Eerder stoppen

Met enige regelmaat lezen we in de media dat onze pensioenkennis over het algemeen vrij beperkt is. Het onderwerp spreekt veel mensen (nog) niet aan, omdat het voor velen ‘een ver van mijn bed show’ is. Terecht? Ik denk van niet.

Vroeg of laat krijgen we allemaal te maken met het moment dat we onze werkzaamheden beëindigen en willen gaan genieten van onze oude dag. Maar om dat te kunnen doen, moeten we wel wat regelen. De overheid heeft de afgelopen periode met allerlei ingrepen laten zien dat er een steeds grotere verantwoordelijkheid bij onszelf komt te liggen, of we nu in loondienst werken of zelfstandig ondernemer zijn.

Elk jaar eerder pensioneren kost gemiddeld 7,5 procent aan pensioenopbouw

In mijn gesprekken met vooral de oudere leden van VvAA merk ik dat men vaak toch wil vasthouden aan de oorspronkelijke AOW-leeftijd van 65 jaar. Daar zijn de verzekeringen ook veelal op afgestemd. Nu kunt u natuurlijk een arbeidsongeschiktheidsverzekering aanpassen aan de huidige AOW-leeftijd van 67 jaar, maar u kunt ook eens kijken óf en wat er (nog) geregeld moet worden om toch eerder met pensioen te gaan. Mijn ervaring is dat men zich niet altijd realiseert wat de financiële impact is van twee jaar eerder de pensioenuitkering ontvangen en dus twee jaar korter pensioen opbouwen.

In z’n algemeenheid kan worden gesteld dat elk jaar eerder pensioneren gemiddeld 7,5 procent aan pensioenopbouw kost ten opzichte van wat er op 67-jarige leeftijd zou zijn opgebouwd. Kortom, met twee jaar eerder stoppen levert u 15 procent pensioen in. Dat is best flink maar dit hoeft niet onoverkomelijk te zijn mits er nog andere voorzieningen zijn. Spaar- of beleggingsgelden, een lijfrente, een koopwoning of een aflossingsproduct behorende bij een hypotheek bieden meer mogelijkheden dan veel mensen zich realiseren. Eerder stoppen met werken hoeft niet alleen een wens te zijn, maar met wat timing en planning is het ook een begaanbare weg.

Delen