Herregistratie
Ik heb mezelf het afgelopen jaar eens flink onder de loep genomen, noem het bezinning met een aantal verrassende inzichten. Die overpeinzing is zeker geen hogere wiskunde, maar je moet er wel tijd voor maken. Tussendoor even op de wc bedenken wat je drijft en energie geeft, werkt niet.
Tijdens mijn nadenksessies kwamen enkele inkoppers naar boven, zoals de zin voor uitdaging en avontuur. En hoewel FOMO (fear of missing out) zeker geen kernwaarde is, kwam die term wel vaak naar voren, want ik wil altijd alles; dus ook op werkgebied. Maar ik dacht dat ik bezonnen genoeg was om die werk-FOMO te beteugelen. Tot een paar maanden geleden. Er ontstond een klein knagend gevoeltje dat ik niet meteen thuis kon brengen.
Een paar muizenissen verder ben ik eruit: ik mis mijn patiënten. Meer nog dan het chirurgische snijwerk. Dat snijwerk kan ik ook beter parkeren, omdat het geen optie meer is. Maar nooit gedacht wat een voldoening het me blijkbaar gaf om met patiënten te werken. Gek eigenlijk, hoe het gras toch altijd veel groener is aan de andere kant. En dat geldt vice versa ook natuurlijk.
Ik dacht dat ik bezonnen genoeg was om die werk-FOMO te beteugelen
Bij momenten kan ik zelfs echt met weemoed terugdenken aan de chronische-buikpijn-patiënt of de SEH-patiënt waarvan ik de geboortedatum uit mijn hoofd kende omdat die een weekabonnement op de spoed had. En laatst reed ik in het donker naar huis en had ik het gevoel alsof ik dienst had. Okay, het zou overdreven zijn om te zeggen dat ik de diensten mis, maar ’s nachts naar het ziekenhuis moeten en een zieke patiënt kunnen helpen die je bedankt dat je in huis gekomen bent, dat voelt wel erg zinvol (die weet natuurlijk niet van al het gevloek en gekreun in de heenrit).
Die knagende gedachtes zijn eigenlijk allemaal de schuld van een post over BIG-registratie op LinkedIn. En het woordje BIG werd een donderwolk in mijn hoofd. Het is op zich nog een ver-van-mijn -bed-show, want mijn chirurgen- en dus artsenregistratie is nog 4,5 jaar geldig. Maar ineens overkwam me een benauwd gevoel dat ik toch moet gaan nadenken of ik dokter wil blijven En in mijn geval bedoel ik met dokter, werken met fysieke patiënten. Snel opgezocht, je kunt je als arts herregisteren als je voldoet aan de urennorm: in 5 jaar tijd 2.080 uur als arts te hebben gewerkt, dat is dan ongeveer 8 uur per week.
Lastig dilemma, want alles wat ik nu doe, vind ik ook wel leuk, vooral omdat de combinatie erg gevarieerd is (afwisseling/variatie staat zeker in mijn waardenlijstje). Maar vind ik dat binnen vijf jaar ook nog zo? Zo kwam ik er dus achter dat ik eigenlijk geen FOMO heb maar FOBO. FOBO is fear of better options. Ik begrijp die twijfelende anios met stresskeuze dus goed; en dan mag ik nog van geluk spreken dat ik er al een gevarieerde artsencarrière op heb zitten en al vele goeie opties heb mogen ervaren.
Sinds kort ben ik een paar dagdelen per maand als arts aan het werk in de huisartsenpraktijk
Hoe die BIG aan te pakken? Ik kwam er alleen niet uit. Ik had daarom een vergadering belegd. Locatie: aan de keukentafel. Aanwezigen: het thuisfront en ik. De agenda was gelukkig kort en er hoefden geen voorgaande notulen goedgekeurd te worden. Besluit van de vergadering: ik zou OOK weer in de zorg gaan werken. OOK is bewust met hoofdletters, want het is tenslotte FOBO (en ook FOMO) en ik doe het er bij. Van besluitvorming naar afgevinkt actiepunt; ook hier had ik toch weer mazzel.
Toevallig woont er namelijk een artsen-netwerk in mijn huis en daarom ben ik sinds kort een paar dagdelen per maand als arts aan het werk in de huisartsenpraktijk, met o.a. het thuisfront als mijn werkgever. Dat had ik jaren geleden nooit kunnen geloven, maar soms loopt het anders dan gedacht. De praktijk is niet simpel hoor, chirurg die de huisartsenpraktijk ingaat, zonder cito lab, echo of CT à la minute. Een buikpijntje, pukkel of bultje, dat kan ik nog wel, maar hoeveel verschillende soorten huidvlekken zijn er en waar moet je wat mee? Huiswerk aan de winkel dus.
Wie weet kan ik in een volgende blog weer een mooi patiëntenverhaal brengen, ik denk dat ik daar deugd van heb.