Een zinnetje van auw

In de kern begrijp ik wel hoe Paul Frissen tot die laatste zin is gekomen in zijn betoog dat de Volkskrant gisteren publiceerde. Hij dacht natuurlijk: “Die tekst stáát. Maar ik heb nog een goede uitsmijter nodig. Zo’n zinnetje dat ervoor zorgt dat mensen nog net even langer over mijn verhaal blijven nadenken”. En toen kwam dus dit: ‘Doe mij maar overbehandeling en handhaving van dit taboe’.

Auw.

Frissen is hoogleraar bestuurskunde aan Tilburg University. Hij is auteur van het boek Staat en taboe, waarin het actuele thema voltooid leven een hoofdrol speelt. Beslist een autoriteit dus, een denker. Binnen zijn vakgebied.

Overbehandeling in de zorg is een serieus onderwerp, dat serieuze aandacht verdient

Het probleem is echter dat hij denkt op grond daarvan Corinne Ellemeet van GroenLinks te kunnen afkatten over haar pleidooi om geriaters een rol te laten spelen in de beoordeling of een ouder iemand een medische behandeling nog wel aankan. Een genuanceerd pleidooi dat past in de al langer gevoerde discussie over overbehandeling in de zorg. Denk aan: iemand met beginnende dementie die bij een val een heup breekt een nieuwe heup geven in plaats van alternatieven te overwegen. Denk aan: een man met een traag ontwikkelende prostaattumor opereren, zonder de vraag te stellen of het aannemelijk is dat de man komt te overlijden aan de gevolgen van andere gezondheidsklachten voordat die tumor voor problemen gaat zorgen.

Maar Frissen wil dus niet denken over zulke dingen. Hij wil gewoon vrolijk blijven doorbehandelen. En overbehandelen. Laat maar bestaan dat taboe. Triest is dit. Overbehandeling in de zorg is een serieus onderwerp, dat serieuze aandacht verdient van mensen die zich er serieus mee bezighouden. Promovendus Eric Geijteman bijvoorbeeld, en de KNMG. Of de politiek mag meediscussiëren is voer voor een inhoudelijke discussie. Maar met oneliners komen we geen stap verder.

Delen