Een visje uitgooien
Het is een goede zaak dat het RIVM in Europees verband heeft meegewerkt aan richtlijnen voor de ontwikkelingen van duurzame nieuwe medicijnen. Het is immers een bekend gegeven dat alleen al in ons land jaarlijks zo’n 190 ton medicijnresten in het oppervlaktewater belandt.
Terecht stelt het RIVM dat het belangrijk is dat milieu-experts en medicijnontwikkelaars samen methodieken ontwikkelen om deze vervuiling drastisch te beperken. Al werpt dit wel de vraag op of het niet logisch is dat farmaceutische bedrijven zelf – in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen – hier al lang in investeren. De berichtgeving wekt de suggestie dat dit niet het geval is omdat medicijnontwikkelaars vooral kijken naar de werkzaamheid en veiligheid voor de patiënt. Aan de ene kant een begrijpelijke focus, maar toch ook een beetje een gemiste kans.
‘Jaarlijks belandt zo’n 190 ton medicijnresten in het Nederlandse oppervlaktewater’
Goed dus wat er nu in Europees verband gebeurt. Al zou het ook mooi zijn om in het verlengde hiervan meteen een stevig publiekscampagne op te zetten over verantwoord omgaan met medicijnresten. Dat gebeurt wel vaker natuurlijk, maar voor het bewerkstelligen van gedragsverandering geldt nu eenmaal dat de kracht in de herhaling zit. Bovendien boor je steeds weer nieuwe doelgroepen aan. En met kleine stapjes kan al veel worden bereikt. Het voorbeeld van medicijnresten niet door de wc spoelen maar terugbrengen naar de apotheek kent iedereen wel. Maar wat te denken bijvoorbeeld van na het smeren van een corticosteroïdenzalf eerst de handen aan een doekje af te vegen en ze dan pas onder de kraan te wassen. Vissen gaan gekke dingen doen van corticosteroïden. Met dat idee moet een reclamebureau toch visueel mooie dingen kunnen bedenken, die op een speelse manier de bewustwording vergroten.