Eigen voetsporen – Rens van Wijk
In december 2005 vroegen wij een aantal kinderen van zorgprofs wat ze later wilden worden. Hoe kijken deze jongeren terug op hun uitspraken van toen? En hebben ze zelf ook voor de zorg gekozen? Zes verhalen, aflevering zes: Rens van Wijk.
Tekst: Monique Bowman | Beeld: Nout Steenkamp (2005), De Beeldredaktie/Joost Hoving (2017)
Zoals waarschijnlijk meer jongetjes van zijn leeftijd droomt Rens van Wijk ervan piloot te worden. F16-piloot, om precies te zijn. De zoon van fysiotherapeut Mieke van Wijk-Engbers en docent lichamelijke oefening Martin van Wijk prefereert het luchtruim boven het wat aardsere vak van zijn moeder.
Hij blijkt in 2005 al aardig op de hoogte wat het beroep van fysiotherapeut zoal inhoudt. “Toen ik drie was, ben ik heel vaak mee geweest naar haar werk omdat er toen even geen oppas voor me was”, verklaart de groep 4-leerling. Hij vertelt dat zijn moeder haar werk wel leuk vindt, maar ‘baalt als mensen te laat zijn of niet komen opdagen’. Rens spreekt de hoop uit dat zijn moeder nog eens een praktijk aan huis krijgt en niet meer helemaal naar Den Haag moet voor haar werk. “Want ze komt vaak heel moe thuis.” Of dat gaat gebeuren, betwijfelt hij echter. “Het zou alleen in de schuur kunnen. Maar daar staat zó veel in, dan moet eerst alles eruit. Ik denk niet dat dat lukt.”
‘Een toekomst in de gezondheidszorg is nimmer aan de orde geweest’
Inmiddels is Rens 19 en eerstejaars economie en bedrijfskunde in Amsterdam. “Een toekomst in de gezondheidszorg is nimmer aan de orde geweest”, zegt hij. “Ik vind mezelf er het type niet voor. Als je voor een medische of paramedische studie kiest, moet je heel sociaal zijn en mensen goed op hun gemak kunnen stellen. Ik ben wat zakelijker ingesteld.” Dat laatste is de reden dat hij zijn moeders praktijkvoering kritisch gadeslaat. “Naast de zorg voor patiënten moet ze in haar vrije tijd vaak nog zo veel administratie doen dat ik al vaak heb gezegd: mam, je moet daarvoor écht iemand in dienst nemen. Dat zou haar denk ik heel wat stress schelen.”
Van de drie kinderen Van Wijk heeft alleen zijn oudste broer Koen serieus nagedacht over een toekomst binnen de gezondheidszorg, vertelt Rens. “Het is uiteindelijk toch geen geneeskunde geworden, maar notarieel recht. Want Koen had het idee dat hij met rechten beter out of the box kon denken. En hij wilde liever mensen helpen met juridische problemen, dan met lichamelijke.