waarom Philippa steeds op contractbasis werkt. Als er geen geld meer is voor een (onderzoeks-)project, zoekt hij een nieuwe uitdaging. Zo werkt hij onder meer in Vietnam en Indonesië, voor projecten met beren, tijgers, olifanten, buffels en ook apen. Na Azië krijgt hij de kans om twee jaar in Afrika te werken om gorilla’s te beschermen. Via via komt hij weer terug in Indonesië, bij International Animal Rescue. Daar heeft hij nu een jaarcontract. Philippa: “Maar ik hoop dat ik langer kan blijven. Er komt een stagiaire voor een jaar uit Amerika die ik ga begeleiden. Dus waarschijnlijk duurt het nog een jaar langer.”
Beetje adrenaline
De dierenarts leidt al jaren een zwervend bestaan. “Dat bevalt me meestal goed. Na een tijdje word ik onrustig, dan wil ik weer naar een andere plek, of met andere dieren werken. Ik houd er ook rekening mee dat een onderzoeksproject misschien niet zo lang duurt.” Philippa werkt vaak onder moeilijke omstandigheden, maar vindt zijn werk niet gevaarlijk: “De grote mannetjes orang-oetans zijn gevaarlijk, die moet je goed verdoven. Maar verder is dit een veilig en rustig gebied. Dat was in Afrika wel anders. Daar hadden we te maken met stropers en rebellen en werkten we altijd met een team gewapende beveiligers. Soms mis ik die spanning wel een beetje, ik houd wel van een beetje adrenaline.”
Ondertussen verlangt Philippa naar wat meer vastigheid. “Ik ben veel van huis en als ik thuis ben, ben ik ook heel druk. Dat was lange tijd mijn insteek en daar zijn relaties ook op stukgelopen. Binnenkort komt mijn vriendin hier wonen om te kijken of het haar bevalt. Als dat goed gaat en ik me met plezier nuttig kan blijven maken binnen het project, blijven we hier. Ik woon nu op twintig minuten van mijn werk. Maar het blijft natuurlijk een klein stadje op Borneo, niet veel partners vinden dat een leuke uitdaging.”
Tot slot merkt de dierenarts nog op dat hij het mooiste werk heeft dat er is: wilde dieren terugzetten in het wild. “Mijn passie is wildlife in het algemeen: het behoud van soorten, werken in natuurgebieden en onderzoek doen naar zoönosen. Werken met grote dieren is misschien imposant, maar ik heb met evenveel passie voor reïntroductieprojecten voor hamsters en nertsen gewerkt. Mijn huidige project is natuurlijk heel mooi. We vangen kwetsbare orang-oetans en brengen ze naar veilig gebied, dat is fantastisch werk, dat verveelt nooit. Maar het is dieptriest dat het nodig is. Als je over Borneo vliegt, zie je dat er steeds meer regenwoud verdwijnt, dat gaat maar door. Mijn werk blijft nodig, maar ik had liever dat het niet hoefde.”