Een pijnlijke vinger

Het is blijkbaar erg lastig als je kind bent van twee dokter-ouders. Tenminste, zo ervaart zoonlief dat. Tijdens gym was een basketbal op zijn vinger terechtgekomen, een erg pijnlijke aangelegenheid. We zaten aan tafel toen hij vertelde hoe vervelend het was en dat hij niet fatsoenlijk met mes en vork kon eten. Dat laatste is geen echt criterium voor ernst, want het gebeurt wel vaker dat onze  kinderen vergeten dat er een mes en een vork naast het bord ligt.

Tijdens het eten werd de pijnlijke vinger getoond. Iedereen aan tafel kreeg uitgebreid de tijd om ernaar te kijken, de vinger zag er inderdaad wat dikker uit. We hadden meteen onze diagnose gesteld: zal waarschijnlijk wel een gekneusde vinger zijn, geen aanvullend lichamelijk onderzoek nodig. Zo gaat dat met kinderen van dokter-ouders, die worden niet als echte patiënten beschouwd.

‘Zo gaat dat met kinderen van dokter-ouders’

Ineens waren we twee dagen verder;  werk, school en surprise-drukte maakten dat de vinger wat verwaarloosd werd. Tot ik ineens weer mijn moederinstinct voelde opborrelen en bedacht dat mijn kind misschien nog aan het lijden was. Dus ik vroeg naar het wel en wee van de vinger. Hij bleef er last van houden, maar dat op zich verontrustte me niet.

Wat me veel meer zorgen baarde: door de vinger kon hij niet meer goed op de playstation spelen want  zelfs de controller vasthouden deed pijn. Dit was een zeer verontrustende mededeling, want er is echt een serieus noodgeval nodig om hem van de playstation af te houden. Ik was meteen alert, want moeders kennen hun kinderen heel goed en weten welk kind welke grenzen heeft. Dat de playstationgrens was bereikt, zei mij genoeg. Ik kreeg ineens visioenen over K-draadjes, plaatjes met schroeven of een externe fixateur.

Hm, misschien toch eens naar die vinger kijken. De vinger bleef wat gezwollen, zag ook wat blauw. Ik benaderde die vinger op zijn chirurgisch, er was inderdaad nog steeds asdrukpijn, maar geen rotatie-afwijking en de knokkels waren allemaal goed zichtbaar.

Mijn bevindingen besprak ik later in ons MDO (multidisciplinair overleg) aan tafel. Er ontstond een ouderlijke discussie, in ons geval is dat dan een eerste lijn-tweedelijnsoverleg. Hoofdvraag: moet er wel of geen foto gemaakt worden?

Tja, ik, als de tweede lijn, vindt het wel prettig om te weten of er een fractuur is. Dat is de tweede lijn natuurlijk: graag bevestigd willen zien dat iets wel of niet is. 

De eerste lijn daarentegen vroeg zich  af wat de wetenschap van het wel of niet weten dan zou brengen. Want als het al een breukje zou zijn, dan zou er waarschijnlijk alleen maar een buddytape omheen gaan. Tja, daar hoeven we niet per se een foto voor, toch. Had ik niets tegenin te brengen.

Het besluit van ons MDO was dat we een expectatief beleid wilden voeren. Mochten de klachten persisteren, dan kon alsnog een foto gemaakt worden. Patiënt werd hierover geïnformeerd en begreep het.

Patiënt vroeg nadien wel om een doktersbriefje, want met deze pijnlijke vinger kon hij echt geen surprise maken…

Delen