‘Nieuwe ronde, nieuwe kansen’

interview / chirurg Sofie Fransen kan niet meer opereren

Door een probleem met haar arm moest chirurg en ­Arts en Auto-­blogger Sofie Fransen haar scalpel noodgedwongen aan de wilgen hangen. Na een lastige tijd ziet ze 2024 vooral als nieuw begin. Ze heeft nieuw werk gevonden als universitair docent en coach. “Ik ben op weg het chirurg-zijn als mooie herinnering te kunnen zien.”

“Het moet vooral geen zielig verhaal worden”, zegt Sofie Fransen (48) nog voordat het interview goed en wel begonnen is. Want zeker, het was een moeilijk proces en bij vlagen erg pijnlijk om te beseffen dat ze haar geliefde vak van chirurg nooit meer zou kunnen uitoefenen. Maar Fransen is er de vrouw niet naar om bij de pakken neer te blijven zitten. Ze is optimistisch van nature. En met een flinke portie omdenken kan ze nu ook uit haar nieuwe werk als universitair docent aan de Universiteit Maastricht en coach voor zorgprofessionals voldoening halen.

De problemen aan haar arm begonnen in 2020. Door een beschadigde elleboog­zenuw heeft ze last van krachtverlies en gevoelsverlies in haar hand. Twee jaar en meerdere operaties later realiseerde Fransen zich dat ze met deze aandoening niet meer kan opereren. “Het lastige is: soms weet je met je hoofd al wel hoe het zit, maar wil je dat niet voelen.”

“Ik neem afscheid van de chirurgie, maar blijf dezelfde persoon, met dezelfde karaktereigenschappen en waarden”

Ruim tien jaar was Fransen chirurg. Ze praat nog altijd vol passie over haar vak. Wat ze het meest gaat missen? “De patiënt op de ok geruststellen. Het mega­voldane gevoel als een lastige operatie toch is gelukt. De familie vertellen dat de operatie goed is gegaan. Het oplossen van klinische vraagstukken. Het gevoel om iets bij te kunnen dragen aan genezing of verbetering. Ja, dat is gewoon heel mooi.”

Laatst gaf ze in de snijzaal studenten genees­kunde les over risico-operaties. “Ik vind het fijn dat ik dat mag doen, en tegelijk denk ik: god, wat was het mooi. Ik zit dus nog wel in de fase dat de herinnering eerder pijnlijk is dan dat die me voldoening geeft. Maar ik ben wel op weg het chirurg-zijn als mooie herinnering te kunnen zien.”

Het heeft wel even geduurd om op dat punt te komen. “Iemand noemde het een rouwproces, maar dat vind ik wat te dramatisch. Ik zou het een veranderproces willen noemen.” Ze was niet alleen haar vak maar ook haar identiteit kwijt. Ze identificeerde zich met haar beroep. Ben je nog chirurg als je niet kunt opereren? Nee, denkt Fransen. Maar ze ontdekte dat ze alles wat haar maakte tot chirurg nog steeds bezit. “Ik ben enthousiast, gedreven, beslisvaardig, hou van uitdagingen en avontuur, kan leidinggeven, maar ben ook bereid iets van een ander aan te nemen, ik ben een teamplayer. Ik neem afscheid van de chirurgie, maar blijf dezelfde persoon, met dezelfde karaktereigenschappen en waarden. Die kan ik weer op een andere manier gebruiken. Dat maakt het minder dramatisch.”

Altijd een keuze

Die eigenschappen en waarden zet ze nu in als universitair docent. Daarnaast werkt Fransen als coach voor zorgprofessionals. Opvallend vaak hoorde ze namelijk van zorgprofessionals dat ze stiekem wel een beetje jaloers op haar waren, omdat zij een excuus had om uit het vak te stappen. “Er zijn genoeg zorgprofessionals die helemaal niet zo gelukkig zijn in hun werk, maar ze weten niet goed hoe ze het anders kunnen doen. Misschien kan ik daar een verbindend stukje in zijn. Wat missen ze? En hoe kunnen we ze voor de zorg behouden?”

Zelf leerde ze veel van haar ‘veranderproces’, en die lessen wil ze graag mee­geven aan de mensen die ze coacht. “Ik hou van quotes als ‘denk in kansen in plaats van in bedreigingen’, ‘maak van een probleem een feit’ en ‘verandering ligt bij jezelf’. Je kunt altijd anders naar een probleem kijken. Je hebt altijd een keuze. Ik heb geleerd dat niet alles wat je wilt ook mogelijk is. Maar dan nóg kun je kiezen, binnen de mogelijkheden die je hebt.”

Harde types

Dat Fransen zich ooit met deze ‘softe kant’ zou gaan bezighouden, had ze ‘never ever’ gedacht. “Chirurgen hebben het imago van harde types. Nú weet ik: de softe kant is eigenlijk de harde kern. Als die niet goed zit, werkt het niet.”

Door haar proces is ze milder geworden, merkt ze. En dankbaarder. Ze zit graag op haar racefiets en denkt tegenwoordig als ze opstapt veel vaker ‘wat fijn dat dit kan’. “Eerder vond ik dingen vaak vanzelfsprekend. Nu ben ik extra blij met wat nog wél kan.”

Wat niet betekent dat ze niet meer ambitieus is. In het onderwijs wil ze graag zo ver mogelijk doorgroeien. 2024 ziet ze daarbij als een mooi nieuw begin. “Nieuwe ronde, nieuwe kansen.” Ze gunt zichzelf de tijd om na te denken over haar toekomst. Misschien gaat ze ook wel weer als arts aan de slag. “Werken met patiënten is iets wat ik graag doe. Daar heb ik niet per se mijn chirurgisch mes voor nodig.” Voor nu is het goed in wat ze haar ‘andere versie van zichzelf’ noemt. “Ik ben die arm niet. Ik ben gewoon Sofie en met Sofie gaat het goed.”

Lees ook de blogs van Sofie Fransen

Delen