Droomgedicht

Werd gebeld.

Men bood mij een gratis bootligplaats

op Gemeentekosten.

Met deze tien woorden begint ‘Droomgedicht’* (1993) van Lars Gustafsson (1936-2016). Droomgedichten vormen binnen de poëzie een aparte categorie. Ofschoon deze groep meerdere genres omvat, vormt een droom het gemeenschappelijke startpunt. Frederik van Eeden (1860-1932), die als schrijver bekend is geworden maar oorspronkelijk huisarts en daarna psychiater was, introduceerde de term lucide dromen: je bent je bewust van jouw droombeelden.

De vraag in hoeverre je zelfs kunt herinneren wat er tijdens een telefoongesprek in een droom wordt gezegd, laten wij maar even onbeantwoord. Maar zoals in meerdere gedichten van Gustafsson zou zich de beschreven situatie – een concreet aanbod van de gemeente – in theorie wel kunnen voordoen. Niemand weet immers wat hieraan vooraf is gegaan. Misschien heeft de dichter wel om een gratis bootligplaats gevraagd.

Uitstekend. Ik kom kijken.

Blijkt dat men een dertig meter lang en

circa drie meter breed kanaal gegraven heeft

vol stinkend modderwater,

midden in het kerkhof van Wallin

zonder zich in het minst te bekommeren om de doden.

Hier ligt uw boot mooi.

Even concreet als het telefoontje wordt ook de inhoud van het aanbod beschreven. Maar nu gebeurt er iets vreemds. Wie komt op het idee om midden op een kerkhof een bootligplaats aan te leggen?

J. Bernlef die dit gedicht heeft vertaald, plaatst er als noot bij dat Johan Olof Wallin (1779-1839) een Zweedse dichter was. Hij was evenwel ook aartsbisschop van Uppsala, waar Lars Gustafsson filosofie en literatuur heeft gestudeerd. Van 1983 tot 2003 woonde Gustafsson in Amerika, waar daadwerkelijk een Wallin Cemetery bestaat. De ironie wil zelfs dat op de site van dit kerkhof een foto van een graf met een boot staat!

Op een begraafplaats liggen doden. De beschreven situatie rechtvaardigt dan ook de vraag of de boot, waarvoor een ligplaats wordt aangeboden, misschien als metafoor fungeert voor het menselijk lichaam. Niet alleen in poëzie maar ook daarbuiten wordt een boot vaker als een bruikbare metafoor gebruikt, bijvoorbeeld als beeld voor een bedrijf waarbij het accent op de onderlinge samenwerking wordt gelegd, voor een leven(sreis) of voor vermijdingsgedrag (pdf).

Maar hoe denken jullie dat hij wegkomt?

Hij komt niet weg.

Uw boot blijft liggen daar.

In 2003 schreef Lars Gustafsson dat hij soms geen scheidingslijn kan trekken tussen zijn literaire en filosofische werk. Tot en met de laatste drie regels lijkt het gedicht over een situatie te gaan die – hoe vreemd dan ook – had kunnen bestaan. De nog enigszins positieve verwachting die de eerste drie regels creëren, wordt aan het einde de bodem ingeslagen. Gelukkig geeft Lars Gustafsson zijn lezers meer ruimte om dit intrigerende gedicht in een poëtisch of filosofisch kader te interpreteren.

* Zeven gedichten – Lars Gustafsson – J. Bernlef – Tijdschrift Raster

Delen