Echt nieuws bestaat niet

Voor de zoveelste dag is er ontreddering. Een stoet verbitterde mensen trekt voorbij. Meestal tovert de aanwezigheid van een cameraman ondanks de ellende nog een glimlach op het gezicht van kinderen. Maar nu niet meer. De camera registreert zonder dat er iemand acht op lijkt te slaan. Je hoort boos geschreeuw, gekerm en het gekrijs van een baby. Gebouwen en huizen zijn vernield. En ik zit half ingedommeld aan de koffie naar het NOS-Journaal te kijken.

Plots zwenkt de camera naar rechts. In de verte worden mensen onder puin vandaan gehaald, op de voorgrond liggen in lakens gewikkelde lichamen van slachtoffers die het niet hebben overleefd. Dan klinkt er plots een doffe klap tegen de glazen pui die het eetkamerdeel van onze woonkamer van de achtertuin scheidt. Ik schrik en druk op de pauzetoets. Het zal toch niet dat er weer een vogel tegen het raam is gevlogen. Wie weet ligt het beestje dood op ons terras.

Toeval? Ja natuurlijk: toeval! Ik spoel het NOS-Journaal een halve minuut terug. Opnieuw glijden de beelden haastig voorbij, maar het is alsof de klap mij uit een passieve, gelaten kijkmodus heeft gehaald. Wanneer de cameraman ons van de ene dramatische scène naar een andere meevoert – alleen zo haken kijkers niet af – valt mijn oog op een man die vooroverbogen met zijn handen voor zijn gezicht op een muurtje zit.

De verschrikkingen van zowel de Eerste als Tweede Wereldoorlog – maar ook van de oorlogen hierna – zijn minutieus in woorden en beelden vastgelegd. Met afschuw bekijk en lees ik boeken die deze gruwelijke gebeurtenissen documenteren. En toch – moet ik eerlijk bekennen – blijft er vaak een ongewenste afstand. Elk jaar kijk ik op 4 mei trouw naar de Nationale Herdenking maar ik vraag mij af of mensen die zelf geen oorlog hebben gekend hiervan zullen leren.

Alle familieleden die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt en hierdoor – ondanks hun zwijgen – zijn getekend, zijn overleden. Wat in hun hoofden spookte, hebben zij meegenomen in het graf. Media presenteren nu bijna live weerzinwekkende beelden op televisieschermen van 70 inch of nog groter, maar de koffie smaakt niet minder en een paar minuten later volgen wij met meer aandacht het weerbericht. Het zou niet moeten mogen, maar misschien kan het niet anders.

Ik herhaal nogmaals het fragment waarop de man met de handen voor zich gezicht is te zien. Waarom treft juist dit beeld mij nog meer dan de rest van de reportage, die aanzienlijk schrijnender beelden laat zien? Ik pak mijn camera en zoom op hem in. Fotograferen is een vorm van aanraken. Foto’s beklijven vaak meer dan filmbeelden. Hoe graag had ik mijn arm om hem heengeslagen? Het minste wat ik kan doen, is dit beeld bewaren en uit te dragen.

Op dezelfde wijze zijn er nog een paar beelden ontstaan: in een futiel detail weerspiegelen zich wanhoop, verdriet en verbijstering. Media willen ons met de neus op de actualiteit drukken. Maar waar het écht om gaat heeft geen context nodig. Dat is universeel. Echt nieuws bestaat niet! Misschien wil het brein uit zelfbescherming de beelden van die stoet verbitterde mensen zo snel mogelijk wissen, het liefst nog voordat wij horen of morgen weer de zon gaat schijnen.

Delen