Een van de tevelen
Manolis Kapiris is even vanuit Naxos naar Athene overgekomen, wanneer bekend wordt dat hij niet meer naar zijn eiland terug mag. De pandemie heeft ook – het al jarenlang geteisterde – Griekenland in haar greep. Om besmettingen op de eilanden te voorkomen, moet hij minstens twee weken in quarantaine. En of de jongen daarna nog naar Naxos terug kan, is nog maar de vraag. Een vriend verschaft hem onderdak in zijn kamer. Manolis mag zich zelfs niet meer op straat vertonen. De ontwikkelingen overvallen hem. De ernst van de situatie dringt tot hem door. In gebrekkig Engels verwoordt hij zijn zorgen. In nog gebrekkiger Engels probeer ik hem een hart onder de riem te steken. Maar wat heb ik hem te bieden?
Inmiddels mag worden gesteld dat de vorig jaar aangetreden Griekse minister-president Kyriakos Mitsotakis (1968) zijn land voor erger heeft behoed door snel, wijs en krachtig op te treden. Dat ging niet probleemloos. De Grieks-Orthodoxe kerk strubbelde tegen en meende dat de communie gewoon door kon gaan: op het delen van brood en wijn als symbolen van Christus ligt immers Gods zegen. Prominente Griekse artsen deelden deze visie. Maar na felle protesten van onder meer de Griekse artsenorganisatie werden alsnog alle kerkdiensten verboden.
In gebrekkig Engels verwoordt hij zijn zorgen. In nog gebrekkiger Engels probeer ik hem een hart onder de riem te steken
Naxos, het grootste eiland van de Cycladen, is Griekenland in het klein. Al in de Oudheid werd hier marmer gedolven. Hiervan werden de mooiste beelden gemaakt die ooit op het legendarische Delos stonden. In het heuvelachtige hart van het eiland tref je afgravingen. Onder een donkere laag verschijnt het witte marmer. Het woord ‘marmer’ komt van het Griekse ‘mármaros’, hetgeen ‘steen’ of ‘rots’ betekent. Door de associatie met ‘marmairein’ (glanzen), heeft ‘marmer’ de betekenis van ‘glanzende steen’ gekregen. Marmer uit Naxos kenmerkt zich door een kristallijne structuur. Een dun stuk laat licht door.
Twee jaar geleden troffen wij Manolis in het hooggelegen plaatsje Moni. Niet ver van de afgravingen heeft hij hier een werkplaats. Die nodigt niet echt uit voor bezoek. Zijn naam stond ook niet in een van onze gidsen. De jongen is bescheiden, bijna op het schuchtere af. Zijn haren en gezicht zitten onder slijpsel van marmer. Alles wat hij uit marmer tovert, geschiedt handmatig. ‘Omgaan met marmer,’ zegt Manolis, ‘leer je door goed naar marmer te luisteren.’ De kunst van ‘luisteren naar marmer’ wordt van vader op zoon doorgegeven. Manolis behoort tot vijfde generatie van de familie Kapiri die marmer bewerkt.
De jonge kunstenaar/ambachtsman is de wanhoop nabij. Vorig jaar opende hij in het nabijgelegen Chalki, waar de jongen vandaan komt, een winkeltje: Marmairo. Juist rond deze periode begint in Naxos doorgaans het toeristenseizoen. Maar nu worden louter vaste bewoners toegelaten. Sinds eergisteren zijn Grieks-Orthodoxe kerken weer voor publiek toegankelijk. In stappen wordt de lockdown opgeheven, eerst op het vasteland en later op de eilanden. Vanaf 1 juni gaan restaurants, cafés en niet-seizoensgebonden hotels open. In juli zijn buitenlandse toeristen weer welkom in Griekenland. Maar hoeveel er daadwerkelijk willen, kunnen en zullen komen is nog maar de vraag. Er wordt gevreesd voor een fiasco.
Griekenland telt per miljoen inwoners ‘slechts’ dertien corona-doden. In Nederland zijn dat er ruim twintigmaal zoveel. Maar voor beide landen zijn de gevolgen desastreus.
Manolis is inmiddels teruggekeerd naar Naxos. Het toeristenseizoen duurt hier ruim vijf maanden. Hopelijk kan hij ergens in juli de eerste toeristen in zijn winkeltje verwelkomen. Maar of Marmairo blijft bestaan, is nog de vraag. Ik adviseer hem om een winkeltje op de site www.etsy.com, een marktplaats voor kunstenaars en ambachtelijke beroepen, te beginnen. Misschien kan hij hiermee de crisis overleven. Het verdriet mij dat ik hem niet meer te bieden heb. En dan te beseffen dat Manolis slechts één van de tevelen is.