Leefstijl

Mijn professionele leven speelt zich deels af tussen studenten geneeskunde en arts-assistenten, een jeugdige mix dus. Ik voel dan ook regelmatig een persoonlijke generationele transformatie opkomen, waarbij ik, van generatie X, een beetje vervloei met generatie Z. 

Uiteraard weet ik dat het belachelijk overkomt als je je probeert te vereenzelvigen met een jongere generatie: het is zeer wishful thinking en dat werkt eerder averechts. Maar het feit dat ik thuis ook nog eens met mensen van deze leeftijdscategorie woon, maakt dat mijn oor- en oogkleppen wel open staan voor de taal en de leefwereld van deze Zoomers. Ik ervaar dat als prettig, ik hoop de Zoomers ook. 

Er is maar één spijtige zaak, mijn ‘jeugdige’ open mindset resulteert niet in het instant verdwijnen van wallen of grijze haren. 

Een onderdeel van mijn werk met deze jeugdigheid, is het doceren tijdens terugkomdagen. Tijdens deze studiedagen zijn de coassistenten een dag weg uit de chirurgische kliniek en krijgen ze discipline-overstijgende lessen, met o.a. thema’s als leefstijl en preventie.  

En dan is het geen les in de ouderwetse generatie-X-ige stijl met alleen maar luisteren naar wat de docent te zeggen heeft. Het is sparren en meningen delen over hoe zaken in de medische praktijk verlopen en allerhande observaties. 

Het gaat er ook om dat de studenten goed rondkijken naar de professionals die ze tegenkomen en de goede en minder goede kantjes onthouden


Zeer belangrijk wat mij betreft, want laat ons wel wezen: die coschappen dienen een groter doel dan alleen maar ziektekennis en patiëntenervaring opdoen. Het gaat er ook om dat de studenten goed rondkijken naar de professionals die ze tegenkomen en de goede en minder goede kantjes onthouden. Op die manier kunnen ze hun eigen doktersprofiel vormen, in elk geval dat stukje waar ze de eigen regie over kunnen hebben. En dat is best veel. 

Elke les is weer anders, iedere discussie geeft weer uiteenlopende wendingen. Dat vind ik dan weer prettig, want een riedeltje afdreunen week na week, dat is niet aan mij besteed en ook niet aan de studenten, is mijn aanname.

Dit zijn een paar terugkoppelingen van de chirurgische (in de brede zin van het woord = snijdende specialismen) werkvloer, gezien vanuit het Z-perspectief:

Er is een groot verschil in populatie tussen de patiënten op traumapoli en de vaatpoli; getuige onder andere de gele rookvingers op de vaatpoli en de aanwezigheid van minder dan vier ledematen. Obesitas is overduidelijk aanwezig. Jammer genoeg wordt de term overgewicht (BMI 25-35) nogal genormaliseerd. Een BMI van 28 wordt al niet meer als bijzonderheid vermeld, ‘want dan kan het bij bijna elke patiënt gemeld worden’, aldus de studenten.  Er is weinig gezond eten te verkrijgen in het ziekenhuis en om 18.00 uur gaat het restaurant al dicht. Dan rest enkel nog iets suikerrijks uit de automaat. Dan stellen ze zich de vraag:’ Hoe doen die zorgprofessionals dat dan als ze in de avond en nacht moeten werken?’ 

Gelukkig zijn er zijn ook heel veel positieve leefstijlberichten. Er is echt tijd en aandacht voor de patiënt en er wordt met patiënten regelmatig over leefstijl  gesproken, getuige de voorbeelden over rookstop, belang van beweging, eiwitrijke voeding, stappentellers en prehabilitatie.  Het valt ze ook op dat je in één minuut best al veel kan aankaarten hierover. Maar nog niet alle artsen hebben de neus die kant op. 

Gen Z observeert ook de zorgprofessionals zelf. Veel artsen doen hun werk bevlogen en vol passie. Er wordt opgemerkt dat de artsen blijkbaar geen lunch of pauze nodig hebben, want daar doen ze niet aan. Het valt de studenten ook op dat ze vaak nog ’s avonds laat een antwoord op hun mail of een E-pass-beoordeling krijgen. “Zijn die dokters dan altijd aan het werk?”, of: “Hebben die dan echt geen leven?” 

‘Wie echt naar de jeugd luistert, hoort de antwoorden van de toekomst’


Dit zijn enkele veel voorkomende observaties van Gen Z over de werkvloer van de snijders (maar ik denk dat je dat breder kan trekken). Na amper een paar weken stage hebben ze al door hoe het spel gespeeld wordt en eerlijk, de meesten zijn razend enthousiast.

‘Wie echt naar de jeugd luistert, hoort de antwoorden van de toekomst’, dixit Casper van Koppenhagen (revalidatie-arts).

Als ik die enthousiaste co’s zie en hoor tijdens deze lesdagen, met hun geestdrift een  leergierigheid, dan hoor ik vooral vele mooie antwoorden. Gelukkig dus dat die negatieve geruchten in allerhande media lang niet altijd kloppen.

Hoe mooi zou het zijn als de dokters op de werkvloer dit enthousiasme blijven aanwakkeren. Dus niet alleen uitdragen aan de co dat het vak leuk en interessant is, maar ook laten zien/horen dat er wel degelijk een leven is buiten het werk en dat combineren kan, dat artsen ook een goede leefstijl hebben, inclusief beweging, slaap en ontspanning; en dat dit geen leugentjes om bestwil zijn. 

Delen